camera closecorrect down eyefacebook Het Nieuwsblad nextprevquote share twitter video

Het aantal diagnoses neemt wel toe

Kinderen en tieners overleven vaker kanker dan vroeger

Kinderen en tieners met kanker overleven steeds vaker hun ziekte, blijkt uit cijfers van Stichting Kankerregister. Tien jaar na de diagnose is 85 procent van hen nog in leven. Meer nog: het aantal overlijdens daalt, terwijl het aantal diagnoses wel stijgt. “Mij lijkt het een realistisch vooruitzicht dat we op termijn niet meer aan kanker zullen sterven, op voorwaarde dat we in dit tempo doorwerken”, zegt Filip Lardon, diensthoofd van het Centrum voor Oncologisch Onderzoek.

Léonie herstelt van leukemie“Straks mag ze weer met een ander kindje spelen” Fee Vandendijck (9) is kankervrij “Goede prognose geeft kracht om te helpen vechten”

In 2015 overleden 47 kinderen en tieners aan kanker, terwijl dat er in 2005 nog 81 waren, zo blijkt uit cijfers van Stichting Kankerregister. Conclusie van de Stichting: de overlevingskansen voor kankerpatiënten tot negentien jaar zijn gestegen. Het verschil met decennia geleden is nóg groter, zegt Nancy Van Damme van de Stichting. “Een kind dat in 1960 een kankerdiagnose kreeg, had maximaal 20 à 30 procent kans op overleving. Sindsdien is het sterfterisico verminderd met 75 procent. Van de kinderen die nu kanker krijgen, is tien jaar na de diagnose nog 85 procent in leven.”

De prognose hangt wel af van het type tumor. Bij nierkanker ligt de overlevingskans voor kinderen rond de 90 procent, terwijl dat voor een jong kind met een neuroblastoom maar 60 à 70 procent is. “Omdat daar nog niet zulke effectieve therapieën voor bestaan”, zegt Van Damme. Maar hoe dan ook liggen hun kansen op overleven gemiddeld hoger dan bij volwassenen. Daar leeft na tien jaar nog 65 procent. “Bij kinderen slaan therapieën beter aan, omdat ze geen chronische ziektes hebben als hartproblemen of diabetes. Al is ook voor volwassenen de kans op overleven toegenomen. Mee dankzij de evolutie in de geneeskunde en de ontwikkeling van nieuwe therapieën.”

Wat ook opvalt in de cijfers van Stichting Kankerregister is dat een stijgend aantal kinderen en tieners een kankerdiagnose krijgt. In 2016 werd de ziekte vastgesteld bij 550 kinderen, terwijl dat er in 2008 nog ‘maar’ 490 waren, en in 2012 nog 517. Dat betekent niet dat kinderen vandaag sneller de ziekte krijgen, zegt Van Damme. “Die lichte stijging zien we ook internationaal, maar dat kunnen we gedeeltelijk verklaren door de toenemende bevolking. Er zijn nu eenmaal meer kinderen in die leeftijdscategorie. Een andere verklaring voor de stijging is dat kanker vandaag beter wordt opgespoord.”

“Hoopvolle toekomst”

Dat het aantal overlijdens daalt ondanks de stijgende diagnoses, noemt Van Damme “hoopgevend”. Het doet de vraag rijzen of we – kinderen én volwassenen – dan ooit niet meer zullen sterven aan de ziekte. Die kans bestaat, zegt Filip Lardon, vicerector en professor aan de Universiteit Antwerpen, en diensthoofd van het Centrum voor Oncologisch Onderzoek. “Ik geloof dat we over tien jaar zo’n tachtig procent van de patiënten chronisch zullen behandelen, en dat de kanker bij hen dus onderdrukt wordt. Mij lijkt het een realistisch vooruitzicht dat we er op termijn niet meer aan zullen sterven, op voorwaarde dat we in dit tempo doorwerken. Dan is de toekomst hoopvol.”

Ook Marc Peeters, diensthoofd oncologie in het UZA en voorzitter van het Belgische College van Oncologen, gelooft dat we kanker op termijn onder controle zullen krijgen. “Voor wie er vandaag nog aan sterft, zal het dus ons doel zijn om er een chronische ziekte van te maken.” Wanneer precies, vindt hij moeilijk te voorspellen. “Maar over vijftien jaar staan we alweer veel verder dan nu. Chemotherapie is pas ontdekt na de Tweede Wereldoorlog. Kijk naar de vooruitgang die we sindsdien al hebben gemaakt. Alleen wordt het moeilijk om kanker ooit helemaal te genezen. Het is een moeilijk, complex gegeven.”

Léonie herstelt van leukemie“Straks mag ze weer met een ander kindje spelen”

“Léonie was anderhalf toen ze plots een zwelling in de hals had”, vertelt mama Sien Wyckmans uit Borgerhout. “Het ging enorm snel: toen we in het ziekenhuis waren, kon ze niet eens meer zelfstandig ademen. Dan kwam het verdict: acute lymfatische leukemie, in z’n zwaarste variant. Het was 15 augustus: Moederdag. Op dat moment voelt het alsof alles je ontnomen wordt. Dat kindje, dat is uw alles, hé.”

Het ziekenhuis werd een tweede thuis. “Het eerste jaar was een en al intensieve behandeling. Zware chemo en bijna voortdurend in het ziekenhuis. Niet dat Léonie daar veel problemen van maakte. Als we naar het ziekenhuis vertrekken, is ze meestal blij: voor haar is dat een leuk ritje in de auto. Nu begint ze stilaan te begrijpen dat daar ook dingen gebeuren die niet zo leuk zijn.”

De impact op het gezin is enorm, vertelt Siem. “We leven al een jaar geïsoleerd. Léonie mag bijna geen contact hebben met andere kinderen of met huisdieren. Een bezoekje aan familie is heel moeilijk. Ook winkelen kan niet: wij kopen alles online. Ik kijk er zo naar uit om met haar eens naar de Delhaize te kunnen gaan.”

“We hoorden dat haar kansen niet slecht waren, maar toch zijn er veel situaties waarbij het niet goed afloopt. Maandelijks hoor je zulke voorbeelden in het ziekenhuis. Dan besef je: het kan ineens keren.”

Intussen gaat het stilaan beter: Léonie mag volgende week normaal gezien thuis verder behandeld worden. Er is de laatste acht maanden ook geen nieuwe kanker meer ontdekt. “Misschien mag ze straks eens met een ander kindje spelen, dat zou gewéldig zijn.”  (jdg)

Fee Vandendijck (9) is kankervrij “Goede prognose geeft kracht om te helpen vechten”

“Het woord genezen zullen artsen niet snel gebruiken, maar Fee is nu kankervrij”, vertelt haar mama Kim Robeyns. Het meisje uit Rillaar kreeg leukemie toen ze vijf was en werd daar meer dan 2,5 jaar voor behandeld. Nu is ze gezond. “Telkens opnieuw op controle moeten, die angst voor slecht nieuws, was vreselijk. Maar dat slijt wel, nu zijn we niet meer zo zenuwachtig. Behalve als Fee wat bleker uitslaat, dan wel.”

Het vreselijke nieuws kregen Fee en haar ouders zo’n vier jaar geleden, midden in de nacht. Leukemie. “Zoiets te horen krijgen, doet heel veel pijn. Meteen denk je: Ik moet mijn kind afgeven. Maar dan vertellen de dokters dat de prognose goed is – 80 tot 85 procent – en dat ze zal kunnen genezen. Op dat moment krijg je de kracht om ervoor te gaan en je dochter te helpen om die kanker de baas te kunnen.”

Fee zelf kreeg in het ziekenhuis heel gedetailleerd uitleg over wat er zou gebeuren, dat haar haren zouden uitvallen, bijvoorbeeld. “Gelukkig was ze nog te jong om dat heel erg te vinden. Ze heeft er niet over gehuild. Over de dood hebben we het niet zo vaak gehad, maar soms was ze wel heel ongerust. Al snel leerde ze de toon op te pikken uit gesprekken van volwassenen. Ben ik niet goed aan het vechten, vroeg ze me eens toen dokters onder elkaar over haar aan het praten waren.”

Intussen is Fee dus aan de betere hand. “Maar zelf praat ze er niet graag meer over. Ik denk wel dat ze trots is dat ze het doorstaan heeft. Maar ze denkt er niet graag meer aan terug.”