Direct naar artikelinhoud
In mei heeft de kiezer de politiek een oplawaai verkocht. Maar de partijen zijn niet onder de indruk
Column

In mei heeft de kiezer de politiek een oplawaai verkocht. Maar de partijen zijn niet onder de indruk

De politieke actualiteit volgens UGent-politicoloog en De Morgen-columnist Carl Devos.

Volgens een optimistische verwachting vallen de Vlaamse en de Waalse formatie eind deze week in hun plooi. Dan kan eindelijk de federale formatie starten.

Bart De Wever duwde in die federale formatie Groen buiten, nadat hij in de Vlaamse ondanks zijn bourgondische voorkeur voor Zweeds was gegaan. Die Vlaamse keuze maakte de federale regeringsvorming nog moeilijker, zeker als de PS ook Ecolo meebrengt. 

En wat met de sp.a, die enkel wil besturen als ze noodzakelijk is, wat in de huidige setting niet zo is. Wellicht eist de PS dat de Vlaamse kameraden toetreden, om het evenwicht te bewaren. Maar alles is voorlopig theorie, zolang de PS en de N-VA niet eerst eens goed doorpraten. 

Bij Open Vld leggen ze met plezier al die druk bij de N-VA. Die had dan ook haar Vlaamse coalitiepartners verboden federaal alleen te handelen. Het is niet uitgesloten dat we weer in het drijfzand van 2010 wegzakken. Toen was veel tijd nodig vooraleer N-VA er naar eigen zeggen ‘uit geduwd’ en volgens anderen ‘uit gestapt’ is.

Onbetreden paden

De federale formatie verloopt bizar, zonder enige haast en langs onbetreden paden. Zelfs die creativiteit leverde geen doorbraak op. 106 dagen na de verkiezingen moet nog steeds tijd gerekt worden, want het is ‘te vroeg’. Hoewel Vande Lanotte (sp.a) en Reynders (MR) veel meer deden dan we van informateurs gewoon zijn. Rondetafelconferenties met partijvoorzitters, partijen in een afvallingsrace van tafel laten schuiven, een preformatienota, dat is meer dan enkel het landschap aftasten.

Hoewel we al sinds 21 december 2018 – of 262 dagen – in lopende zaken zijn, zit er geen spoed in de federale formatie. Politici nemen het, schouderophalend, vrij luchtig op. En beperken zich tot nietszeggende verklaringen die vooral naar de ander wijzen. De zwaarste budgettaire sanering in dertig jaar, een dreigende recessie, en zo veel dringende – klonk het toch in mei – uitdagingen die al maanden stof vergaren…, niets helpt voorlopig. 

Nochtans zouden politici, die er niet in slagen uitdagingen als mobiliteit, klimaat, energie, integratie, begroting, pensioenen en ga zo maar door geruststellend aan te pakken, zeer bescheiden, dienstig en gedreven moeten zijn. Maar de lichtzinnigheid van de campagne blijft hangen. Electorale berekeningen evenzeer. Zelfs binnen de Wetstraat wordt den toestand als een ‘algemene malaise’ omschreven. Wie vandaag een wandeling door de partijen maakt, komt depressief thuis. 

Individuen noch specifieke partijen zijn daar verantwoordelijk voor, het is een systeemfalen. Niet enkel kiezers worden er moedeloos van. Deelstaatregeringen kunnen dat beeld hopelijk straks wat corrigeren. Voor spelletjes, zoals bij de vervanging van Charles Michel, is er wel tijd. Malgoverno voor gevorderden.

Strategische en tactische berekeningen

Op 26 mei is veel gebeurd, we weten niet precies wat allemaal. In elk geval heeft de kiezer de politiek een oplawaai verkocht. Maar de partijen zijn niet onder de indruk. Al snel domineerden strategische en tactische berekeningen. Men deed voort, op basis van de nieuwe zetelverdeling. De hoofdbekommernis: hoe gaan we naar de volgende verkiezingen? En persoonlijke belangen. De zes hoofdonderhandelaars die voor CD&V en Open Vld aan de Vlaamse formatietafel zitten, zijn allemaal kandidaat-minister. Ook elders staan carrières, binnen een regering of partij, voorop.

De politiek is na 27 mei veel met zichzelf bezig. Navelstaarderij en tunnelvisie leiden zelden tot existentiële zelfbevraging. Nochtans keren veel mensen zich af van de manier waarop ons politiek systeem functioneert. Velen zijn dat testosterontheater dat onvoldoende levert moe.

Interne partijanalyses zijn vooral gericht op de verklaring van het eigen electoraal falen en zoeken daarop een antwoord. Uit echo’s die daarover klinken, en uit de vage vertelling van kandidaat-partijvoorzitters, blijkt dat de politiek niet goed weet wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. Dat zou voor na een regeerakkoord zijn, ooit, in een werkgroep. 

De formaties zijn dringend, maar ook in regeerakkoorden moet er aandacht zijn voor een fundamentele herdenking van ons politiek systeem. Samenvallende verkiezingen met een volatiel electoraat in een vrij proportioneel stelsel, dat gaat niet meer. 

Upgrade

Maar er is zo veel meer. Die partijanalyses en existentiële voorzittersdebatten dreigen weinig effect te hebben op regeerakkoorden en wat erna komt. Geen gekibbel, minder Vlaamse parlementsleden of stemrecht zijn echt niet fundamenteel genoeg. Het moet onder andere gaan over partijfinanciering, het kies- en kamerstelsel, kabinetten, enzovoort. Ons model moet dringend upgraden, en dat is niet enkel de taak van politici. Maar als zij er niet mee beginnen, lukt het nooit. De antipolitiek mag geen vrij spel krijgen.