Direct naar artikelinhoud
InterviewOnderwijs

Deze studenten kiezen voor Hotel Mama: 'Het is niet omdat ik pendel dat ik er niet bij hoor’

Deze studenten kiezen voor Hotel Mama: 'Het is niet omdat ik pendel dat ik er niet bij hoor’
Beeld Wouter Van Vooren

Niet alle studenten zijn dezer dagen druk hun kot aan het inrichten. Vijf portretten van thuisblijvers die nog liever uren pendelen dan elke week hun valies pakken. ‘Ik kies graag voor zij die er altijd voor mij zullen zijn.’

‘Sinds de dood van papa is mama me nog dierbaarder geworden’

Margot De Ceuninck (18) woont in Meulebeke. Studeert eerste jaar orthopedagogie aan de HoGent, volgde er vorig jaar al voedings- en dieetkunde. Route: met de auto naar het station van Tielt, daarna op de trein, en te voet naar de hogeschool. Reistijd: 50 minutenBeeld Wouter Van Vooren

“Van vriendinnen op kot hoor ik wel dat ze het leuk vinden, maar zelf heb ik daar geen nood aan. Ik sta er ook niet echt voor open. Ik ben niet graag alleen. Na de les op mijn eentje op kot zitten, ik zou daar eenzaam van worden. Ik kom ook gewoon graag thuis. Vier jaar geleden ben ik mijn papa verloren. Dan begin je toch anders na te denken over het leven. Mijn mama is me nu nog dierbaarder geworden, ik wil zoveel mogelijk tijd met haar doorbrengen, naast school.

“Ik zit ook graag op de trein. Als ik een lastige dag heb gehad op school, plof ik me neer, stop muziek in mijn oren, kijk door het raam en kom weer tot mezelf.”

“Heb ik thuis meer kans op slagen? Mocht ik op kot zitten, zou ik nog altijd de discipline hebben om mij aan mijn bureau te zetten. Ik geloof niet dat het mij veel zou veranderen, want ik ben wel plichtsgetrouw – als ik moet leren, doe ik dat ook. Er moet alleen een beetje tijdsdruk achter zitten. (lacht)

“Ik voel me zeker betrokken bij het studentenleven. Het is niet omdat ik pendel dat ik er niet bij hoor. Misschien dat ik nu al eens meer zal uitgaan dan vorig jaar. Maar niet negatief, hè. (haast zich) Het mag mijn lessen niet in de weg staan. Ga ik eens uit in Gent, dan is er altijd wel iemand bij wie ik kan logeren. Liever dat dan wachten op de eerste trein naar huis. Eén keer heb ik dat gedaan: ’s ochtends vroeg naar huis, thuis even slapen en dan weer de trein op. Een heel gedoe was dat.

“Mijn vleugels uitslaan, dat mis ik nu niet. Die tijd komt wel nog. En ja, ze zeggen weleens dat het kotleven je zelfstandiger maakt. Maar ik vond mezelf al zelfstandig toen ik alleen de trein nam. (lachje) Ik ben een mama’s-kindje, ik geef dat toe. Ik heb altijd iemand nodig op wie ik kan terugplooien. Al vind ik mezelf op sommige vlakken wel al volwassen. Ik kan koken, poetsen. Als mama gaan werken is en ik heb vrij, dan sla ik weleens een dweil, of ik zorg ervoor dat het eten klaar staat.

“Het enige nadeel van niet op kot te zitten, is dat vroege opstaan. (verzucht) Ik moet er om 5u30 uit. Dat is best vermoeiend, zeker op het einde van de week. Maar het hangt ook van mijn lesrooster af. Soms heb ik pas in de namiddag les, en kan ik toch eens lekker uitslapen. Hoe dan ook, ’s avonds terugkomen in mijn vertrouwde omgeving, daar kan niks aan tippen.”

‘Het maakt financieel een groot verschil, één zoon op kot, of twee’

Jules Defooz (24) woont in:Lommel. Studeert educatieve master aan PXL in Hasselt, behaalde er al een masterdiploma grafisch ontwerp. Route: neemt elke dag de bus Lommel-Hasselt. Reistijd: 50 minutenBeeld Wouter Van Vooren

“Die routine om te pendelen is er bij mij langzaam ingeslopen. In het derde middelbaar ging ik al met de bus naar de kunstschool in Hasselt. Toen kon ik natuurlijk nog niet op kot, maar ik wilde ook liever niet op internaat.

“Waarom liever niet op kot? Aan de ene kant door de angst dat er te veel afleiding zou zijn. Je hoort weleens van kotstudenten dat ze na een tijd weer overschakelen naar thuis, omdat ze te veel in de verleiding komen. Ik weet niet hoe vatbaar ik daarvoor zou zijn, maar ik heb me er voor alle zekerheid niet aan gewaagd. Alhoewel, een vriendin van me zag haar punten juist de hoogte ingaan toen ze op kot ging. Het kan je slaagkans dus ook vergroten.

“Maar ook het kostenplaatje speelt mee. Mijn jongere broer, die in Gent studeert, zit wel op kot. Voor mijn ouders maakt dat toch een groot verschil: één zoon op kot, of twee. Mijn grafische opleiding is op zich al duur. Ik moest al een fototoestel aanschaffen, een laptop die alle ontwerpprogramma’s kan draaien. Vorig jaar kreeg ik de opdracht om een film maken, ook toen liepen de kosten hoog op. Dan bespaar ik toch liever op een kot.

“Verlies ik daardoor elke dag een uur op de bus? Ik vind van niet. Op gewone weekdagen kan ik zo mijn kop leeg maken, valt alles van me af. Op stressmomenten, vlak voor een deadline, maak ik op de bus al een planning in mijn hoofd. Verloren tijd is dat dus niet.

“Op zich mis ik niet veel feestjes. En ik blijf weleens langer hangen na de les. Weet ik dat het later wordt, dan neem ik ’s ochtends wel de auto; ik ben sowieso geen grote drinker. Wie op kot zit, maakt wel sneller vrienden, geloof ik. Ik ken kotstudenten die in een studentenclub in Hasselt zitten, waar zij makkelijk veel mensen leren kennen. Zelf zit ik niet bij zo’n vereniging, want dat is toch moeilijker als je elke dag over en weer moet. Niet dat ik daar zwaar aan til. Ik ga sowieso elke zaterdagavond in Lommel op stap, met mijn vrienden hier. Ik stop tijd genoeg in mijn sociaal leven.

“Wanneer ik het nest ooit verlaat? Dat zien we nog wel. Op kot gaan scherpt je zelfstandigheid aan, heb ik me al laten vertellen. Maar op zich kan dat ook thuis. Ik ben hier vaak de kok. Ook voor mijn ouders, die altijd laat werken, is dat een plus.”

‘Op kot blijf je in die studiebubbel hangen’

Jens Matthé (22) woont in Zoersel. Studeert handelsingenieur aan de Universiteit Antwerpen. Route: met de fiets naar de bushalte, daarna met de bus naar Antwerpen, te voet naar de campus. Reistijd: 1 uur en 10 minutenBeeld Wouter Van Vooren

“Ik heb er bewust voor gekozen om thuis te blijven. Ik zie veel medestudenten die na de les haast rechtstreeks vanuit de aula hun kot binnenstappen. Daardoor blijven zij zowat de hele dag in die studiebubbel hangen. Voor mij is die bus een soort scherm tussen twee werelden: aan de ene kant het studeren aan de unief, aan de andere kant de gezelligheid van ons gezin. Dat vermindert ook ergens wel de stress en de prestatiedruk, omdat je in een totaal andere wereld belandt. Zijn het examens, dan installeer ik mij wel in de bib met mijn boeken, precies om die prestatiedruk te gaan opzoeken. Dan zit iedereen in diezelfde sfeer.

“Hoewel ik al vier jaar pendel, ben ik toch heel geëngageerd en betrokken, zowel bij de studentenclub als bij de studentenraad, waar ik ondervoorzitter ben. Dat ik niet op kot zit, wat op dit vlak wel een voordeel was geweest, heeft me niet tegengehouden.

“Ik moet dikwijls feestjes missen, dat wel. Vroeger probeerde ik vooral een cantus mee te pikken, omdat die vaak sneller afgelopen zijn. Dan nam ik een andere buslijn, later op de avond. Of sliep ik bij mijn vriendin, die wat verderop woont. Maar het is dan wel feesten met mate. Je moet toch een beetje je verstand erbij houden, wil je een gezellige terugrit hebben. (lacht)

“Het grootste nadeel zonder kot? Die springuren. Stel dat je ’s ochtends les hebt, en de volgende les is pas ’s avonds, dan zit je met een gat van vijf of zes uur. Wie op kot zit, kan zich daar dan terugtrekken, Netflix kijken of zelfs wat bijslapen. Maar als je pendelt, ben je al snel verplicht om urenlang in de bib te gaan blokken. Je hebt geen privéstekje om even te ontspannen. Voor veel pendelaars is de verleiding dan groot om te zeggen: ik skip die laatste les.

“Op mijn planning staat er louter: studeren. Ik hoef me niet bezig te houden met de afwas en de boodschappen. Soms denk ik wel: mis ik niks? Maar ik hoop later, op uitwisseling met Erasmus, een soortgelijke ervaring op te doen, als compensatie. Dat ik er toch eens van geproefd heb om een paar maanden mijn plan te moeten trekken.

“Keer ik daarna nog terug naar Hotel Mama? Het zal er wat van afhangen waar ik werk vind. Maar ik zou het gerust kunnen, nog een paar jaar thuis blijven plakken. Ik hoor wel van kotstudenten dat zij na vijf jaar zeggen: ‘No way dat ik nu nog terug thuis ga wonen.’ Dat snap ik wel. Zodra je een paar jaar het huis uit bent geweest, en voor jezelf hebt moeten zorgen, is het veel moeilijker om terug te keren. Ook voor je ouders.”

De cijfers

* In 2017-2018 zat bijna 3 op de 4 studenten aan de KU Leuven op kot. Het gaat hier om Belgische studenten die aan de KU Leuven, in Leuven, studeren. (Bron: onderwijsbeleid KU Leuven.)

* 17 procent van de UAntwerpen-studenten zit dit jaar op kot. In 2014 was dat 13 procent. (Bron: UAntwerpen)

* 394 euro bedraagt de gemiddelde huurprijs per maand van een kot. (Bron: Centrum voor Budgetadvies en -onderzoek van de Thomas More Hogeschool)

* 13.792 euro kost een kotstudent gemiddeld in één jaar, alle studie- en leefkosten inclusief. Voor thuiswonende studenten is dat 9.189 euro.

* 7.600 euro geeft een kotstudent jaarlijks uit aan leefkosten (voeding, kledij , ontspanning). Pendelstudenten zijn iets goedkoper: 7.300 euro.

* Van de 76.000 studenten in Gent zitten er naar schatting 35.000 op kot. De stad wil laten onderzoeken hoeveel het er exact zijn – om te weten hoeveel koten er te kort zijn. (Bron: stadsdienst Wonen in Gent)

* 40 procent van de studenten in Brussel blijft thuis wonen. (Bron: Brik - Student in Brussel vzw)

‘Ik héb op kot gezeten, maar ik vond er niks aan’

Céline Serpieters (20) woont in: Beauvoorde, nabij Veurne. Studeert derde jaar educatieve bachelor secundair onderwijs Frans-Latijn aan de Arteveldehogeschool Gent. Route: met de auto naar het station van Veurne, daarna op de trein, en met de fiets naar school. Reistijd: 1 uur 30 minutenBeeld Wouter Van Vooren

“Klasgenoten zeggen weleens: ‘Allee, moet jij nu wéér helemaal naar de zee en terug? Maar voor mij lijkt het niet eens meer zo ver. Een uur op de trein, wat houdt dat nu in? Vaak klap ik er mijn laptop open, met mijn cursus op mijn schoot. Voor Frans en Latijn moet ik veel woorden leren. Na elke les vul ik op de trein mijn woordenlijsten aan. Op die manier is dat uur rap gevuld.

“Ik heb wel anderhalf jaar op kot gezeten: in mijn eerste jaar, en in het begin van het tweede. Maar ik vond er eigenlijk niks aan. Dat het kotleven zo plezant is, ging voor mij niet op. Telkens als ik op zondagavond thuis met mijn valies vertrok, had ik het gevoel dat ik weer een hele week lang dag en nacht ging werken. Anderen denken: ‘Yes, weer een week naar mijn vrijheid!’ Bij mij was dat niet zo. Ook wel omdat ik zo hard op mijn studies focus; ik ga niet echt uit.

“Kwam ik na de les op mijn kot, dan was er ook niemand in de buurt om eens een babbeltje mee te slaan, om te vertellen hoe mijn dag was. Dat miste ik wel. Ik had wel een vriendin op kot, maar zij volgde een andere richting en had totaal andere uren. Zo loop je elkaar mis. Dat alleen zijn was niks voor mij, ik miste dat huishoudelijke ook wel een beetje.

“Op een avond vorig jaar was mijn treinverbinding volledig afgeschaft. Ik deed toen stage en wilde echt naar huis. Mijn hoofd stond daarop. Uiteindelijk heb ik dan de trein naar Brugge en Oostende genomen. Daar heb ik gewacht, tot mijn mama me met de auto kwam oppikken.

“Zit ik meer in de les dan anderen, die op kot gaan? Toch zeker op vrijdagochtend. (lacht) Ik blijf de donderdagavond gewoon thuis. Misschien heb ik een saai studentenleven, maar so be it. Ik heb daar gewoon niet zo veel mee, met al die feestjes. En stel dat ik eens met vrienden iets ga eten of drinken in Gent, dan kan ik altijd blijven slapen. Dan is het te stom om nog over en weer te gaan.

“Volgend jaar ga ik wel weer op kot, omdat ik dan op Erasmus ga, naar Frankrijk. Dat zie ik wel al meer zitten, ook omdat we met vier studenten uit dezelfde richting gaan, met dezelfde uren. We gaan samen op kot, zullen ook allemaal onze bachelorproef moeten schrijven. Daar heb ik wel zin in, maar ik zal nog altijd af en toe in het weekend naar huis komen.”

‘Ik leef niet als een kluizenaar’

Sylvester Heerwegh (19) woont in Sint-Niklaas. Studeert tweede bachelor geneeskunde aan de UGent. Route: met de fiets of bus naar het station van Sint-Niklaas, daarna op de trein, met de fiets of tram naar de campus. Reistijd: 1 uur en 15 minuten.Beeld Wouter Van Vooren

“Ik ben misschien lang onderweg, maar ik zie dat niet als een last. De tijd die ik ’s avonds verlies als ik terug naar huis ga, komt zowat overeen met de tijd die een kotstudent in zijn andere verplichtingen stopt: boodschappen doen, koken, je kot op orde stellen. Ik moet niet nadenken over wat ik die avond ga klaarmaken. De was en de plas, dat zijn lasten die van je schouders vallen als je thuis blijft wonen. Dat maakt het studeren en het studentenleven toch net iets makkelijker. Ook mentaal, want het is een periode waarin je toch veel nadenkt over van alles.

“Vandaar dat ik denk: waarom zou pendelen een probleem zijn? Je weet dat je ergens toekomt waar het alleen maar beter is dan op kot. Je komt thuis in je geliefkoosde omgeving, het eten staat klaar, de verwarming al aan. Een warm nest.

“Een kot is ook duur. Niet dat geld een probleem is, maar wel het principe erachter. Een kot is een vorm van verloren geld. Vergeet niet dat ik een studie volg die al minstens zes jaar duurt. Mijn ouders hebben me gezegd: ‘Het is aan jou om te beslissen wanneer je hier buiten stapt, maar probeer altijd beredeneerd om te gaan met geld.’ Wel, dan stop ik al die centen later liever in iets anders.

“Ook mijn hobby houdt me in Sint-Niklaas: judo. Ik volg en geef er les in. Dat is iets wat ik absoluut niet wil missen, waar ik graag voor terugkeer. Mocht die hobby – twee avonden per week – er niet zijn, dan zou ik misschien toch eerder een kot overwegen.

“Aan de andere kant: als ik thuis studeer, heb ik alles rondom mij om me comfortabel te voelen. Dat vind ik toch belangrijk. En oké, thuis is er altijd wel bedrijvigheid, maar dat stoort me niet. Ik heb wel wat achtergrondlawaai nodig om te studeren.”

“Ik ben ook iemand die niet alleen kan zijn. Op kot kun je natuurlijk wel afspreken met vrienden, maar dan komt daar weer die verleiding bovenop: studeren of toch maar uitgaan? Kotstudenten zijn daar iets meer vrijgevochten in, zijn wat losser op dat vlak. Niet dat ik als een kluizenaar leef. Ik pik graag een feestje mee of ga eens dansen. Dan slaap ik wel bij vrienden.

“Alleszins, als ik moet kiezen tussen ofwel snel bij mijn vrienden raken, ofwel makkelijk met de trein naar mijn ouders gaan, dan kies ik graag voor zij die er altijd voor me zullen zijn. Daar heb ik dat dik uur absoluut voor over.”