‘Alleen wie geld heeft, zal zich nog verstaanbaar kunnen maken via een tolk’

© iStock

De N-VA wil het gebruik van gesubsidieerde tolken voor nieuwkomers aan banden leggen, maar daarmee zou de partij zich wel eens in eigen voet kunnen schieten. ‘De maatschappelijke kosten van zo’n besparing zijn enorm’, zegt expert Pascal Rillof.

Minder sociale tolken inzetten, zou de overheid wel eens geld kunnen kosten in plaats van opleveren. Dat zegt Pascal Rillof, voorzitter van het Europees Netwerk Sociaal Tolken (ENPSIT) in een reactie op de onderhandelingsnota van de N-VA over inburgering en integratie. In de tekst, die de partij gebruikt als basis voor de Vlaamse regeringsonderhandelingen, staat onder meer dat instellingen zoals OCMW’s, scholen, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties en lokale besturen alleen nog door de Vlaamse overheid gesubsidieerde tolken kunnen inschakelen voor nieuwkomers die nog in hun inburgeringstraject zitten. Zodra dat traject is afgelopen, worden de betrokkenen geacht genoeg Nederlands te kennen om zich te behelpen. Blijkt er toch nog een tolk nodig te zijn, dan zal de anderstalige die uit eigen zak moeten betalen. ‘Er dreigt dus een systeem met twee snelheden te ontstaan’, zegt Rillof. ‘Alleen wie geld heeft, zal het zich kunnen veroorloven om zich via een tolk verstaanbaar te maken. Erg eerlijk is dat niet.’

Horen nieuwkomers aan het eind van zo’n inburgeringstraject niet genoeg Nederlands te kennen om een gesprek te kunnen voeren?

Pascal Rillof: Het is de bedoeling dat ze tegen die tijd taalniveau A2 behalen. Maar daar slaagt niet iedereen in. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat 10 procenten van de mensen die een cursus Nederlands als tweede taal (NT2) volgen ergens in het taalverwervingsproces stagneert. Sommige nieuwkomers kampen bijvoorbeeld met sociaal-emotionele problemen door de trauma’s die ze hebben opgelopen. Anderen vorderen langzaam doordat ze leerproblemen hebben. Op het leren van een nieuwe taal, kun je dus onmogelijk een voor iedereen haalbare termijn plakken.

Maar wie aan het eind van zijn traject wel op niveau A2 zit, kan zonder tolk verder?

Rillof: Wie dat niveau behaalt, is een basisgebruiker. Zo iemand kan in eenvoudige bewoordingen communiceren over simpele, alledaagse taken en situaties. Dat wil nog niet zeggen dat hij genoeg Nederlands kent om een dienstverleningsgesprek te kunnen voeren. Om te beginnen worden daarbij soms heel specifieke woorden gebruikt, zoals terminologie uit de gezondheidszorg, de welzijnssector of het onderwijs. Bovendien weten we dat sommige mensen in stresssituaties, als ze bijvoorbeeld in het ziekenhuis belanden of naar school worden geroepen om over hun kinderen te praten, haast automatisch op hun moedertaal terugvallen. Zelfs als ze in andere omstandigheden relatief goed Nederlands spreken.

Dokters en leerkrachten zouden hun werk niet meer goed kunnen doen.

Volgens de onderhandelingsnota zouden nieuwkomers binnen de twee jaar na het afronden van hun inburgeringstraject wel al taalniveau B1 moeten behalen.

Rillof: Wie dat niveau bereikt, kan zich al heel wat beter redden en is ook in staat om de belangrijke punten in een duidelijke standaardtekst te begrijpen. Maar dat is nog altijd geen garantie op een kwaliteitsvol dienstverleningsgesprek, waarbij je je soms genuanceerd moet kunnen uitdrukken. Ook Kom op tegen Kanker onderkent dat. Volgens die organisatie is het voor artsen en verpleegkundigen een heikele zaak om zonder tolk te communiceren met patiënten met taalniveau A2 of B1. Mogen zij niet langer tolken gebruiken voor mensen die klaar zijn met hun inburgeringstraject, dan zullen ze het moeilijk krijgen om hun werk goed te doen.

Hetzelfde geldt voor het onderwijs. Van een kleuterleidster die elk schooljaar een paar keer gebruik maakt van een tolk hoorde ik dat veel ouders van anderstalige kleuters zich alleen in het Nederlands kunnen behelpen zolang het over dagelijkse dingen gaat. Zodra ze hen wil betrekken bij de opvoeding van hun kind of hen op de hoogte wil brengen van eventuele problemen, volstaat het beetje Nederlands dat zij begrijpen niet meer. Hoe zal zij nog samen met die vaders en moeders naar oplossingen kunnen zoeken als ze geen beroep meer mag doen op een tolk? Hoe zal een therapeut een vluchteling die klaar is met zijn inburgeringstraject nog kunnen begeleiden in zijn traumaverwerking? Hoe zullen ouders nog vernemen en begrijpen dat hun zoon niet alleen wat worstelt met wiskunde maar zware cijferblindheid heeft en therapie moet krijgen? Ik vrees zelfs dat de dienstverlening in sommige gevallen zal worden afgebroken omdat het zonder tolk gewoon niet lukt. Als het voorstel uit de onderhandelingsnota zou worden ingevoerd, dreigen de maatschappelijke kosten dus groot te zijn. Ook financieel.

Hoezo?

Rillof: Uit verschillende studies is gebleken dat er in ziekenhuizen vaak minder dure onderzoeken hoeven te gebeuren als er een tolk wordt ingeschakeld. Ook de therapietrouw van anderstalige patiënten is dan groter. Met andere woorden: een tolk kan niet alleen betere zorg maar ook een besparing opleveren. Dergelijke onderzoeken zijn in het onderwijs en de welzijnssector nog niet gebeurd, maar ik vermoed dat ook daar soortgelijke terugverdieneffecten spelen. Sociaal tolken faciliteert dienstverlening en zorgt ervoor dat problemen worden aangepakt en opgelost. Dat blijkt ook uit het onderzoek naar de inzet en effecten van sociaal tolken van de UGent in opdracht van de Vlaamse overheid. In datzelfde rapport is trouwens ook sprake vaneen gunstige invloed op integratie. Besparen op tolken zou de samenleving op termijn dus wel eens meer kunnen kosten dan opleveren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content