Hét homo-gen bestaat niet, maar genen kunnen wel een rol spelen in je seksleven

De link tussen genen en homoseksuele geaardheid werd al eerder onder de loep genomen door wetenschappers, maar nog nooit werd het op zo’n grote schaal onderzocht. Andrea Ganna van de Harvard Medical School in Boston analyseerde samen met een groep internationale wetenschappers de genetische profielen van meer dan 470.000 mensen uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Ze keken of bepaalde DNA-codes gelinkt waren met de seksuele activiteiten van de betrokkenen. Uit de studie bleek dat vijf genvarianten vaker voorkwamen bij diegenen die minstens één keer seks hadden gehad met mensen van hetzelfde geslacht. 

Volgens gendergeneticus Eric Vilain betekent deze studie wel het einde van het simplistische idee dat er zoiets als één homo-gen bestaat. “Homoseksualiteit is veel complexer dan het idee dat er één gen bestaat die alles bepaalt”, aldus Vilain. “Genetische factoren spelen een rol, maar omvatten slechts een deel van het verhaal.”

Is het nu mogelijk om aan de hand van DNA te voorspellen of iemand homoseksueel is? Neen, deze ‘homo-genen’ komen bij iedereen voor. Alleen komen ze frequenter bij homoseksuelen voor dan bij heteroseksuelen. Daarnaast hebben eerdere studies aangetoond dat ook de omgeving een grote rol speelt. Zo zou bijvoorbeeld het aantal oudere broers een rol kunnen spelen op de kans dat een jonger broertje homoseksueel wordt geboren. Dus wanneer iemand ‘homo-genen’ bezit, wil dat niet zeggen dat deze persoon per definitie homoseksueel is.