Direct naar artikelinhoud
Maatschappij

Afbraak van het middenveld: N-VA-idee of internationale trend?

Hart boven Hard-betoging in Brussel.Beeld Bas Bogaerts

Op de tafel van de Vlaamse regeringsonderhandelaars zou ook een plan liggen dat de hakbijl zet in het Vlaamse middenveld. ‘Dit is het draaiboek van de populisten.’

Met een open brief in De Morgen hebben 78 organisaties hun vrees geuit dat de plannen van de toekomstige Vlaamse regering hen buitenspel zouden zetten. Die plannen komen vooral uit de koker van de N-VA. Of het nu gaat om onderwijs, welzijn, of integratie: de Vlaams-nationalisten willen dat verkozenen des volks beslissen, zonder inmenging van organisaties die een bepaalde bevolkingsgroep vertegenwoordigen. 

Enerzijds lijkt dat typisch aan de Vlaamse context, want er zijn weinig landen waar organisaties die burgers samenbrengen en betrekken bij het beleid, zo goed lokaal verankerd zijn. “Organisaties als Femma of Okra hebben in elke gemeente of deelgemeente een afdeling”, zegt Bart Verhaeghe van De Verenigde Verenigingen, een netwerk van Vlaamse middenveldorganisaties, dat de open brief ondertekend heeft. “Die zijn dan wel ontstaan in de schoot van de katholieke zuil, maar eigenlijk ging het om burgers die samenkwamen onder de kerktoren. Zo’n rijk, breed vertakt verenigingsleven is vrij uniek.”

Bovendien heeft in Vlaanderen de grootste partij geen lange traditie van eigen middenveldorganisaties, zoals CD&V en sp.a, en in mindere mate ook Open Vld. Maar ook in andere Europese landen is er een versnippering van het politieke landschap. Ook in landen als Nederland en Duitsland hebben de traditionele partijen het moeilijk, ten koste van partijen zonder zuil. 

“Dit zit op een zenuw die door heel Europa loopt”, zegt Verhaeghe. Het verhaal van “het primaat van de politiek” dat N-VA naar voren schuift, “het rechtstreeks contact met de burger” zoals Elchardus het noemt, zonder de ruis van middenveldorganisaties, is internationaal in trek. Het is niet zozeer het gemeenschapsvormende van middenveldorganisaties dat deze partijen stoort, want ook N-VA omarmt het verenigingsleven wat dat betreft, maar het zit hem in de dienstverlening van deze organisaties aan hun leden, en de belangenbehartiging of beleidskritiek.

Het kartel

Volgens Marcel Hanegraaff, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, past het bij de opkomst van populistische partijen.

“In hun anti-elitediscours doen ze hun beklag over wat (de Nederlandse politicus) Thierry Baudet ‘het kartel’ noemt”, zegt Hanegraaff. “Ook Trump hamerde continu op het lobbycircuit in Washington, dat ontransparant zou zijn.”

Hanegraaff onderzocht de band tussen populistische partijen en middenveldorganisaties in vijf Europese landen, waaronder België, waar het ging om Vlaams Belang. Daaruit blijkt dat belangengroepen statistisch veel minder contact onderhouden met populistische partijen, zelfs wanneer hun prioriteiten overeenkomen. 

Ook Civicus, een internationale alliantie van middenveldorganisaties, stelt dat de ruimte voor het middenveld wereldwijd krimpt. “Ook landen die decennialang voortrekkers waren van dit soort democratische ruimte perken de mogelijkheden in met onder andere antiterrorismewetten”, zegt Lysa John, secretaris-generaal van Civicus, in het nieuwe nummer van MO* Magazine. Volgens haar ligt de oorsprong ervan in het onvermogen van beleidsmakers om een antwoord te bieden op sociale, ecologische en maatschappelijke uitdagingen. “Aanvallen op middenveldorganisaties vormen dan een makkelijke manier om de aandacht van dat falen af te leiden.”

Niet elke onderzoeker is even pessimistisch. Bram Verschuere, professor bestuurskunde en publiek management aan de UGent, heeft het over een verschuiving van het ‘klassieke middenveld’ naar minder traditionele organisaties. 

“Als het gaat over bijvoorbeeld klimaat, inburgering of dierenrechten, dan zie je dat mensen zich wel degelijk nog verenigen rond single issues”, zegt Verschuere. “Vergeet niet dat ook uiterst rechts zijn middenveldorganisaties heeft, denk maar aan het Sint-Maartensfonds, Voorpost, of onlangs ook Schild & Vrienden.”

Hongarije

De krimpende macht van middenveldorganisaties valt moeilijk te becijferen. Uit de Civicus-monitor blijkt dat België in Europa op dit moment nog bij vijftien landen zit met een ‘open’ ruimte voor dergelijke organisaties. In twaalf Europese landen is er sprake van een ‘beperkte’ ruimte, en in één land, Hongarije, is ze ‘belemmerd’. Volgens Orsolya Reich van de Civil Liberties Union for Europe volgen West-Europese landen een wind uit Oost-Europa. 

“Denk maar aan de aanvallen op organisaties die geld ontvingen uit de Georges Soros Foundation”, zegt Reich. “Of de Russische Foreign Agent Law die hangende is in Hongarije en elke ngo die geld uit het buitenland krijgt, als een ‘buitenlandse speler’ beschouwt. Dit is het draaiboek van de populisten.”

Volgens de Civil Liberties Union for Europe worstelen in een hele reeks Oost-Europese landen organisaties met financieringsproblemen. Uit eerder onderzoek van Hanegraaff blijkt dat zoiets ook nadelige gevolgen kan hebben en eventueel een averechts effect van wat de politiek beoogde. 

“Organisaties die minder middelen van de overheid krijgen, moeten veel meer op zoek naar geld, en gaan zich professionaliseren. Dat lijkt op het eerste gezicht positief, maar de efficiëntste manier om te besparen, is door je besluitvorming minder complex te maken, en bijgevolg krijgen leden minder zeggenschap. In de efficiëntieslag zie je dat het contact met de leden verwatert en de organisatie dus minder representatief wordt.”