Een bezoekje aan De Toekomst, het indrukwekkende trainings- en jeugdcomplex van Ajax, is altijd een kleine trip down memory lane. Mooi volk overal waar je kijkt. Links zie je Marc Overmars een koffietje drinken. De voormalige aanvaller van onder meer Arsenal en Barcelona kent bij Ajax bijzonder succesvolle - en winstgevende - jaren als technisch directeur. Draai je je naar rechts dan zit daar Johnny Heitinga een oefensessie voor te bereiden. De oud verdediger van Everton fungeert dezer dagen als trainer van de U19. Sterren spotten in Amsterdam.

De Nederlandse hoofdstad is sinds een paar maanden ook de thuisbasis van Razvan Marin. Bij zijn komst aangekondigd als dé vervanger van het naar Barça vertrokken godenkind Frenkie de Jong. De toon was gezet, de verwachtingen lagen meteen torenhoog. Dankzij het hoge prijskaartje, maar toch vooral omdat Ajax vorig jaar op enkele seconden van de Champions League-finale strandde. Na een bemoedigende start kreeg Marin echter veel kritiek. “Volkomen normaal”, haalt hij zijn schouders op. “Ik blijf werken en het komt uiteindelijk goed.”

“Zeker. Misschien keer ik op een dag wel terug. Ik vind dat ze goed spelen dit seizoen. Ik zag dat Maxime (Lestienne, nvdr.) in topvorm verkeert en blijft scoren. (lacht) Mooi! Ik spreek mijn ex-teammaats van bij Standard nog zeer geregeld. Polo Mpoku, een van mijn beste maatjes in Luik, lijkt een Roemeense vriend nodig te hebben, want ik zie hem op Instagram nu constant met Denis Dragus optrekken. Verder hoor ik Cimi (Cimirot, nvdr.), Senna Miangue, Oulare en Kosanovic vaak.”

“Ik denk dat ze voor de titel kunnen gaan. Voor mij gaat het tussen Standard en Club Brugge. Racing Genk? Voor hen is het moeilijk door de vele transfers. Voor mijn maatje Ianis (Hagi, nvdr.) hoop ik dat ze play-off 1 bereiken. Dat is het belangrijkste en het zal wel lukken hoor.”

Ajax is een grote club met een bekende filosofie. Kritiek hoort erbij en ik kijk ernaar uit om me verder te ontwikkelen

“Van ze allemaal heb ik iets geleerd, maar in het laatste jaar onder Mister Michel Preud’homme haalde ik mijn hoogste niveau. Hij wist wat ik nodig had. Hoe met mij te praten en hoe ik het best uit de verf kwam. Op alle vlakken ben ik gegroeid en ik scoorde meer dan ooit tevoren.”

“De manier waarop hij wilde spelen, sprak me bovendien enorm aan. Bij grote clubs moet je het spel maken. Hij wou dat met Standard doen, maar het is moeilijk om dat meteen te brengen. Nu heeft de club de spelers gehaald die hij wilde hebben. Daarom spelen ze nu attractiever.”

“Bwa, ik weet dat Polo met verschillende clubs gesprekken heeft gehad. Het is goed voor Standard dat beiden er nog zijn. Mehdi staat tegenwoordig niet altijd meer in de basis, maar telkens als hij invalt, laat hij van zich spreken. Dit is de Mehdi die iedereen wil zien. Men verwacht van hem dat hij het verschil maakt. Met uitzondering van het begin van het seizoen heeft hij dat vorig jaar niet zo vaak kunnen doen. Een kwestie van vorm, denk ik. Ik hoop dat hij zijn huidige vorm kan vasthouden.”

“Ikzelf. (lacht) Nee, grapje. Mehdi was een van de besten. Polo ook. Cimirot vind ik echt goed. We hadden een goede wisselwerking. Zinho Vanheusden is een groot talent. De laatste twee jaar waren we echt een goeie ploeg. Ook al onder Sa Pinto. Een hechte familie. Pocognoli en Goreux speelden daar een belangrijke rol in. Zij waren de patrons in de kleedkamer.”

“Een beetje. Vorig jaar had het gekund. In het begin van de play-offs zaten we mee in de kopgroep. Ik wist dat ik zou vertrekken en wou er echt voor gaan. Je zag het aan mijn matchen in de play-offs. Het was mijn beste periode voor Standard. Ik scoorde vijf keer en gaf drie assists. Het is niet gelukt. Dat hoort bij het leven van een voetballer.”

“In de zomer hebben we wat contact gehad. Hij belde om naar Dragus te informeren, die ken ik goed van bij Viitorul en Roemenië. Ik vind het fijn om met Michel in contact te blijven, want hij kan me nog raad geven. Ze kennen hem hier van zijn tijd als trainer van FC Twente. En je merkt dat ze hem hoog inschatten. Mijn teammaat Quincy Promes had Michel bij Twente en sprak me er al over aan. Hij werd tweede met die club, won de beker en werd verkozen tot trainer van het jaar.”

“De komende maanden nog niets speciaals. Kijk naar de selectie van Standard. Die is heel sterk en Dragus is nog jong. Hij moet eerst Standard en de Belgische competitie leren kennen. Vanaf januari zullen jullie meer van hem gaan zien. Hij is een snelle speler, kan een goal maken en is fysiek sterk.”

“Ik spreek hem vaak, ongeveer om de drie dagen. Zijn situatie is een beetje vergelijkbaar met de mijne bij Ajax. Je hebt simpelweg tijd nodig om je aan je nieuwe omgeving aan te passen. Die moet hij nemen en hard blijven werken. Dan komt alles wel goed. Hij panikeert niet.”

“Zeker. Dragus doet dat ook. Ik heb hen de stap naar België aangeraden. Het is een goede competitie om je te ontwikkelen, volwassen te worden en vervolgens een stap te zetten.”

“Klopt. Preud’homme heeft eens naar hem gevraagd, maar Genk was uiteindelijk concreter. Voor het EK U21 deden ze al een bod. Ach, inlichtingen inwinnen doet elke club. Een transfer is pas serieus als er iets op papier begint te verschijnen.”

“Een club uit de Bundesliga en eentje uit de Serie A. De namen geef ik liever niet, maar de Italiaanse ploeg was zeer close. Toen ik hoorde dat Ajax interesse toonde, zei ik tegen mijn manager dat hij daarvoor moest gaan. Ik denk dat ik door de matchen tegen hen in de voorronde van de Champions League bij Ajax op de radar ben gekomen. En in de Europa League heb ik het best aardig gedaan. Je moet het laten zien in Europa. In de competitie komen ook veel scouts kijken, maar in die matchen moet je je laten gelden.”

“Tja, ik probeer gewoon hard te blijven werken. Het is niet easy. Ajax is een grote club met een bekende filosofie. Kritiek hoort erbij en ik accepteer alles. Ik begrijp dat de transfersom en het succes dat Ajax vorig jaar kende voor bepaalde verwachtingen zorgen. Ik ga verder en kijk ernaar uit om mij te ontwikkelen. Ik heb er alle vertrouwen in.”

Ianis Hagi’s situatie is vergelijkbaar met de mijne bij Ajax. Je hebt tijd nodig om je aan je nieuwe omgeving aan te passen

“Details. In het dagelijkse leven moet ik nog wat wennen bijvoorbeeld. Ik ben nog niet honderd procent. Geef me dus wat tijd. De trainer (Erik ten Hag, nvdr.) geeft me die. Hij zei: ‘maak je geen zorgen. Blijf werken en vechten voor je plaats. Alles komt goed.’ Fijn om te horen. Buiten het veld is het een goede vent. Zeer vriendelijk. Tijdens trainingen houdt hij zich wat meer op de achtergrond. Hij zegt alleen iets wanneer het echt moet en kan dan streng zijn.”

“Je voelt het in de trainingen. De kwaliteit van de passes bijvoorbeeld. Daardoor gaat het meteen een stuk sneller. Zulke dingen maken het verschil. Hier weet iedereen wat ie moet doen. Iedereen volgt één filosofie, één spelstrategie.”

“Allemaal zijn ze goed, maar vooral Dusan Tadic is indrukwekkend. Zeer professioneel. Constant in de fitness bezig met een of andere oefening. Dan heb ik het niet per se over krachttraining, maar over stretchen en oefeningen om zijn lichaam te onderhouden. Ik had voordien al vaker tegen hem gespeeld en wist dat hij goed was. Maar nu pas merk je hoe professioneel hij is. Een Daley Blind is dat ook. Hij speelde voor Manchester United op het hoogste niveau. Een heel slimme speler, die met kleine details het verschil kan maken.”

“Ik vind van wel. In Nederland wil elke ploeg voetballen, terwijl de meeste teams in België fysieker spelen en er een veldslag van maken. Hier steken Ajax, PSV en ook AZ en Feyenoord erbovenuit. In België heb je meer teams die aan elkaar gewaagd zijn, waardoor dat voor mij een lastigere competitie krijgt. Verder lijken de twee landen best op mekaar.”