Bennett grijpt schaarse sprinterskans in Oviedo, massale val ontsiert finale

Het peloton kreeg vandaag de langste etappe van de tweede Vuelta-week voorgeschoteld, maar de zwaarste was het zeker niet. Na het pittige klimwerk van de voorbije dagen, kregen de renners tussen San Vicente de la Barquera en Oviedo een iets makkelijker parcours op hun bord. De enige noemenswaardige hindernis was de Alto la Madera (8 km aan 3,5%), een helling van derde categorie. Maar toch hadden veel sprinters hun zinnen gezet op deze veertiende etappe.

Het scenario van de rit begon alvast klassiek. Zes renners vormden de vlucht van de dag. Onder hen één landgenoot: Harm Vanhoucke, 22-jarige West-Vlaming van Lotto-Soudal. Vanhoucke kreeg het gezelschap van onder anderen Silvan Dillier (AG2R) en Salvatore Puccio (Team Ineos). Maar de sprintersploegen hielden de situatie onder controle. De vluchters kregen allerminst een vrijgeleide en ze kwamen eigenlijk op geen enkel moment in de buurt van een stunt.

Het peloton naderde op zo’n 55 kilometer van de aankomst wel heel snel op de vluchters, voor Rossetto zelfs het sein om de handdoek te gooien. Maar de sprintersploegen wilden de mannen voorin ook niet te snel bij de lurven vatten. De voet werd in de achtervolging even van het gaspedaal gehaald en de voorsprong van de vijf leiders groeide daardoor weer tot boven de twee minuten.

De koplopers bereikten de top van de Alto de Madera met een voorgift van 48 seconden, maar op iets meer dan vier kilometer van de streep zat hun avontuur er dan toch op. Tosh Van der Sande probeerde voor de verrassing te zorgen met een late aanval, maar Max Richeze en Sam Bennett konden de Lotto-renner nog remonteren. Bennett haalde het uiteindelijk makkelijk en boekt zo zijn tweede ritzege in deze Vuelta. De finale werd nog ontsierd door een massale val, met Luka Mezgec als voornaamste slachtoffer. De snelle man van Mitchelton–Scott werd afgevoerd in een ambulance.

Morgen leggen de renners 154,4 km af tussen Tineo en Santuario del Acebo. Onderweg moeten de renners over drie cols van eerste categorie. Ook de streep ligt op een beklimming van eerste categorie.

“Ik zei het al eerder: als ik de benen heb, probeer ik het de laatste 500, 600 meter. Ik vond mijn versnelling echt goed, maar de laatste 300 meter kwam Bennett over me. Hij was de sterkste. Ik werd opnieuw verslagen door de sterkste renner: daar heb ik niets over te zeggen”, aldus Tosh Van der Sande na afloop van rit 14.

“De val in de laatste kilometer gebeurde net voor me. Ik zag het aankomen, ze waren aan het duwen en aan het vechten. Ik kon de val gemakkelijk vermijden. Maar die crash deed er niet toe, diegene met de sterkste benen won. Dan mag je niet ontgoocheld zijn, denk ik. Ik doe mijn best en als je dan verslagen bent zoals het nu gebeurde, dan mag je niet ontgoocheld zijn.”

Voor de 28-jarige Van der Sande is het al de tweede topdrieplaats in deze Vuelta. Eerder werd hij ook al derde in de achtste etappe van Valls naar Igualada.