Direct naar artikelinhoud
ReportageMen Having Babies

Voor ruim 100.000 euro kunnen Belgische homokoppels een kind krijgen

Op het congres over draagmoederschap van Men Having Babies (MHB) in het Brusselse The Hotel.Beeld Bas Bogaerts

Voor ruim 100.000 euro kunnen Belgische homokoppels een kind krijgen met hulp van een Amerikaanse eiceldonor en draagmoeder. Hoe dat precies moet, leerden ze dit weekend op de gecontesteerde conferentie Men Having Babies. ‘Wat moet je anders, als je een kind wilt?’

Aan de bomen voor het Brusselse The Hotel hebben actievoerders foto’s geplakt van baby’s en zwangere buiken met een barcode op. Het verwijt is duidelijk: hier worden vrouwen en baby’s verhandeld. “Daar werden we even stil van”, zeggen Jonathan en Yanou. Het koppel is vijf jaar getrouwd en klaar voor een kind. Ze hopen hier antwoorden te vinden. “Natuurlijk hebben we ons al afgevraagd of dit wel kan.” 

Het was de vijfde keer al dat de Amerikaanse non-profitorganisatie Men Having Babies (MHB) in Brussel neerstreek, met in haar kielzog een hoop Amerikaanse fertiliteitscentra, agentschappen voor draagmoeders en allerhande specialisten die homostellen assisteren in de weg naar een kind via een Amerikaanse of Canadese draagmoeder. 

In die vijf jaar is het aantal deelnemers verdubbeld tot 300, de geïnteresseerden komen vooral uit België, Nederland en Frankrijk. “Voor de meeste Europese koppels is draagmoederschap de enige optie”, zegt voorzitter Ron Pool-Dayan. Buitenlandse adoptie is geen optie en er zijn nauwelijks Belgische adoptiekinderen. 

In de conferentiezaal turen mannen naar een powerpoint over eicellen en luisteren ze naar getuigenissen van draagmoeders. “Die verhalen halen er voor ons de druk wel wat van af: het zijn vrouwen die willen helpen”, zeggen Jonathan en Yanou. “Je krijgt hier ook het gevoel dat onze kinderwens iets natuurlijks is.” 

In België bevindt het draagmoederschap zich in een juridisch vacuüm, in de VS en Canada kan het wel, al is het niet altijd evident om via de Amerikaanse geboorteakte het ouderschap nadien ook hier te laten erkennen: in kleine gemeentes zou dat moeizamer verlopen dan in steden. Er is zeker één Belgisch koppel dat al vier jaar ijvert voor die erkenning. 

Een koppel dat anoniem wil blijven, heeft al een deel van het traject afgelegd: ze hebben embryo’s laten invriezen in een fertiliteitscentrum in Oregon. “Afgelopen zomer zijn we naar daar gevlogen voor het spermastaal.” 

De eiceldonor – de draagmoeder is nooit de biologische moeder – kozen ze uit de databank van het ziekenhuis. Die is eerder beperkt, maar de donors zijn wel medisch gescreend. “Er zijn ook commerciële databanken: daar heb je meer keuze, maar de vrouwen zijn niet gescreend.” De volgende stap is via een gespecialiseerd agentschap een surrogaat zoeken, maar daarvoor is het nog even sparen. 

Want de prijs is niet min. In de brochure van MHB is een prijslijst per agentschap te vinden: ze variëren van 88.000 euro tot 153.0000 euro, al kunnen ze via MHB allerlei kortingen bekomen. Pool-Dayan kent de kritiek: dat mensen hier een kind kopen. “Mensen hebben een vreemde attitude als er centen bij komen kijken”, vindt hij. “Ze begrijpen niet waarvoor dat geld dient.”

De draagmoeders worden gecompenseerd voor hun ongemak, gemiddeld is dat zowat 27.000 euro. Voorts passeren in dit verhaal ook allerlei advocaten en de agentschappen langs de kassa, maar de grootverdieners zijn de fertiliteitscentra. Pool-Dayan: “In de VS zijn dat privébedrijven die goed doorrekenen. Ik zou het ook liever anders zien, maar het is nu eenmaal zo.” Wat moet je anders?, zegt het anonieme koppel. “Je kunt ook in Azië terecht, maar daar is geen enkele wetgeving. Voor hetzelfde geld krijg je je kind niet mee.”

Hendrik Cillin en zijn partner verwachten in januari hun eerste kindje. Molly Corcoran uit Connecticut is hun draagmoeder.Beeld Bas Bogaerts

Gynaecologe en Europees parlementslid Petra De Sutter (Groen) zegt dat ze de wensouders begrijpt, maar ze heeft het moeilijk met het commerciële karakter van de conferentie. “Het stoort me dat zo’n organisatie neerstrijkt in Brussel om hier zo veel mogelijk Europese koppels te bereiken, waardoor wij een rekruteringsdraaischijf voor commercieel draagmoederschap worden. En we kunnen daar niets aan doen, omdat er geen wettelijk kader is.” Zij pleit voor een heldere wetgeving voor draagmoederschap met ruimte voor compensatie, maar zonder winst voor allerlei tussenpersonen en agentschappen. 

De Nederlander Hendrik Cillin en zijn partner verwachten in januari hun eerste kindje. Molly Corcoran, hun draagmoeder uit Connecticut, werkt voor een agentschap en is er ook bij in Brussel. “Heel gezellig allemaal.” 

Corcoran vertelt dat ze lang in een fertiliteitskliniek heeft gewerkt. “Ik zag er elke dag draagmoeders, voor mij was dat niets vreemd.” Ze heeft zelf al drie kinderen – een vervulde kinderwens is een voorwaarde voor wie zich wil opgeven als surrogaat. Dit is haar tweede ronde als surrogaat. “Het geeft een heel speciaal gevoel om te kunnen helpen, maar je moet begrijpen dat het niet jouw kind is.” 

“Wat is een redelijke compensatie?”, vraagt het koppel zich af. Gemiddeld genomen krijgt een draagmoeder 30.000 euro, en dat vinden de twee heren niet te veel. “Ze moeten regelmatig naar de arts, zichzelf inspuitingen toedienen, negen maand een kind dragen met alle risico’s van dien. Het is toch best wat.” In Nederland, zeggen ze, wordt er gesproken over een tegemoetkoming van 50 euro per maand, voor zwangerschapskleren. “Dat is toch niet fair?”