Aalsterse burgemeester Christoph D'Haese: "Ik heb de Unesco eigenlijk moeten uitleggen wat Aalst Carnaval is"
De Aalsterse burgemeester Christoph D'Haese is vandaag in Parijs bij de VN-organisatie Unesco het Aalsterse Carnavalsfeest gaan verdedigen. De Unesco dreigt ermee om de status van werelderfgoed af te nemen, nadat er praalwagens met stereotiepe karikaturen in de stoet waren verschenen.
Tijdens de vorige editie van Aalst Carnaval in maart reed de groep De Vismooil'n uit met de praalwagen. De poppen, die joden moesten voorstellen, hadden grote haakneuzen, pijpenkrullen en bezaten een geldkist. De groep wilde hiermee duidelijk maken dat ze krap bij kas zaten en een sabbatjaar namen, en volgend jaar een mooiere praalwagen zouden maken.
Er kwam uit verschillende hoeken heel wat kritiek op de praalwagens, ook uit het buitenland. Zo vond de Unesco dat de vrijheid van meningsuiting geen dekmantel voor haat mocht zijn. De karikaturen waren respectloos en in strijd met de geest van het immateriële erfgoed, klonk het.
Vandaag kon het Aalsterse stadsbestuur zijn standpunt gaan verdedigen in Parijs, in de hoofdzetel van Unesco. "Dat was toch vrij indrukwekkend", zei Christoph D'Haese in "Vandaag" op Eén. "We moesten er verschijnen voor niet minder dan 8 mensen van Unesco."
"Het leek wel of ik een kleine assisenzaak moest pleiten. Ik heb ze eigenlijk vooral moeten uitleggen wat Aalst Carnaval is. Wij zijn geen racisten of antisemieten. Aalst Carnaval is vooral een volksfeest waar er recht is op spot, vrijheid en niemand ontspringt daarbij de dans."
"De Unesco noemde het een informeel overleg, maar we hebben toch heel wat argumenten op tafel moeten leggen. Ze hebben wel goed geluisterd en er was uiteindelijk wel een goeie interactie. Ik heb hen ook gezegd dat wij eigenlijk de Unesco-waarden belichamen." Het is nu afwachten hoe de Unesco oordeelt. Een uitspraak volgt in december.
Bekijk hieronder het gesprek met Christoph D'Haese in "Vandaag":
