We hebben net de ergste file-november ooit achter de rug. De avondspits in Vlaanderen was gemiddeld 100 kilometer langer dan vijf jaar geleden. Vlot doorrijden, het zit er zelden in. Als we dan eens de kans krijgen, dan grijpen we die. Dat blijkt uit de nieuwe boetecijfers van de politie.

“We zijn continu gehaast, de druk om op tijd te komen voor een afspraak is pertinent. Filetijd willen we dan ook snel goedmaken. Eén op de twee bestuurders noemt tijdwinst dé reden om snel te rijden”, zegt verkeerspsycholoog Helmut Paris, verbonden aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW).

Het resultaat: de politie heeft het eerste halfjaar 1,7 miljoen snelheidsboetes uitgeschreven, of 9.300 per dag. Eén op de zes boetes is voor hardrijders die meer dan 30 kilometer per uur over de maximumsnelheid gaan. “Nog altijd leeft het idee dat snel rijden cool is. Daarom is het sociaal meer aanvaard dan alcohol achter het stuur. Maar er is echt wel een mentaliteitswijziging nodig”, zegt Stef Willems van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV).

Verkeerspsycholoog Paris valt hem bij. “Snel rijden? Geen probleem, denken de Vlamingen. Ze hebben het gevoel dat ze alles onder controle hebben. Dat is te verklaren omdat autorijden voor een groot deel gebaseerd is op automatismen. Maar hierdoor onderschatten veel ­bestuurders wel de gevaren en gevolgen van hun rijgedrag.”

Voor één categorie bestuurders is een aparte aanpak nodig. “Het gaat maar om 2 tot 5 procent van alle bestuurders, maar ze zijn wel goed voor 80 procent van alle zware overtredingen”, zegt Paris. “Ze worden met meer dan 40 per uur te snel geflitst, kruipen dronken achter het stuur, of ze hebben al een hele reeks boetes op hun naam staan. Deze mensen lappen alle regels aan hun laars. Alleen met een specifieke begeleiding kan je hen bijsturen.”