Direct naar artikelinhoud
Vraag van de week

Waarom zie ik iets ‘blauw’ terwijl jij het ‘groen’ noemt?

wetenschapsvraagBeeld Tim Coppens

Is die zetel nou rood of oranje? Is die broek groen of geel? Onenigheid over kleur is niet zeldzaam. Maar hoe kan dat nu, dat twee mensen dezelfde tint anders waarnemen en benoemen?

Dat er vaak discussie over kleuren bestaat, is eigenlijk niet zo gek als je bedenkt dat er miljoenen tinten te onderscheiden zijn. Kleurendiscussies ontstaan het meest bij kleuren die in het kleurenspectrum dicht bij elkaar liggen, bijvoorbeeld blauw-groen, of groen-geel. Dat spectrum is immers een continuüm: er is geen definitieve grens waar de golf­lengten van het licht dat we oranje noemen, overgaan in dat wat we rood noemen.

Een van de oorzaken van een meningsverschil over kleur is een verschil in waarneming. “De grootste variatie daarin zie je bij kleurenblinden: ongeveer 8 procent van de mannen heeft last van een aangeboren kleuren­zien­stoornis, tegenover 1 procent van de vrouwen”, zegt Charles de Weert, oud-hoogleraar psycho­fysica. Een Amerikaanse studie uit 2012 toont nog een verschil tussen het zicht van mannen en vrouwen: mannen zouden licht benoemen als een bepaalde kleur bij een iets grotere golflengte dan vrouwen, waardoor ze kleuren net iets anders waarnemen. Bovendien zouden mannen iets meer moeite hebben met het onderscheiden van kleuren.

Klinisch neuropsycholoog Katarzyna Siuda-Krzywicka stelt dat naast dit geslachts­bepaalde verschil altijd wel kleine verschillen in waarneming bestaan tussen mensen. “Bijvoorbeeld door gevoeligheden in kleurverwerking van de ogen, zoals het aantal en de verdeling van kegeltjes in het netvlies.”

De gevoeligheid in het netvlies zou volgens De Weert inderdaad een fundament kunnen zijn voor een verschillende waarneming. “Maar ik denk dat het verschillend benoemen van kleuren goeddeels gewoon onverschilligheid is van mensen. Het interesseert ze geen moer of die broek nou echt groen of geel is: ze benoemen het hoe ze zelf willen.”

Taal maakt verschil

Het verschillend benoemen van kleuren kan ook door culturele of individuele factoren komen. Siuda-Krzywicka: “Ik kan bijvoorbeeld een rood object precies op dezelfde manier waarnemen als mijn buurman, maar ik noem het oranje omdat ik geleerd heb dat oranje er zo uitziet.”

Ook de taal die je spreekt, kan ervoor zorgen dat je kleuren anders verwerkt. “Dat heeft te maken met aandacht”, vertelt Siuda-Krzywicka. “Grieken hebben bijvoorbeeld een extra term voor een kleur blauw die Engelsen niet hebben. Hierdoor besteden Grieken meer aandacht aan die kleur en zullen zij die anders verwerken dan Engelsen, voor wie het slechts een andere, oninteressante kleur blauw is.” De Weert voegt toe dat een mode­ontwerper veel preciezer zal zijn in het beschrijven van kleuren. “Omdat die daar veel mee bezig is.”

Dat we kleuren verschillend benoemen, kan dus zowel aan fysieke verschillen liggen, als aan culturele en individuele verschillen. En dan is een meningsverschil al snel geboren. De Weert: “Als we miljoenen tinten naast elkaar leggen, kunnen we met honderd procent zekerheid zeggen dat ze van elkaar verschillen. Maar ze precies benoemen, daar missen we de woorden voor.”