Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Gigantische crash tussen asteroïden in de ruimte leidde tot massaal uitsterven op aarde

Tekening van botsing tussen twee ruimterotsenBeeld Don Davis

Een botsing in de ruimte zette op aarde een ijstijd in gang. Het leven stierf bijna uit maar kwam daarna tot bloei.

Het was een periode van massaal uitsterven. Ongeveer 450 miljoen jaar geleden bevroor de aarde. De zeeën veranderden in ijsvlaktes, en aangezien bijna al het leven zich nog in het water afspeelde, stierf 85 procent van de soorten uit. Het was de op één na grootste massa-extinctie – alleen die bij de overgang van het Perm naar het Trias, 200 miljoen jaar later, was nog heftiger.

Een internationaal team van geologen denkt nu de oorzaak van deze massavernietiging te hebben gevonden. Kort daarvoor, geologisch gezien dan, moet er een gigantische botsing zijn geweest in de planetoïdengordel, de band met rotsblokken en puin tussen Jupiter en Mars. Een stuk rots van zo’n 150 kilometer doorsnee is daarbij uiteengevallen en heeft zich als een immense stofwolk in het binnengebied van het zonnestelsel verspreid, het gebied waarin ook de aarde zich beweegt.

Daar zweeft altijd wel stof rond – de aarde vangt ieder jaar 40.000 ton buitenaards materiaal op – maar toen moet het een paar miljoen jaar lang duizend of tienduizend keer zo veel zijn geweest. Een deel van het zonlicht werd tegengehouden en zo werd een ijstijd op aarde in gang gezet.

Kinnekulle

De geologen vonden bewijzen voor hun theorie in de berg Kinnekulle, in het zuiden van Zweden. Van deze berg is bekend dat hij een sedimentlaag bevat die uit die extinctieperiode stamt. Toen ze dit gesteente analyseerden, ontdekten ze dat het veel helium bevatte. Dat strookte met het idee dat het buitenaards stof was geweest dat met helium was bestookt door de zonnewind. Eerder al hadden andere wetenschappers aan gesteente op de oceaanbodem gezien dat er destijds een ijstijd was geweest.

Omdat het stof zich in miljoenen jaren tijd verspreidde en vervolgens langzaam werd opgeveegd, voltrok ook de afkoeling zich zeer geleidelijk. De meeste soorten legden het loodje, maar een groot aantal benutte de tijd om zich aan te passen. En omdat de aanvankelijk warme aarde veranderde in een wereld met ijskappen op de polen en ver daarbuiten, maar ook met gematigde regio’s, kreeg de diversiteit van het leven een geweldige oppepper. Heel anders dan het uitsterven 66 miljoen jaar geleden. Toen maakte een meteorietinslag een einde aan het dinotijdperk, waarna het leven slechts met moeite overeind krabbelde.