Direct naar artikelinhoud
Assisen

‘Hij had tussenbeide kunnen komen en heeft dat nagelaten’: proces tegen moordenaar Moeskroense burgemeester van start

Inwoners van Moeskroen schrijven iets in het rouwregister voor Alfred Gadenne.Beeld Photo News

Nathan Duponcheel was 18 toen hij voor het graf van zijn vader de burgemeester van Moeskroen de keel doorsneed. ‘Hij had het voor het zeggen. Hij had tussenbeide kunnen komen om de gang van zaken te veranderen, en heeft dat nagelaten.’

De oproep loopt op 11 september 2017 om 19.59 uur binnen bij de 101. Iemand meldt dat hij de burgemeester heeft vermoord, meer bepaald op het kerkhof van Lowingen. De eerste twee agenten van de lokale politie zijn er al na enkele minuten en merken een tegen een afvalbak neergezette fiets en een rugzak op. Het regent.

Tien meter verder staat een tiener te bellen. Hij bloedt aan zijn arm, probeert de wonde te stelpen met papieren zakdoekjes. Hij ziet de agenten en roept: “Het heeft geen zin om te gaan kijken, hij is al dood. Als u zijn lichaam ziet, zult u begrijpen waarom ik mijn vader heb gewroken.”

Volgens hoe het beschreven staat in de akte van beschuldiging ligt de burgemeester op zijn rug op het grint. Armen gespreid, badend in het bloed. Zijn keel is van oor tot oor doorgesneden, stelt de gerechtsarts achteraf vast.

Alfred Gadenne

Alfred Gadenne had zijn leven lang één adres: dat van de ouderlijke boerderij. Op zijn zestiende ging hij van de school af, om zijn vader te helpen met hooi en koeien. Zoals zijn grootvader voor de christendemocratische PSC, de voorloper van cdH, burgemeester van het dorp Lowingen was geweest en daarna ook zijn vader, was Alfred voorbestemd.

Lowingen was in 1963 bij het vastleggen van de taalgrens van West-Vlaanderen naar Henegouwen overgeheveld, verstedelijkt en ingelijfd bij Moeskroen. In 1982 werd Alfred Gadenne bij zijn eerste verkiezingsdeelname verkozen in de gemeenteraad. Burgemeester Jean-Pierre Detremmerie maakte hem schepen van Openbare Werken, Landbouw en Leefmilieu. Hij bleef dat 24 jaar lang. Toen Detremmerie in 2006 verwikkeld raakte in een schandaal rond voetbalclub Excelsior Moeskroen, erfde Gadenne de sjerp. Van 2009 tot 2014 zetelde hij in het Waals Parlement. Hij werd in 2014 opnieuw verkozen, maar besloot zich voltijds aan zijn stad te wijden.

Meer dan een debat over schuld en motieven lijkt het assisenproces een eerbetoon te worden aan de politicus die zeven dagen per week ten dienste stond van zijn mensen. Hij werd tijdens het vooronderzoek geroemd als “dienstbaar, bescheiden, luisterend naar iedereen”. Iemand zei: “Misschien was hij té vriendelijk.”

Alfred Gadenne
Beeld BELGA

In 2005 vertelde Alfred Gadenne aan de regionale tv-zender Notélé dat hij nagenoeg elke inwoner van Lowingen bij zijn of haar voornaam kende, nog nooit met vakantie was geweest en dag en nacht de telefoon opnam, voor wie of wat ook. “Soms bellen ze me om te zeggen dat het regent. Dan zeg ik: wel, bij mij regent het ook. Mensen vinden het gewoon prettig om even te kunnen praten.”

Elke avond ging de burgemeester stipt om zeven uur het hek voor het kerkhof van Lowingen afsluiten. Dat deed hij al jaren. Dat hij de enige Belgische burgemeester was die zoiets deed, vond hij niet zo bijzonder.

‘Het spijt me’

Van de moord is er één getuige: de dader.

Nathan Duponcheel legde na zijn arrestatie aan de speurders uit dat hij het tv-fragment had gezien, dat hij wist waar hij de burgemeester kort na zevenen kon vinden. Hij sprak hem aan en liep met hem naar de grafsteen van zijn eigen vader.

“Ik vroeg hem of hij me herkende. Hij zei nee. Ik zei hem dat ik Nathan Duponcheel was, waarop hij antwoordde: ‘Ah, de zoon van Olivier Duponcheel?’ Hij lachte en zei dat hij me niet had herkend. Dat ik erg gegroeid was.”

Bij Nathan kwam het binnen als een blijk van spot, misprijzen. Want: “Ik had de burgemeester twee maanden eerder gezien bij de prijsuitreiking op school, dus diende hij me wel te herkennen.” Dit was de trigger, zegt Nathan, die hem deed besluiten de 71-jarige man langs achteren te bespringen en te lijf te gaan met een cutter.

Alfred Gadenne stierf naast het graf van Olivier Duponcheel.

“Hij probeerde nog iets te zeggen, maar de geluiden waren onverstaanbaar”, zegt Nathan. “Op dat moment kreeg ik een déclic en besefte ik wat ik had gedaan.”

Hij zegt nog te hebben geprobeerd het bloeden te stoppen, door op de hals te drukken, maar de wonde was te diep. “Ik heb het bloed van mijn handen afgespoeld en de 101 gebeld.”

In afwachting belde hij Kathleen, zijn ex-klasgenote, op wie hij smoor was. En Thomas, zijn beste vriend. Hij zei: “Het spijt me, ik heb iemand vermoord.”

Het ontslag

Olivier Duponcheel werkte voor de FOD Binnenlandse Zaken en was na de uren vrijwilliger bij de brandweer van Moeskroen. Bij de invoering van de elektronische identiteitskaart had de FOD hem in 2007 naar de Dienst Bevolking in Moeskroen gedetacheerd. Zijn loon lag daar beduidend hoger dan dat van zijn collega’s, en dat leidde tot spanningen. Volgens Nathan klaagde zijn vader over pesterijen op het werk.

De gemeentelijke administratie in Moeskroen maakt melding van “agressiviteit tegenover collega’s”, “gebrek aan groepsgeest” en drie functioneringsgesprekken. Op 8 december 2014 beslist het schepencollege van Moeskroen dat Duponcheel terug naar de FOD moet, maar daar willen ze hem niet meer.

“Hij zat geblokkeerd tussen twee administraties”, zegt zijn echtgenote. Volgens de FOD lag het probleem niet bij Olivier en “was de werkelijke reden voor het gemeentebestuur van budgettaire aard”. De man, 49 jaar oud, kwam zonder baan of salaris te zitten.

Het was Nathan die zijn vader op 14 februari 2014 thuis aantrof, bengelend aan een touw. “Ik begrijp niet dat de verantwoordelijken voor zijn dood nooit zijn gesanctioneerd”, zegt hij in een verhoor. “Ik denk veel aan mijn vader, heb nachtmerries. Kon er met niemand in mijn omgeving over spreken.”

Plek waar op de Cimetière de Luingne in Moeskroen waar de moord plaatsvond.Beeld BELGA

Waarom specifiek de burgemeester?, wil een ondervrager weten.

Nathan: “Het was hij die het voor het zeggen had bij de stad. Hij had tussenbeide kunnen komen om de gang van zaken te veranderen, en heeft dat nagelaten.”

Tuinhuisje

Op het proces zal aan twaalf burgers worden gevraagd te oordelen over wat in het archaïsche juridische jargon wordt benoemd als voorbedachtheid. Of het een geplande moord was, eerder dan een impulsieve opwelling. Was het het eerste, dan riskeert de nu 20-jarige Nathan levenslang.

Het ziet er op dat punt niet zo geweldig uit voor hem. Op zijn pc vond de politie zoektermen terug die hij in de maanden voor de moord inbracht: “het gevangenisleven”, “straf bij vrijwillige doodslag”, “Gadenne Alfred”.

Tijdens een bezoek van zijn broer Cédric in de gevangenis zei Nathan dat die maar eens moest gaan kijken naar het plankje dat hij kort voor de moord had vastgespijkerd in het tuinhuisje. Er stond een boodschap in gegraveerd: “Het spijt me voor iedereen. Leef niet in het verleden maar in het heden en vergeet vooral niet dat het leven kort is. We moeten profiteren van elke dag die ons is gegeven.”

Nathan had ook twee briefjes verstopt onder de matras van zijn broer. Het ene zei: “Ik verontschuldig me voor alles wat ik heb gedaan. Het zal niet meer gebeuren. Ik weet dat mijn excuses niets zullen uitwissen, maar ik moest het doen.” Het andere: “Doe me een plezier, mijn broer. We hebben samen leuke tijden gehad. Nu zal het zonder mij zijn.”

Oom Jean

Echt gepland was het niet, zegt Nathan tegen zijn ondervragers. Of misschien toch: “Ik had het al langer in mijn hoofd, dat is waar. Het werd preciezer naarmate de ellende zich opstapelde. Bij elke nieuwe tegenslag dacht ik terug aan de dood van mijn vader, die ik nooit heb kunnen aanvaarden.”

Hij zou in het leger gaan, maar werd afgekeurd vanwege een gehoorprobleem. Op zijn zevende was een tumor uit zijn oor verwijderd, waardoor hij gedeeltelijk doof is. En er was ook nog Kathleen. Hij had haar de liefde verklaard, ze had hem afgewezen.

Het vooronderzoek reconstrueerde minutieus de rol van Gadenne in het beslissingsproces rond het ontslag van vader Duponcheel. Die was er niet. Het schepencollege had de bij de administratie ingewonnen adviezen gevolgd en solidair beoordeeld wat het beste leek voor de mensen in Moeskroen. Op geen enkel moment is de burgemeester persoonlijk tussenbeide gekomen. Als dat hem tijdens een ondervraging wordt uitgelegd, zegt Nathan dat hij “niet meer weet wat te denken”.

Het was vooral oom Jean die een pik op Gadenne had. Die bleef herhalen dat het allemaal zijn schuld was. Nietes, reageerde Jean Duponcheel toen hij werd ondervraagd. “Ik heb hem één keer om uitleg gevraagd, toen ik hem ontmoette op een wijkfeest, maar zonder agressie. Het was Alfred Gadenne zelf die zijn kalmte verloor en weigerde te antwoorden.”

Op de loop

Ergens heeft het verhaal, hoe gruwelijk ook, een ontwapenend kantje.

Dat is ook de mening van de onderzoeksrechter, als die vijf maanden na de moord beslist dat Nathan de gevangenis mag verlaten met een elektronische enkelband.

Op 7 maart 2018, na amper negen dagen, gaat het alarmsignaal af bij het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht. Nathan heeft zijn enkelband weten los te maken, heeft in de keuken een biefstukmes gegrepen en is de stad in gerend. Waarnaartoe, dat denkt broer Cédric te kunnen raden. Hij heeft Nathan net daarvoor verteld dat Kathleen en Thomas, zijn beste vriend, sinds kort een koppeltje zijn.

De politie kamt die avond de stad uit. Het is Cédric die zijn broer in het stadspark vindt. Hij gooit het mes in de struiken. Het wordt later teruggevonden, en opnieuw heeft Nathan iets uit te leggen aan de onderzoeksrechter. Hij zegt: “Het was mijn bedoeling om mezelf voor haar ogen te doden. Kathleen was de oorzaak van al mijn problemen en het leek beter om definitief te verdwijnen.”

Een college van psychiatrische experts achtte Nathan mentaal gezond, zag geen reden tot wat voor behandeling ook. Het eindrapport: “Deze jongen kreeg weinig gelegenheid om het verlies van zijn vader en het met zelfdoding gepaard gaande geweld onder woorden te brengen. Hij heeft zichtbare moeilijkheden met sterke gevoelens als verlies, boosheid, verdriet. Hij zet geen stappen in de rouwverwerking. Hij duwt het van zich weg: er is zelfdoding, dus moet er een schuldige zijn.”

Het proces begint maandag.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website zelfmoord1813.be