Direct naar artikelinhoud
Column

Nog voor ik mijn vraag gesteld heb, weet ik al hoe naïef ze klinkt. Ik vraag het toch

Nog voor ik mijn vraag gesteld heb, weet ik al hoe naïef ze klinkt. Ik vraag het toch
Beeld Bob Van Mol

Auteur Lize Spit en haar Nederlandse collega Bregje Hofstede, allebei 31, vertellen beurtelings over hun leven.

Van de ‘cava 1+1 gratis’ met het vrolijke etiket dat ik online via delhaize.be had aangevinkt in mijn sporadische bestelling met grote, niet met de fiets te vervoeren boodschappen, wordt er slechts één fles geleverd. Ik bel het nummer dat op de website vermeld staat en word geholpen door een man met een zucht in de stem, alsof zijn keel een lekkage heeft. “Ja, 1+1 gratis, maar je moet die gratis fles wel in je mandje slepen, dat doe je in de fysieke winkel toch ook, je laat twee producten scannen en je betaalt er slechts eentje.”

“Je hebt gelijk.”

We hangen op. Ik ga opnieuw kijken en inderdaad, de kleine lettertjes vermelden: 50 procent korting bij ­aankoop van twee flessen.

Ik zou het erbij gelaten hebben, mocht het etiket van de fles die op tafel stond niet zo’n arrogant vrolijk opschrift hebben gehad: ET TOI, CA VA? Eigenlijk wilde ik deze fles cava juist omwille van dit vrolijke opschrift en ik wilde er niet eentje, nee, ik wilde twee flessen voor de prijs van één, dan kon ik bij het opbergen van de tweede fles onthouden: déze was gratis, deze zou ik openmaken op een dag waarop niets volgens plan verliep.

Ze hebben me dus niet enkel de fles ontnomen, ook de mogelijkheid te toosten op een mislukte dag, en daarom bel ik opnieuw naar de zuchtende man met de vraag of ik in een Delhaize op vertoon van factuur en fles de tweede toch nog gratis meekrijg. “Want zeg nu eens eerlijk meneer, ik ben toch vast niet de enige klant die zich door jullie laat vangen?”

“Momentje, juffra.”

Ik word doorgeschakeld, en nog eens, en nog eens, ik hang nu al 22 minuten aan een betalende lijn – niet ­opgeven, denk ik, al had ik met het geld dat wegsijpelde vast lang een fles cava kunnen aanschaffen.

Er is niemand aanwezig die mijn vraag kan beantwoorden, ze zullen me terugbellen – oké, daag.

Met de fles in de rugzak fiets ik naar de kinesist, zo’n zes kilometer bergop naar Etterbeek, ik vrees dat de zweetvlek op mijn rug flesvormig zal zijn. Mijn wervels worden gekraakt. Onderweg naar huis maak ik een omweg langs mijn vaste Delhaize aan de Anspachlaan.

Nog voor ik mijn vraag gesteld heb, weet ik al hoe naïef ze klinkt. Ik vraag het toch, wie weet heeft deze man geen zin om een jonge vrouw teleur te stellen die haar best doet in het Frans te spreken. “Het is niet onze fles,” zegt de man, “wij zijn een franchisezaak. Probeer het bij de Delhaize die jouw levering deed, aan Veeweyde.”

In de hoek van mijn gezichtsveld bevindt zich het ­promo-wijnrek met vrolijke etiketten: ‘ET TOI, CA VA? Nu tijdelijk: 1+1 gratis!’ Heel even overweeg ik de hele ­voorraad te kopen en in een tot aan de nok gevulde, doorhangende taxi naar huis te rijden, 100 + 100, drie maanden lang het glas heffen op alles wat niet goed gaat.

Ik verlaat de winkel, maak mijn fiets weer los, buig stroef voorover. Je zou denken dat bij dat vooroverbuigen de fles uit mijn rugzak tuimelt en op de grond openspat, bruisende bubbels op de stoep – een verdiende ontknoping voor een antiheld die zich stiekem al verheugde op de volmaakte anekdote die het achteraf zou opleveren – maar nee, zelfs dát niet.

Lize Spit

Foto Damon De Backer