Direct naar artikelinhoud
Migratie

Migratiecentrum Myria vraagt diepgaander onderzoek naar politiegeweld tegen migranten

Migranten in het Maximiliaanpark in mei 2019.Beeld Tim Dirven

Het federaal migratiecentrum Myria is kritisch voor het onderzoek van het Comité P naar de meldingen van politiegeweld tegenover migranten. ‘Autoriteiten moeten proactief onderzoek voeren en misbruik bestraffen.’ Toch is zijn nota minder vernietigend dan ze op het eerste gezicht lijkt.

In oktober kwam de ngo Dokters van de Wereld naar buiten met een bevraging bij transitmigranten – migranten die in België verblijven in een poging het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Een op de vier van de migranten die langskwamen in zijn medische hulppost aan het Noordstation in Brussel maakte melding van politiegeweld. Een onderzoek van het Comité P, dat toezicht houdt op de politie, ontkrachtte begin dit jaar het idee dat de politie geweld zou hebben gebruikt. 

Een nieuwe nota van het federaal migratiecentrum Myria zet vraagtekens bij het onderzoek van het Comité P. Myria is een onafhankelijke overheidsinstelling die onder andere moet waken over het respect voor de grondrechten van vreemdelingen. Naar aanleiding van de nota van Myria noemde voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) de organisatie op Twitter “een activistische ngo” en “een overheidsinstelling vol activisten”. 

Twitter bericht wordt geladen...

Kanttekeningen

Wat staat er precies in de nota?

Om te beginnen benadrukt Myria dat “heel wat politieagenten migranten op een correcte en humane manier behandelen, ondanks de toegenomen druk van sommige autoriteiten en de moeilijke werkomstandigheden”. 

Het migratiecentrum heeft echter een aantal kanttekeningen, die het Comité P zelf ook bij zijn eigen onderzoek plaatste. Zo richtte het zich enkel op ‘grootschalige bestuurlijke aanhoudingen’, “die per definitie minder problemen opleveren dan ongeplande politie-interventies”. Bovendien ging het om observaties tijdens een vijftiental operaties. Myria vraagt zich af of agenten niet sowieso correcter handelen als ze weten dat onderzoekers van het Comité P aanwezig zijn. 

Het migratiecentrum merkt bovendien op dat de vaststellingen van Dokters van de Wereld en van het Comité P elkaar niet tegenspreken, maar eerder aanvullen. Het Comité P kon het onderzoek van de ngo immers niet natrekken omdat er, zo meldde het Comité P zelf, geen link was met een concrete klacht of aangifte. 

Volgens Myria moeten die getuigenissen wel degelijk ernstig worden genomen. Dat bij het Comité P tussen 2017 en eind 2018 slechts vijf klachten van migranten waren binnengekomen, zou het gevolg zijn van de weigering van de meeste migranten om te getuigen, enerzijds omdat ze er het nut niet van inzien, maar ook omdat ze bang zijn voor represailles van de politie.

Perceptie

Myria vindt daarom dat de autoriteiten “proactief onderzoek moeten voeren en misbruik bestraffen, ook al is er geen klacht ingediend”. 

Daarnaast zijn er nog een vijftiental andere aanbevelingen. Zo vraagt Myria dat het Comité P ook agenten verhoort, op voorwaarde van anonimiteit. Politieagenten moeten ook beter geïnformeerd worden over de plicht om niet-begeleide minderjarige vreemdelingen te melden bij de Dienst Voogdij van Justitie. Deze krant bracht eerder al naar buiten dat die verplichting niet consequent wordt nageleefd. Uit het rapport van het Comité P bleek bovendien dat niet-begeleide minderjarigen soms langer dan de maximale wettelijke termijn werden vastgehouden, en zonder geldige reden werden geboeid. 

Myria stelt dat een aantal grondrechten van migranten niet wordt nageleefd, maar bouwt daarvoor hoofdzakelijk voort op het rapport van het Comité P. “Er is de perceptie ontstaan dat onze nota het Comité P op de korrel neemt, maar we zijn eigenlijk heel tevreden met zijn werk”, zegt Koen Dewulf van Myria. “Er kan en moet nog veel gebeuren, maar het is ook de eerste keer dat het Comité P heeft geluisterd naar de opmerkingen van ngo’s, en daar waren wij de tussenpersoon.”

In een reactie benadrukt het Comité P de beperkingen van zijn onderzoek die Myria aanstipt, en beklemtoont het de “goede verstandhouding” met Myria, een organisatie waarmee het ook “een samenwerkingsprotocol heeft afgesloten”. Het Comité P is echter een toezichtsorgaan dat om misbruiken te bestraffen meer nodig heeft dan getuigenissen, in het belang van “het vermoeden van onschuld”.