Direct naar artikelinhoud
Islam

‘Doodstraf aan ongelovigen’: salafisme in Nederlandse moskeescholen is ‘wake-upcall’ voor Vlaanderen

Een moslim stapt een moskee binnen in Eindhoven. De onderzoekers telden in Nederland vijftig onderwijsorganisaties met sterke salafistische invloeden.Beeld anp

Onderzoeksjournalistiek van de Nederlandse media NRC en Nieuwsuur bracht een beeld van salafistische organisaties die via moskeescholen hun orthodoxe, extreme leer verspreiden bij kinderen. ‘Dit is een wake-upcall, ook voor Vlaanderen.’ Toch is er ook nuance nodig.

‘Mensen met een andere levensbeschouwing verdienen de doodstraf.’ ‘Iemand feliciteren met kerst is een grotere zonde dan iemand feliciteren voor een moord.’ In educatieve boekjes moeten de kinderen aangeven welke straf de juiste is voor overspeligen, homoseksuelen, afvalligen of ‘tovenaars’. Het zijn maar enkele van de bevindingen in het onderzoek van Nieuwsuur en NRC in Nederlandse moskeescholen. Ze telden in totaal vijftig onderwijsorganisaties met sterke salafistische invloeden. Ook bij ons vindt de radicale islam hier en daar zijn weg via buitenschools islamonderwijs.

“Ik had het gisteren nog in het zesde leerjaar over het concept ‘beloning’”, zegt Bahattin Koçak, islamleerkracht in Beringen. “Een leerling zei dat je als martelaar rechtstreeks naar het paradijs gaat. ‘Als je je vaderland en geloof beschermt tegen de Joden, want die doen de Palestijnen zo veel leed aan, dan ga je direct naar het paradijs.’ Zoiets kan ook van een oudere broer of een ouder komen, maar meestal gaat het om jongeren die naar een weekendschool gaan. Dan heb je een kind dat durft te zeggen dat ik het verkeerd heb, en dat de leerkracht in de moskee het beter zegt.”

Zuivere islam

Dit voorjaar zei minister van Justitie Koen Geens (CD&V) in de Kamer dat in ons land de Staatsveiligheid uitgaat van bijna honderd salafistische organisaties. Het gaat dan om moskeeën, religieuze centra en onderwijsinstellingen, met minstens een salafistische imam, of een bestuur dat het salafisme aanhangt, of financiering krijgt van een ngo van salafistische aard, of met een deel van de bezoekers die het salafisme aanhangen. Tegelijkertijd waarschuwde de Staatsveiligheid voor een te simplistische benadering, bijvoorbeeld omdat het maar gaat om een “zeer kleine minderheid van de totale moslimbevolking”. 

Salafisme is een containerbegrip voor conservatieve of ultraorthodoxe moslims. Een salafist streeft naar een ‘zuivere’ islam, via een letterlijke interpretatie van de basisbronnen: de Koran en de soenna, de overgeleverde uitspraken en de handelingen van de profeet Mohammed. Die letterlijke interpretatie staat haaks op bepaalde principes van de democratische rechtsstaat, en soms is er ook sprake van een vergoelijking van de gewapende jihad, twee redenen waarom Staatsveiligheid zich erover buigt. En de Staatsveiligheid waarschuwde al meermaals voor salafistisch lesmateriaal dat via het buitenland ons land binnenkomt. 

Mustafa Burak heeft zelf een uitgeverij opgericht met lesmateriaal in het Nederlands voor lagereschoolkinderen, omdat hij vond dat er te weinig diversiteit op de markt aanwezig was. De boeken van Uitgeverij Plataan willen “jonge kinderen vormen tot verantwoordelijke wereldburgers”.

Geen controle

“Er zijn steeds meer scholen die bij ons bestellen, maar vanaf dit najaar ga ik me ook expliciet richten op verenigingen die islamlessen geven”, zegt Burak. Hij is ook islamleerkracht en merkt dat leerlingen soms met erg specifieke opvattingen komen. “Enerzijds zijn er nu eenmaal verschillende stromingen in ons land, maar anderzijds gaan ze naar weekendscholen, en je kan je afvragen hoe betrouwbaar de pedagogische achtergrond en aanpak van de lesgevers zijn.” 

In tegenstelling tot islamleerkrachten kan de inspectie geen controle doen op de leerkrachten in moskeeën. “De Nederlandse reportage is een wake-upcall dat ook de moskeeën die lessen aanbieden een leerplan en een visietekst zouden moeten hebben die openbaar wordt gemaakt”, zegt Ahmed Azzouz, inspecteur van islamleraars voor de Moslimexecutieve. “Het is aan de overheid om een wettelijk kader daarvoor te maken, en niet een uurtje godsdienst schrappen in het secundair onderwijs zoals de regeringsonderhandelaars nu overwegen.”