2015 Robert Nickelsberg

Vlaamse jongeren eten gezonder maar bewegen te weinig

Vlaamse jongeren zijn tevreden over hun leven. Ze eten beter, ze roken en drinken minder maar ze bewegen te weinig en hebben meer psychologische klachten. Dat blijkt allemaal uit een vierjaarlijkse studie die de Universiteit Gent uitvoerde. 

Om een beeld te krijgen van de gezondheid en het welbevinden van de Vlaamse jongeren, hebben onderzoekers van de Universiteit Gent meer dan 11.000 jongeren tussen 11 en 18 jaar bevraagd. Dat onderzoek wordt om de vier jaar gehouden en past in het internationale Health Behaviour in School-aged Children-studie (HBSC) in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie.

In 2018 zijn jongeren over het algemeen gezond en vrij tevreden over hun leven. Ongeveer negen op tien jongeren duiden een hoge levenstevredenheid aan en 85 procent van de jongens en 90 procent van de meisjes beoordelen hun gezondheid als goed of uitstekend. Jongeren melden opvallend minder vaak lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn, rugpijn en duizeligheid tegenover de bevraging in 2014.

Toch zijn er ook minder gunstige ontwikkelingen in de gezondheid van jongeren, vooral dan op psychologisch vlak. Iets meer jongeren dan vroeger geven aan meer humeurig, zenuwachtig of futloos te zijn. Vooral de toename van jongeren die slaapproblemen hebben, valt op. Over een periode van 16 jaar steeg het aantal jongens met slaapproblemen van 17 procent naar 24 procent en het aantal meisjes van 21 procent naar 30 procent.

Minder roken en drinken

Uit de studie blijkt dat jongeren minder zijn gaan roken in de afgelopen vier jaar. In 2014 rookte nog 9 procent van de jongens en 6 procent van de meisjes. Die cijfers zijn gehalveerd naar 4 procent bij de jongens en 2 procent van de meisjes. 

Ook het alcoholgebruik werd onderzocht. Drie op de tien jongeren drinken minstens eenmaal per maand alcohol. Ten opzichte van 2014 blijft dit cijfer stabiel voor de meisjes maar is er een opmerkelijke verbetering voor de jongens vastgesteld. Toen dronken nog vier op de tien jongens van 11 tot 18 jaar minstens eenmaal per maand alcohol.

Grote meerderheid zit te lang voor een scherm

Jongeren moeten volgens de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie dagelijks minstens 60 minuten matig tot intensief bewegen. Slechts 21 procent van de jongens haalt deze richtlijn en bij de meisjes is dit zelfs maar 14 procent. Toch is er een gunstige evolutie ten opzichte van 2014 waar te nemen, al is die heel klein. Toen haalden nog minder jongeren de beweegnorm. 

Naast een gebrek aan beweging, hebben jongeren ook te veel schermtijd. Minder dan 10 procent van de jongens en meisjes voldoet aan de norm van maximaal twee uur schermtijd per dag. Dit is net zoals in 2014 ondermaats.

Het frisdrankgebruik zou zoveel mogelijk beperkt moeten worden.

Maxim Dierckens, onderzoeker Universiteit Gent

Meer dan de helft van de Vlaamse jongeren eet dagelijks groenten. De dagelijkse consumptie van fruit ligt lager: slechts 33 procent van de jongens en 42 procent van de meisjes zegt dagelijks minstens één stuk fruit te eten.

De jongeren doen het daarentegen beter dan vroeger wat betreft de consumptie van frisdrank. Een minderheid van de jongens (29 procent) en van de meisjes (20 procent) zegt dagelijks frisdrank te drinken.

"Er is zeker nog ruimte voor betering", zegt Maxim Dierckens van de Universiteit Gent. "De richtlijnen schrijven voor dat je dagelijks groenten en fruit zou moeten eten en niet alle jongeren slagen daarin. Ook het frisdrankgebruik zou zoveel mogelijk beperkt moeten worden, maar toch zien we dat er nog heel wat jongeren regelmatig frisdrank drinken."

Deze cijfers zijn opvallend beter dan in 2014. Toen lag het percentage jongeren dat dagelijks groenten en fruit at gemiddeld tien procentpunt lager terwijl dit voor de consumptie van frisdrank bijna tien procentpunt hoger was. Een kleine maar gunstige evolutie is er ook op het vlak van hun gewicht. Het percentage jongens en meisjes met overgewicht en obesitas daalt licht van 16 procent in 2014 naar 14 procent in 2018. 

Voorlopig is het nog wachten op de resultaten uit het buitenland. "Pas dan kunnen we de resultaten van de Vlaamse jongeren vergelijken met die uit de buurlanden en de vele andere landen die aan de studie meedoen", besluit Dierckens.

Meest gelezen