Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Als je je overgeeft aan de liefde, kom je gek genoeg het dichtst bij jezelf’

Julian P. Boom (l.) en Fleur Pierets in New York, zomer 2017, vlak voor de start van Project22.Beeld AFP

De Vlaamse kunstenaar en journalist Fleur Pierets schreef een boek over haar geliefde, die ruim anderhalf jaar geleden plotseling overleed. Het is onderdeel van een rouwproces dat nog lang niet ten einde is en biedt inzichten die de rouw ver overstijgen. 

Vandaag heeft ze een goede dag, zegt Fleur Pierets (46) in een Amsterdams café. Ze heeft afgesproken met vrienden en ze hoopt straks met goed gemoed terug te keren naar Antwerpen. Ze kan zelfs lachen om de nukkige huispapegaai die naast de bar zo nu en dan door het interview heen krijst.

Maar haar blik verraadt ook een ingesleten droefheid. Ze had liever een interview gegeven over het succes van Project22, een initiatief uit 2017 van Pierets en haar Nederlandse vrouw Julian Boom om hun strijd voor lhbti-rechten op een positieve manier onder de aandacht te brengen. Het idee was om met elkaar te trouwen in de 22 landen waar het homohuwelijk destijds was toegestaan. Het project kreeg wereldwijd aandacht: internationale media stonden in de rij voor een interview en ze werden openlijk gesteund en gefeliciteerd door beroemdheden als acteur Ashton Kutcher en kunstenaar Jeff Koons.

Op 20 september 2017 verrichtten ze in New York zelf de aftrap van hun wereldtournee. Ze trouwden vervolgens in Amsterdam, Antwerpen en Parijs. Maar toen ging het mis. Boom kreeg steeds vaker hoofdpijn en raakte oververmoeid. Op 22 januari 2018, drie maanden na de start van Project22, overleed ze aan de gevolgen van hersentumoren. Haar dood kwam zes weken na de diagnose.

Na het overlijden van haar vrouw schreef Pierets Julian. In dat boek schrijft ze minutieus over de periode na het noodlot, hoe rouw haar verscheurde en haar in het duister achterliet. Maar ze beschrijft ook haar eerste ontmoeting met Boom, die toen nog als hydrograaf werkte, over haar alter ego als drag king en over hun ‘positieve activisme’ om lhbti-rechten onder de aandacht te brengen. “Ik heb Julian beloofd het boek te schrijven.”

Wanneer heeft u voor het laatst gelachen om een herinnering aan Julian?

“Ik hoop dat het een fase is, maar lachen om herinneringen vind ik nog moeilijk. Ik kan me nu enkel de dingen herinneren waarvan ik spijt heb, de momenten bijvoorbeeld waarop ik kwaad op haar was. Was dat nodig, denk ik nu. Ik weet dat er genoeg positieve herinneringen zijn en kan slechts hopen dat ik ooit ook daaraan kan denken. De herinneringen waarbij ik een schuldgevoel ervaar hebben nu nog de overhand.”

Wanneer heeft u voor het laatst om haar gehuild?

“Vanochtend, toen ik ontwaakte en me weer realiseerde dat ze niet naast me lag. Dat dit het is, dat ze er niet meer is. Dat besef voelt zo ongelooflijk wreed. Het verdriet ligt voortdurend als een soort ruis over alles wat ik doe en beleef. Ik vind het ook een griezelige gedachte dat ik me misschien wel nooit meer honderd procent oké zal voelen. Soms verlopen de dagen vlot, op andere dagen kan ik ’s ochtends alleen voetje per voetje de trap af lopen. Rouwen is op de een of andere manier heel fysiek, ik kan soms letterlijk in elkaar krimpen van de pijn. En het overvalt me iedere keer weer.

“Onlangs was ik curator van het Queer Arts Festival in Antwerpen. Dat had ze geweldig gevonden. Ik heb fantastische optredens gezien en mooie mensen ontmoet. Juist op zulke momenten ben ik me ervan bewust dat Julian dit ook prachtig had gevonden. Ik heb uiteindelijk vier dagen nodig gehad om ervan bij te komen. De heftigste mokerslagen komen wrang genoeg na een fijne avond.

“Ik kan soms ook uit het veld geslagen zijn door mensen die vragen hoe het met mij gaat, om vervolgens hun eigen rouwverhaal bij mij neer te leggen. Dat is heftig, en sinds Julians dood heb ik al zo weinig energie. Ik kan me soms zodanig leeg voelen na zulke gesprekken dat ik om drie uur ’s middags weer in bed moet liggen.

“Natuurlijk ben ik ook dankbaar dat vreemden mij op straat aanspreken en ik begrijp ook goed dat ze dat doen omdat ze menen zich te herkennen in mijn rouw. Maar ik zit nog in overlevingsmodus. Echt, ik wilde dat ik er voor ze kon zijn.”

Er zijn ook lichtpuntjes tijdens haar rouwproces, benadrukt Pierets. Enkele maanden na Booms overlijden verbleef ze tijdelijk in New York. Tijdens een bezoek aan een tentoonstelling werd ze benaderd door een man. De ontmoeting deed haar even vermoeden dat toeval niet bestaat.

“Die man had net in The Huffington Post een artikel gelezen over Project22 en Julians dood. Hij was daar zo door getroffen dat hij er iets mee wilde doen. Hij was een uitgever en wilde het verhaal van Project22 in een kinderboek verwerken waarin Julian en ik onze tour afmaken en nog lang en gelukkig leven. Dus hij had zich voorgenomen zo snel mogelijk mijn contactgegevens te achterhalen. En daar stond ik ineens voor zijn neus, in een miljoenenstad, terwijl ik er niet eens vandaan kom. Dat was heel bijzonder.”

Fleur Pierets en Julian tijdens hun huwelijksceremonie in FrankrijkBeeld RV © Mahdi Aridj

Hoe geeft u nu betekenis aan het leven?

“Ik zou de rest van mijn leven in bed kunnen liggen en daar zou niets mis mee zijn. Aan de andere kant voel ik de noodzaak  me uit te spreken, te schrijven en lezingen te geven. Niet als professioneel rouwer, maar om mensen misstanden te laten zien die zij wel kunnen veranderen. Dat doe ik ook in het boek en zo had Julian dat gewild. 

“Wist je bijvoorbeeld dat in de Verenigde Staten jaarlijks 1,8 miljoen kinderen tussen de 12 en 22 jaar zelfmoord overwegen omdat ze uitsluiting ervaren vanwege hun geaardheid? Uit een studie blijkt dat de steun van maar één volwassene nodig is om die suïcidale gedachten met 40 procent te verminderen. Ik zou mensen willen bewegen een steunpilaar voor zo’n kind te zijn, dat kind te vertellen dat het oké is en dat het allemaal beter gaat worden.”

Waar put u nog meer steun of energie uit?

“Naast mijn vrienden en mijn familie heb ik veel gehad aan de Facebook-gemeenschap. De liefde die ik via mails en berichtjes heb mogen ontvangen, is zo fijn. Sommige mensen sturen nog steeds om de week een lief gedichtje of wensen me een goed weekend.”

Er zijn mensen die ongemakkelijk worden van publiekelijk rouwen op sociale media of in de literatuur, omdat rouwen als iets intiems wordt beschouwd.

“Het is ook intiem, maar op Facebook vertellen wat je die dag hebt gegeten is veel persoonlijker. En dan nog: waarom zou je niet openlijk mogen rouwen?

“Het ongemak ligt eerder in het feit dat het iedereen kan overkomen. Ik las wel eens tekstjes van mensen die boeken over rouw, zoals Tonio van A.F.Th van der Heijden of I.M. van Connie Palmen, ‘commerciële uitbuiting’ vonden of zelfs ‘pervers’ noemden. Hoe durf je zoiets te zeggen, denk ik dan.”

Vreest u dat u ook dat verwijt krijgt?

“Er zijn vast mensen die mijn verhaal slecht, overdreven of te intiem vinden, maar ik wéét dat ik het beste boek heb geschreven dat ik kon schrijven. Die gedachte is mijn schild en daarom zal negatief commentaar mij niet snel kunnen raken. Vroeger was ik heel erg bezig met wat andere mensen van mij vonden. Maar sinds Julian is gestorven, trek ik me daar niets van aan.”

Na de dood van Boom probeert Pierets zo veel mogelijk getuigenissen van weduwen en zelfhulprouwboeken te lezen. In Julian komt ze tot de conclusie dat ze  als lesbische weduwe minder aansluiting  vindt bij deze verhalen. ‘De meeste weduwen zijn ouder en hebben een volledig leven met hun partner achter de rug’, schrijft ze. ‘Bijna iedereen heeft kinderen, en bijgevolg een noodzaak om hun bed uit te komen.’

Waarin verschilt uw ervaring?

“Het is meer een mentaliteitsverschil. Voordat ik Julian ontmoette, was ik tien jaar getrouwd met een fantastische en gevierde schrijver, Jeroen Olyslaegers. Toen ik verliefd werd op Julian had ik aanvankelijk moeite met het label ‘lesbienne’. Want, dacht ik naïef, je wordt toch gewoon verliefd op een mens? Maar met een niet-heteroseksuele relatie komt de onvermijdelijke confrontatie met een andere realiteit waarin veel lhbti’ers leven, een realiteit waarin mensen bijvoorbeeld hun baan, gezin en huis verliezen omdat ze niet hetero zijn. Wanneer je je daarvan bewust wordt, wordt je seksualiteit vanzelf een identiteit, of je nu tegen labels bent of niet.

“Daarnaast kent het leven van hetero’s over het algemeen het volgende verwachtingspakket: je trouwt, krijgt kinderen en je koopt een huis. Als je bent geboren als gay, vallen die verwachtingen eerder weg. De kans dat je in de marge belandt, is groter. Je hebt minder handvatten en je moet je eigen pad vinden. Dat maakt, en hiermee begeef ik me misschien op glad ijs, dat ik als rouwende lesbienne een boek van een rouwende hetero anders lees.

“Toen ik, als eerbetoon aan Julian,  vlak na haar dood op YouTube een filmpje van ons postte, heb ik de volgende dag de reactieknop moeten uitschakelen. Mensen reageerden zo hard en wreed op haar dood vanwege onze geaardheid – en zo massaal ook. Dat overkomt een heteroseksuele weduwe niet snel.”

Wat kunnen anderen leren van de liefde die jullie zeven jaar met elkaar hebben ervaren?

“Volledige overgave. Toen ik haar ontmoette had ik genoeg redenen kunnen bedenken om geen relatie met haar aan te gaan: ze woonde in Amsterdam, ik in Antwerpen. Ze was vijf jaar jonger dan ik en ze was vaak in het buitenland voor haar werk. Maar we zagen elkaar en we waren op slag verliefd. We hebben toen los van elkaar besloten om niet de hindernissen te benadrukken. Tussen ons waren er ook nooit van die typische relatiedrama’s waarbij iemand zich emotioneel terugtrekt en de ander maar moet gissen naar de oorzaak. Als een van ons niet lekker in haar vel zat, dan werd dat direct uitgesproken. Als je je overgeeft aan de liefde, kom je gek genoeg het dichtst bij jezelf.”

Tijdens haar verblijf in New York maakte Pierets nog een bijzondere ontmoeting mee, met zanger Nick Cave, die anderhalf jaar eerder zijn 15-jarige zoon had verloren na de val van een klif. Tijdens Cave’s Conversations with Nick Cave-tour lukte het haar hem een vraag te stellen.

Wat heeft u hem gevraagd?

“Ik wilde hem ontmoeten omdat ik zo jaloers op hem was. Na de dood van zijn zoon stelde hij dat je de aanwezigheid van je overleden dierbaren kunt voelen, als je er maar in gelooft. Toen ik dat las, heb ik alles geprobeerd: ik heb in het donker hardop in de woonkamer tegen haar staan babbelen, ik heb haar aanwezigheid in elke kamer gezocht, ik probeerde tekens te zien. Maar het lukte me niet. Wat doe ik verkeerd dat ik haar niet kan zien, dacht ik dan kwaad.

“Dus mijn vraag was: hóé dan? Het kwam er heftig uit, maar ik was zo wanhopig. Achteraf kreeg ik e-mails van mensen in de zaal die me schreven dat ze met ingehouden adem hadden toegekeken. Nick Cave herhaalde daarop zijn stelling: door te doen alsof. Dat mensen die in God geloven het ook zo doen. En dat dat soms de enige manier is om de pijn te overleven.”

Is het u na die ontmoeting wel gelukt?

“Nee, ik ben een ander type mens. Ik kan niet doen alsof, zo zit ik niet in elkaar. Dan had ik ook al lang andere zaken kunnen oplossen, zoals racisme en homohaat laten verdwijnen door maar hard genoeg te denken dat het niet bestaat. Maar bovenal kan ik met de beste wil van de wereld niet geloven dat het leven een bepaalde bedoeling heeft. Want dan zou ik een reden moeten bedenken voor de dood van Julian, die op haar 40ste zo gruwelijk aan haar einde is gekomen. Er is geen excuus voor dit soort lijden.”

In het begin van uw boek stelt u een ultimatum van twee jaar om uzelf te herpakken. Als u dan nog steeds in diepe rouw verkeert, staat u uzelf toe om ‘uit dit leven vertrekken’. Over enkele maanden is het twee jaar geleden. Waar staat u nu?

“Op dagen dat het redelijk goed gaat, heb ik effectief het gevoel dat ik nog iets kan en wil bijdragen. Maar ik vind het leven nog altijd minder fijn zonder Julian. Dat ultimatum heb ik mezelf destijds gegeven omdat ik het nooit in een opwelling zou willen doen. En ik had natuurlijk nog dat boek om te schrijven. Julian wilde dat, dus ik heb het haar beloofd.

“Het is een geruststellende gedachte dat die optie er altijd zal zijn, ook na die twee jaar, net als voor ieder ander. Maar dan denk ik weer aan die 1,8 miljoen kinderen in de Verenigde Staten die suïcidale gedachten hebben en dan realiseer ik me dat er nog veel werk te verzetten is.”

Wanneer Booms dood nadert, komen haar ouders voor het eerst, summier, aan bod in het boek. Ze willen hun dochter zien, maar Boom heeft zes jaar daarvoor het contact met hen verbroken om redenen die niet in het boek worden genoemd. Ze weigert haar ouders te ontvangen aan haar sterfbed. 

Heeft u Julians ouders na haar dood nog gesproken?

“Ik heb ze niet meer gesproken en ik ken ze eigenlijk niet zo goed. Ik denk wel vaak aan ze: het moet ongelooflijk pijn doen om een dochter te verliezen. De reden dat Julian haar ouders niet meer wilde zien, heb ik bewust buiten het boek gehouden en kan ik niet vertellen. Dat is iets tussen Julian en haar ouders. Het is niet aan mij om dat verhaal te vertellen.”

Hoe heeft de dood van Julian u veranderd?

“Ik ben minder uitbundig en vrolijk. Misschien komt dat ooit nog terug, maar ik ben harder geworden sinds ik heb ondervonden hoe het is om de liefde van je leven te ontmoeten en haar zeven jaar later voorgoed te verliezen. Sinds haar dood ben ik niet alleen verdrietig, maar ook zo vreselijk kwaad. Soms vraag ik me af of het anders zou zijn geweest als ze bijvoorbeeld zou zijn doodgereden door iemand. Dan had ik mijn woede tenminste op de dader kunnen richten. Nu ben ik alleen maar kwaad op het leven, en tegelijkertijd besef ik dat het zo’n onzin is. Woede vertroebelt alleen maar. Maar ik moet iets met die kwaadheid, want voor mijn werk wil ik het niet gebruiken. Ik wil werken vanuit liefde, zoals Julian dat deed. Liefde was ook het vertrekpunt van Project22.”

Wat gaat er nu gebeuren met dat project?

“Ik ben ingegaan op het aanbod van de uitgever die ik in New York ontmoette. Er komt dus nog een kinderboek, dat volgend jaar in het Nederlands wordt vertaald, maar daarna stopt het. Als ik hierna nog iets aan Project22 verbind, zou dat als uitbuiting voelen.

“Nu ben ik van plan een documentaire te maken over homorechten in landen waar die nog niet gewaarborgd zijn in de wet. Ik wil de dynamiek achter de homofobie onderzoeken: waar die angst vandaan komt en wat homofobe mensen nu eigenlijk precies vrezen voor de toekomst. Voor mij is dat de effectiefst vorm van activisme. Het voelt nog spannend, maar ik heb er zin in.”

Fleur Pierets: Julian. Das Mag; 339 pagina’s, € 22,99

‘Rouwen is op de een of andere manier heel fysiek, ik kan soms letterlijk in elkaar krimpen van de pijn. En het overvalt me iedere keer weer’

‘Onze liefde was volledige overgave’

Ik vind het leven nog altijd minder fijn zonder Julian

‘Ik ben harder geworden sinds ik heb ondervonden hoe het is om de liefde van je leven te ontmoeten en haar zeven jaar later voorgoed te verliezen’