Direct naar artikelinhoud
ReportageGhana

‘Ik ga nooit meer terug naar de VS’: steeds meer zwarte Amerikanen emigreren naar Ghana

Bezoekers aan fort Elmina, waarvandaan miljoenen slaven naar Amerika werden vervoerd.Beeld Sven Torfinn/Panos Pictures Panos

In 1619 vertrok het eerste schip met slaven uit Ghana naar Virginia. De Ghanese regering heeft 2019 uitgeroepen tot het Jaar van Terugkeer. En opvallend veel Afro-Amerikanen hebben zich inmiddels in het land gevestigd. ‘Dit is de beste keuze uit mijn leven.’

Er valt een diepe stilte als gids Alex heeft uitgelegd waar de groep toeristen zich bevindt. “We staan nu op menselijk afval dat zich honderden jaren heeft opgestapeld; urine, ontlasting, zweet, tranen en bloed. Ja, zelfs resten menselijk vlees.”

De toeristen, hoofdzakelijk zwarte Amerikanen, kijken bedremmeld naar de grauwzwarte ingesleten vloer in de donkere kerkers van het fort in Cape Coast, waarvandaan miljoenen slaven naar Amerika zijn vervoerd.

Bij de ‘door of no return’ gaan de telefoons omhoog om foto’s te maken. Dit is het hoogtepunt van het bezoek aan de slavenforten aan de kust van Ghana, waar eerst de Portugezen en toen vooral de Britten en de Nederlanders de slavenhandel domineerden. Door deze deur werden hún voorouders uit Afrika afgevoerd om er nooit meer terug te keren. “Ik had me erop voorbereid dat het heftig zou zijn. Maar als je hier dan bent, is het toch overweldigend”, zegt Diondria Riley die met haar kerkgenootschap uit Tampa, Florida, voor het eerst Afrika bezoekt.

Als de groep door de beruchte deur naar buiten loopt, waar vissers hun kleurrijke boten lossen op het witte palmenstrand, gaan de camera’s opnieuw de lucht in. Het opschrift aan de buitenkant van de achterdeur van het 16de-eeuwse fort heeft voor hen een wel heel speciale betekenis. ‘Door of return’ staat er simpelweg. “Vergeet je roots niet”, zo helpt Alex met een geroutineerd gevoel voor drama de Afro-Amerikaanse bezoekers zich te identificeren met hun voorouders.

Terugkeer naar Afrika is niet langer een utopie in een toeristische rondleiding. Het jaar 2019 is door Ghana officieel uitgeroepen tot Year of Return. In augustus was het precies 400 jaar geleden dat in 1619 vanaf de toenmalige goudkust in Ghana het eerste schip met slaven naar Jamestown in Virgina vertrok.

Aanleiding om, zo vond de Ghanese regering, afstammelingen van slaven en de Afrikaanse diaspora wereldwijd in een mondiale campagne op te roepen terug te keren naar Afrika. Niet alleen om de feestelijke activiteiten rondom de pan-Afrikaanse droom bij te wonen, maar ook om zich er te vestigen, te investeren en mee te bouwen aan de ontwikkeling van het continent van hun voorouders.

Muhammida El-Mujahir emigreerde naar Ghana vanuit New York: ‘Veel Amerikanen realiseren zich niet dat er ook een andere mogelijkheid is dan je erbij neer te leggen dat je nooit als volwaardig wordt beschouwd.’Beeld Sven Torfinn / Panos Pictures

De oproep bleek niet aan dovemansoren gericht. Talloze bekende zwarte Amerikanen, onder wie acteur Samuel L. Jackson, komiek Steve Harvey en de rappers Meek Mill en Wale, kwamen dit jaar naar Ghana om eens een kijkje te nemen op het continent van hun voorouders of hebben via sociale media gedeeld dat ze het van plan zijn. Ook het aantal zwarte toeristen uit de Verenigde Staten is dit jaar fors hoger. Sommige Afrikaanse cultuurreizen bieden zelfs DNA-tests aan om te kijken uit welk deel van Afrika de nakomelingen afkomstig zijn.

Maar het opvallendst is het grote aantal zwarte Amerikanen dat al in Ghana blijkt te wonen en er als ondernemer is begonnen. Het zijn er naar schatting vijf- tot zevenduizend, van wie de meesten in recente jaren de oversteek over de Atlantische Oceaan hebben gewaagd. “De timing is gewoon perfect”, zegt Muhammida El-Muhajir in de gloednieuwe winkel Akan Collective die ze met enkele partners runt bij fort Elmina. Ze verkoopt hier origineel Ghanees handwerk, waaronder hip verpakte cosmetica, bruine barbies met afrokapsels en stropdassen in Afrikaanse prints. Het is slechts een van haar vele werkzaamheden; ze verhuurt zichzelf ook als consultant in hoofdstad Accra.

El-Muhajir die opgroeide in Brooklyn, New York, verruilde vijf jaar geleden een goede baan als marketingspecialist in Philadelphia voor een onzekere toekomst in Ghana. “De beste keuze die ik ooit heb gemaakt”, roept de dertiger enthousiast, terwijl ze haar lange vlechten over haar schouders gooit.

“Veel Amerikanen realiseren zich niet dat er nog een andere optie is dan je erbij neer te leggen dat je nooit als volwaardig wordt beschouwd.” Subtiel racisme is overal in de Verenigde Staten, zegt El-Muhajir stellig. “Elke dag word je ermee geconfronteerd; op school, in je carrièremogelijkheden, in je salaris, door het gesmoes bij het koffiezetapparaat. Onder president Trump is het nog veel erger geworden; er is meer spanning in de samenleving. De laatste keer dat ik een Airbnb boekte, zei ik maar: ‘We zijn zwart, maar mijn zus studeert aan Harvard. En vertel dat ook maar vast aan de buren zodat ze niet de politie bellen.’ Ze moet lachen om haar bittere anekdote.

Aangemeerde vissersboten bij Elmina Fort.Beeld Sven Torfinn/Panos Pictures Panos

El-Muhajir ging al op haar 15de voor het eerst naar Afrika voor een uitwisselingsprogramma. “Mijn ouders waren open-minded, wereldburgers. Voor de meeste Amerikanen is Afrika een eng continent waar ze nog nooit iets positiefs over hebben gehoord. Ze kennen alleen de beelden van oorlog, honger en vliegen op de ogen.”

Ghana, of de studie, beviel haar eerst niet, maar toen ze in 2013, tien jaar later, terugkeerde bleek het land compleet veranderd na een periode van forse economische groei. “Een Afro-Amerikaanse vriendin woonde er al en die nam me op sleeptouw naar clubs, feesten in hotels, sushiworkshops of cognacproeverijen. Ik deed dingen die ik zelfs in New York niet deed. Oké, dacht ik, dit is het helemaal. Toen besloot ik ook te emigreren.”

Makkelijk is het niet, waarschuwt de vlotte Amerikaanse. “Je moet wel een plan hebben. Het beste is een onderneming beginnen, want internationale banen zijn er nauwelijks en wij zijn niet gewend te leven van een Ghanees salaris van een paar honderd dollar. Bovendien zit niemand hier op ons te wachten. Mensen denken dat ze met open armen worden ontvangen en horen ‘O, broeder of zuster, welkom thuis’.”

“Maar voor Ghanezen zijn wij ook obruni - blanken. Obruni die dollars hebben waar zij ook hun deel van willen. Dat doet pijn”, lacht ze. “Mij maakt het niet uit dat ze onze geschiedenis niet kennen. Belangrijk is dat ik weet dat mijn voorouders hier door de ‘door of no return’ zijn gegaan en met hen miljoenen anderen.”

Het fort Elmina, waar de Nederlanders 250 jaar de scepter zwaaiden, licht wit en dreigend op in de middagzon aan het einde van de prachtige palmrijke baai. Golven slaan met geweld op de kust, strandjutters slepen met wrakhout. Binnen in het fort wijst een gids op de tekst op een herdenkingssteen. ‘In everlasting memory... may those who died rest in peace... may those who return find their roots... may humanity never again perpetrate such injustice against humanity.’

“Houd dit in gedachten als je straks de kerkers binnengaat”, doceert de gids met een ernstig gezicht.

Imahküs Nzinga Okofu baat een guesthouse uit: ‘Toen ik hier voor het eerst de kerkers zag waarvandaan mijn voorouders zijn weggevoerd, wist ik dat ik hier voor altijd wilde blijven.’Beeld Sven Torfinn / Panos Pictures

In de museumwinkel begrijpt de Ghanese gids Wallis de toegenomen interesse van de zwarte Amerikanen voor zijn land wel. “Geen wonder dat je gaat denken over terugkeer als je een demagoog van een president hebt die zegt dat je terug moet naar je ‘shithole country’”, vindt hij.

Maar ook hij waarschuwt dat emigreren niet makkelijk is. “Eerst is er euforie, dan de realiteit en dan komt de teleurstelling.” Buiten op de muur van het fort, waar een rij zwarte kanonnen richting de oceaan wijst, staat een groep Afro-Amerikaanse toeristen uit Florida even stil bij het panoramische uitzicht. “Het is gewoon ongelooflijk dat zoveel kwaad heeft plaatsgevonden te midden van zulke schoonheid”, zegt een oudere vrouw.

Al direct na de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië in 1957, riep Kwame Nkrumah, de eerste revolutionaire president van Ghana, Afrikanen wereldwijd op ‘thuis’ te komen om het continent te helpen opbouwen na de dekolonisatie.

Dat nu pas zoveel zwarte Afrikanen het moment rijp achten, heeft meerdere redenen, denkt Gail Nikoi, voorzitter van de Afrikaans-Amerikaanse Associatie in Ghana (AAAG). “Het toegenomen racisme onder Trump is er een”, zegt Nikoi. “Het is dan begrijpelijk om hier te willen meedoen aan het idee een sterke pan-Afrikaanse natie op te bouwen. Maar je moet wel ook echt individuele ondernemingskansen zien, anders red je het hier niet.”

Ghana behoort al jaren tot de sterkst groeiende economieën van Afrika. Het is er veilig, politiek stabiel en, groot voordeel, er wordt Engels gesproken. Ondernemingskansen zijn er volop, er is behoefte aan alles. Vooral kennis in ict, marketing, bouw, technologie of consultancy is welkom.

“Maar het gaat niet vanzelf”, waarschuwt Nikoi. “Het vergt goede planning, voorbereiding en doorzettingsvermogen. Het vereist een bepaalde mindset. Millennials hebben die. Voor hen is de hele wereld binnen handbereik. Je bent niet meer gebonden aan een locatie zolang je internet hebt.”

Nikoi reisde vijf jaar geleden met haar Ghanese echtgenoot mee toen hij een goede baan in Ghana kreeg aangeboden. “Het was de beste beslissing uit mijn leven. Ik zie dat vooral aan mijn twee zoons. Zij hadden in de VS nooit zo kunnen excelleren. Op school waren zij altijd een buitenbeentje. Hier is iedereen zwart, net als zij; de dokter, de leraar, de tandarts. Ze hebben geleerd zich aan te passen en hun mogelijkheden maximaal te benutten. Het zijn kosmopolieten.”

Toeristen, hoofdzakelijk zwarte Amerikanen, kijken bedremmeld rond in de donkere kerkers van het slavenfort Elmina.Beeld Sven Torfinn/Panos Pictures Panos

In het fort van Cape Coast, waaraan toenmalig president Obama met zijn gezin in 2009 een historisch bezoek bracht, laat de Afro-Amerikaanse Chalet Brazeil de indrukken op zich inwerken.

“Het is toch wel heel bijzonder om hier te zijn; te voelen en ruiken hoe het was.” Ze bezoekt het fort met een Afro-Amerikaanse vriendin die naar Ghana is geëmigreerd. “Ik begrijp haar keuze volledig. Er is zoveel ongelijkheid en racisme in de VS. Sinds Trump is het nog erger omdat de politieke correctheid is verdwenen.” Haar vriendin probeert haar over te halen haar voorbeeld te volgen, maar met een goede baan in Los Angeles als advocaat is het lastig haar schepen achter zich te verbranden.

Op de ‘wall of return’ bij het slavenkamp Assin Manso, iets verder landinwaarts, hebben honderden Afro-Amerikanen hun handtekening achtergelaten. Op deze historische plek in een donker woud namen slaven na soms honderden kilometers vastgeketend te hebben gelopen vanuit Benin, Mali, Niger of Burkina Faso hun ‘laatste bad’ in de rivier voordat ze werden verkocht, gebrandmerkt en naar de kust geleid. Op de herdenkingsmuur staan emotionele teksten van de bezoekers. ‘Jullie pijn heeft ons kracht gegeven’, ‘we zetten de strijd voort’ en ‘eindelijk thuis’.

In Elmina heeft de uit New York afkomstige Imahküs Nzinga Okofu haar paradijs gevonden op een idyllische locatie aan de oceaan. Ruim dertig jaar geleden begon ze hier met haar echtgenoot het guesthouse One Africa als centrum van eenheid en spiritualiteit. “Ik had genoeg van de Verenigde Staten. Als zwarte word je nooit als volwaardig gezien. We moeten voor alles vechten; voor een woning, een baan of een plek op een universiteit. De segregatie en het racisme zullen er nooit verdwijnen. Toen ik hier voor het eerst kwam en de kerkers zag waarvandaan mijn voorouders zijn weggevoerd, wist ik dat ik hier voor altijd wilde blijven. De ongelooflijke wreedheid, haat en verdriet van de geschiedenis hebben mij geïnspireerd.”

Vissers op het strand buiten de muren van het slavenfort Elmina.Beeld Sven Torfinn / Panos Pictures

Door nieuwkomers wordt de 77-jarige excentrieke Amerikaanse – een van haar kenmerken is de opvallende broche in de vorm van een slavenschip die ze elke dag draagt “als herinnering aan haar voorouders” - de ‘godmother’ van terugkeerders genoemd, door Ghanezen ‘mama Africa’. Witte bezoekers in haar guesthouse weigert ze uit principe de hand te schudden.

Haar boodschap aan de diaspora en Afro-Amerikanen die haar idealistische guesthouse bezoeken: “Je kunt je ontworstelen aan de ongelijkheid en gevangenschap van de ‘kapitalistische onderdrukkers’. Mensen moeten beseffen dat ze terug kunnen keren naar het land waar hun ziel ligt.”

Zelf is ze helemaal klaar met de Verenigde Staten, hoewel haar talrijke nageslacht er woont. “Ik ben moegestreden. Ik ga nooit meer terug.”