Direct naar artikelinhoud
Dieren

‘Zorgwekkend’ aantal pesticiden in dode mezen

Een dode mees.Beeld Velt en Vogelbescherming Vlaanderen

Het aantal pesticiden in lichamen van dode mezen is ‘zorgwekkend hoog’. Dat zeggen de Vereniging voor ecologisch leven en tuinieren (Velt) en Vogelbescherming Vlaanderen na analyses van 95 mezennesten. Heeft de bestrijding van de buxusmot er iets mee te maken?

“In totaal troffen we in de geanalyseerde mezennesten 36 verschillende pesticiden aan”, zegt Geert Gommers, expert pesticiden bij Velt. “Dat is problematisch veel.”

“We vonden zowel fungiciden (tegen schimmels), herbiciden (tegen onkruid), insecticiden (tegen insecten) als biociden terug. Opmerkelijk is dat we in 89 van de 95 onderzochte nesten DDT ontdekten.” Het gebruik van dit insecticide is sinds 1974 officieel verboden in België. “Dat DDT na al die tijd nog steeds in onze omgeving aanwezig is, is zorgwekkend.”

In amper 4 van de 95 onderzochte nesten vonden Velt en Vogelbescherming Vlaanderen geen pesticiden terug. Grommers wordt niet blij van deze resultaten: “In één nest vonden we een mix van twee insecticiden en zes fungiciden terug.”

‘Citizen science project’

Vorig jaar kregen Velt en Vogelbescherming Vlaanderen beduidend meer meldingen van ongeruste burgers. Jongen van kool- en pimpelmezen lagen dood in de nestkast. Tezelfdertijd veroorzaakten rupsen van de buxusmot veel schade in tuinen, waarna bestrijdingsmiddelen werden ingezet om dit probleem aan te pakken. 

Met de financiële steun van honderden mensen startten Velt en Vogelbescherming Vlaanderen een citizen science project. 1101 mensen die een nestkast of nestje met dode mezenjongen in hun tuin aantroffen, meldden dit via de website sosmezen.be. Uit die meer dan duizend meldingen werd een selectie van 95 nesten gemaakt. Die dode meesjes werden vervolgens opgehaald en bezorgd aan een gespecialiseerd labo waar de mogelijke aanwezigheid van pesticiden onderzocht werd.

Of er nu effectief een link is tussen de bestrijding van de buxusmot en de mezensterfte, weet Inge Buntinx, bioloog bij Vogelbescherming Vlaanderen, niet. “Op basis van deze cijfers is dit moeilijk te zeggen”, zegt ze. “Hiervoor is verder onderzoek nodig. Wel vonden we in de mezenlichamen stoffen terug die gebruikt worden in de bestrijding tegen de buxusmot.”