© JEFFREY GAENS

Danny Vukovic over vreselijke blessure: “Mijn voet bengelde los aan mijn been”

31 dagen loopt hij al op krukken, als we Danny Vukovic in de catacomben van de Luminus Arena de hand schudden. Rondom zijn linkervoet zit een stevig, felblauw gipsverband, tot net onder de knie. De sympathieke Aussie ziet nog zichtbaar af van de zware achillespeesblessure die hij een dikke maand geleden opliep. Voor het eerst doet hij in een exclusief gesprek zijn bewogen verhaal over die noodlottige dinsdag.

Kristof LIBERLOO

Laat ons even teruggaan naar die bewuste 30ste juli. Je was in de gym aan het trainen toen je plots tegen de grond kwakte.

Vukovic: “Ik deed een oefening die elke week op het programma staat, waarbij ik van een matje met twee voeten naast mekaar op een box van 60 cm hoog moest springen. Bedoeling was om zo kort mogelijk contact te maken met de grond, wat opgemeten werd door een toestel. Ik moest drie sets van tien sprongetjes afwerken. De fatale sprong was mijn allerlaatste (zucht).

Voelde je meteen dat het ernstig was?

“Ja, ik had het onmiddellijk begrepen. Eerder had ik al gelezen dat het afscheuren van een achillespees aanvoelt alsof er iemand een forse trap achter op je voet geeft. Dat klopt helemaal, weet ik nu. (Zucht) Ik viel pardoes op de grond en keek meteen achterom, om te zien wie me een kick verkocht had. Natuurlijk stond er niemand, want ik was de enige speler in de gym, samen met performance coach Bram Swinnen en fysiektrainer Ruben Peeters. Dus wist ik direct hoe laat het was. Binnen de seconde schoot het door mijn hoofd: Daar gaat mijn Champions League!. De grond zakte onder mijn voeten weg.”

Naar verluidt hoorde men je schreeuwen tot in de naburige kamers.

“De pijn was erg, mijn voet leek los aan mijn been te bengelen, maar ik riep vooral uit onmacht, omdat ik wist dat al die mooie momenten waar we als ploeg zo hard voor geknokt hadden in een vingerknip weg waren. Eerst hoopte de medische staf nog even dat het zou meevallen, omdat mijn achillespees niet omhoog gerold was. Maar zelf wist ik dat het over en uit was en maakte me geen illusies.”

Van de Luminus Arena ging het meteen naar het ziekenhuis.

“Jan (Theunis, nvdr), de hoofdkine, reed me naar het hospitaal. Net voordien had ik van in de kleedkamer mijn vrouw Kristy thuis in Hasselt en mijn ouders in Australië al gebeld. Het was in Sydney 7 uur ’s avonds, dus ze waren nog wakker. Ze hebben me proberen te troosten, omdat ze wisten dat ik zo naar dit seizoen had uitgekeken. Een uur na het voorval lag ik al onder de scanner. 85% van mijn achillespees was afgescheurd, dat wordt beschouwd als een volledige scheur. Ik moest dus onder het mes. De dokter zei dat hij meteen kon opereren en vroeg wat ik wilde. Jij bent de expert, kies jij maar, heb ik geantwoord. De zwelling was op dat moment nog miniem, dat was een voordeel. Dus lag ik plots op de operatietafel, terwijl er twee uur voordien nog niks aan de hand was geweest.”

Wat dacht je toen je ontwaakte na de operatie?

What a crazy day… (Stilte) Mijn gezin wachtte me op in de ziekenhuiskamer. Die eerste dagen was ik vooral ontgoocheld en ook wel kwaad. Waarom overkwam mij dit? Maar de berichten van ploegmaats, supporters, bestuur, staf… hebben me er doorheen gesleurd. Het waren er echt duizenden. Nu krijg ik nog steeds boodschappen op social media van mensen die ik niet eens ken. Een geblesseerde speler is vaak een eenzame speler. Het respect dat de fans tonen, raakt me. Want ik weet ook dat ik niet de beste keeper van de hele wereld ben, maar ik zal me altijd voor 100% geven. KRC Genk is mijn passie. Dat beseffen zij blijkbaar ook.”

Kon je de slaap wel vatten na de operatie?

“Ik zat die eerste week onder de pijnstillers, maar heel goed sliep ik niet. Want ik moest op mijn rug liggen om te slapen, met mijn voet op enkele kussens en een pak ijs eromheen gezwachteld. Dat was ik niet gewoon. Ik voelde overal iets en was bang dat ik meer schade opgelopen had dan dat de dokters wisten. Ook nu slaap ik nog moeilijk, want ik doe helemaal niks overdag, dus ben ik ’s avonds niet moe.”

Wat doe je dan inderdaad een hele dag lang?

“Het zijn slow days, trage dagen. (Grijnst) Ik kijk vooral televisie. ‘La Casa de Papel’ ben ik nu aan het verslinden. Tegen dat ik weer fit ben, zal ik elke serie en film bekeken hebben die er op Netflix staat. Ook ‘Masterchef Australia’ volg ik, omdat ik graag kook. Voor mijn blessure maakte ik elke dag eten klaar. Pasta met kip en spek, is mijn specialiteit. De vaste maaltijd daags voor de match. Nu kom ik niet verder dan het snijden van groentjes, om mijn vrouw Kristy toch een beetje te kunnen helpen.”

Je postte een foto van je litteken op Instagram, dat was even schrikken.

“Die foto is zeven dagen na het ongeluk genomen. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik het litteken zag, want na de operatie hadden dokters mijn been direct ingegipst. Ik wist niet wat ik moest verwachten. Toen ik mijn been zag, was ik geschokt, it hit me hard. Zo erg had ik het niet verwacht. In totaal kreeg ik twintig hechtingen in mijn been. Intussen zijn die verwijderd en ziet de wonde er netjes uit.”

Je liet je ook aan je oog opereren.

“Er zat een vlekje rond mijn pupillen, door de vele jaren die ik in Australië in de vlakke zon voetbalde. Het felle UV-licht beschadigde mijn ogen. Niet dat mijn zicht er onder leed, maar ik merkte het elke dag wel op in de spiegel en het voelde vreemd, alsof er heel de tijd iets in mijn oog zat. Ik kon de operatie nooit eerder laten uitvoeren omdat er een herstel van acht tot tien weken volgde. Nu lukte dat wel.”

Plots ben je afhankelijk van anderen, ook dat moet vreemd aanvoelen.

“Ik heb al vaker tegen Kristy gezegd: als we deze periode doorkomen als getrouwd koppel, dan kunnen we alles aan (lacht). Dat is ons eerder ook al gelukt (zoontje Harley kreeg in 2017 een levertranspantatie, nvdr). Kristy zit nu met twee kinderen opgescheept: met Harley en met mij. Want ook ik moet bij alles geholpen worden, dat geeft mij een machteloos gevoel en bezorgt haar extra werk. Aanvankelijk moest er ook elke dag een verpleegster langskomen om me een injectie tegen bloedklontering te geven. Die spuiten kan ik intussen zelf zetten.”

Heb je er ooit aan gedacht dat deze blessure het einde van je carrière zou betekenen?

“Neen, ik blijf positief, maar besef wel dat het mogelijk het einde kan betekenen. Wait and see. Er zijn gelukkig genoeg spelers die helemaal teruggekeerd zijn na dezelfde blessure. Denk maar aan David Beckham, hij stond er al opnieuw na zes maanden. Vermoedelijk heb ik negen tot twaalf maanden nodig. Ik blijf positief en ga mezelf zeker niet onder druk zetten, want als ik te snel terugkeer en dezelfde achillespees scheurt weer af, is mijn carrière zeker over en uit. Dit is mijn allereerste zware blessure in de 17 jaar dat ik profvoetballer ben. Dus mag ik niet klagen. Eerder brak ik mijn hand al wel eens en na een botsing met Sébastien Dewaest tijdens de match tegen Slavia Praag moest ik ook met de brancard van het terrein gedragen worden. Maar telkens beet ik op mijn tanden en stond ik er de wedstrijd nadien weer. Mijn pijngrens ligt erg hoog. Alleen schiet ik daar niks mee op bij een afgescheurde achillespees, daar kan je gewoon niet mee voetballen.”

Geert Devlieger stak je ook een hart onder de riem.

“Onze keeperstrainer Guy Martens had gelezen dat Geert ook te kampen heeft gehad met een afgescheurde achillespees. Guy had hem gevraagd om me een berichtje te sturen. Dat wilde Geert niet, hij wilde me zelf komen bezoeken in Hasselt. Een topkerel.”

Wanneer zal je van dat vervelende gipsverband verlost zijn?

“Normaal gezien volgende week. Dan krijg ik een speciale laars die mijn gips moet vervangen. Ik kan hem dan ook effe verwijderen om te douchen, maar moet hem natuurlijk zoveel mogelijk dragen. Tot nu toe heb ik elke week een nieuw gipsverband gekregen. De eerste drie weken was het een zachte gips en stond mijn voet bijna in één lijn met mijn scheenbeen, om de achillespees zo lang mogelijk te rekken. Bij elk nieuw verband werd er meer en meer een hoek richting 90 graden gemaakt. Ik hoef je niet te vertellen hoeveel pijn dat doet.”

Je loopt ook al meer dan een maand op krukken.

“Een verschrikking. Naar het toilet gaan, is de hel. Dan pas besef je hoe gelukkig je mag zijn als je gezond bent. Want ik ben natuurlijk niet blij met deze blessure, maar kan ze ook relativeren. In vergelijking met wat andere mensen moeten doorstaan, is dit een lachertje. Mijn eerste paar krukken heb ik naar de vaantjes geholpen. Ze lagen achter me in de auto - want ik mag zelf wel met de wagen rijden - en toen ik mijn zetel achteruit schoof, plooiden ze helemaal. Met de speciale laars zal het allemaal iets gemakkelijker worden, maar toch zal ik echt opnieuw moeten leren lopen, ik zal het zes weken niet meer gedaan hebben.”

Je bent het gewoon om elke dag hard te trainen, plots kan je bijna niks meer doen. Je lichaam schreeuwt waarschijnlijk: Hei, hoe zit het, Danny!?.

(Lacht) Mijn lichaam sputtert inderdaad tegen. En ik moet opletten dat ik toch fit blijf. In het begin liet ik me al eens gaan, kwamen er enkele pizza’s aan te pas, dat troostte me een beetje. Comfort eating.(Grijnst)

Na de zege tegen Anderlecht stond je op het terrein te feesten met je krukken hoog in de lucht.

“Dat voelde fantastisch, zeker toen de fans mijn naam scandeerden. Het was niet gepland om het terrein op te wandelen, maar toen ik in de spelerstunnel iedereen had gefeliciteerd, zeiden Guy Martens en de voorzitter me dat ik mee moest vieren met mijn ploegmaats. Een emotioneel moment, dat ik nooit van mijn leven zal vergeten.”

Wat was het moeilijkste moment tot nu toe?

“Die eerste dag en de loting van de Champions League. Ik was blij voor de jongens en hoopte dat we in Groep F zouden terechtkomen, met Barcelona, Dortmund en Inter. Maar onze poule is ook fantastisch. Toen ik die namen zag, werd ik er weer met mijn neus bovenop geduwd: dit moet ik allemaal missen.”

Ik wil het er niet opnieuw in wrijven, maar Liverpool en Napoli zijn inderdaad legendarische tegenstanders.

“Zo is dat. Mijn laatste match met Sydney was tegen Liverpool, een vriendschappelijk duel. We verloren met 0-3, Steven Gerrard draafde voor één keer nog eens op bij de Reds én scoorde. Onvergetelijk. Maar ik heb nog nooit in Liverpool op Anfield gespeeld. En dat zal er dus niet meteen van komen.”

Zal je de wedstrijden volgen?

“Ja, de thuismatchen sowieso, ik wil de boys steunen, riding the wave with them. Alleen het thuisduel tegen Salzburg zal ik moeten missen, omdat ik eind oktober voor zes weken naar Sydney terugkeer. Er is me aangeraden om nu eens echt vakantie te nemen en even niet aan voetbal te denken. Dat kon tot nu toe nooit, door het drukke programma bij Genk en de nationale ploeg. Als ik in Australië ben, zal ik in het holst van de nacht om een uur of vier moeten opstaan voor de wedstrijden van de Champions League. Maar dat doe ik met veel plezier.”

Om Gaetan Coucke die fantastische wedstrijden te zien spelen. Heb je met hem gesproken na je blessure?

“Heel vaak zelfs. Voor zijn debuut in Mechelen heb ik hem nog enkele tips gegeven en veel geluk gewenst. Dit is zijn kans, waar hij hard voor gewerkt heeft. Zo gaat dat in voetbal.”

Waar kijk je naar uit in je eerste echte vakantie sinds lang?

“De Melbourne Cup. Dat is dé paardenrace in Australië, the race that stops the nation, want als ze van start gaat, wordt er niet meer gewerkt, iedereen kruipt voor tv of luistert naar de radio. Ik herinner me nog dat er dan op school vroeger ook even geen les gegeven werd. Ik kijk er ook naar uit om mijn grootmoeder eindelijk nog eens terug te zien. Ze is intussen 84 jaar en woont in een rusthuis. Het gaat niet zo heel goed met haar, daarom wil ik haar zeker bezoeken.”