Direct naar artikelinhoud
Gezondheid

We weten dat het helpt om te praten over psychische problemen, toch doen we het niet

Sven (unik-id)Beeld Wouter Van Vooren

Bijna een op de vier Vlamingen met psychische problemen praat er niet over met vrienden of familie. Nochtans is zowat iedereen het erover eens dat praten helpt. ‘Het publieke stigma valt als een onweersbui over ons.’

Sven (44) was 21, nog een student, toen hij voor het eerst te maken kreeg met een psychose. Zijn achternaam ziet hij liever niet in de krant, hij noemt zich tegenwoordig Sven (unik-id). Dat is niet omdat hij anoniem wil blijven, maar omdat hij misselijk wordt als hij zijn achternaam ziet. “De psychose heeft mijn hele identiteit weggevaagd”, zegt hij. “Dat is een groot verschil met een lichamelijke ziekte. Je brein wordt aangetast en je bent jezelf niet meer.”

Sven kwam terecht in een psychiatrisch ziekenhuis, waar hij ook zijn vrouw leerde kennen, omdat ze er een andere patiënt kwam bezoeken. Toch duurde het veertien jaar, tot 2010, voor hij zijn vriendenkring inlichtte. 

“Toen moest ik opbiechten dat ik mijn vrouw niet heb leren kennen in een gewoon ziekenhuis”, zegt Sven. “Mijn ouders hadden een familiebedrijf en iedereen in het dorp kende ons. Ik voelde mij de dorpsgek.”

Sven (unik-id)Beeld Wouter Van Vooren

Van alle deelnemers aan een nieuw onderzoek van CM en UGent met mentale problemen nu of in het verleden zegt 24 procent daar niet over gepraat te hebben met mensen uit hun nabije omgeving. Ze doen dat meestal omdat ze hun problemen liever zelf oplossen (49 procent) of omdat ze hun omgeving niet willen belasten (48 procent). Maar ook schaamte (32 procent) en angst voor reacties (26 procent) spelen een rol. Bij mannen, 65-plussers en mensen met een lagere opleiding is de schroom nog iets groter. Nochtans is 93 procent van de bevraagden in deze studie van mening dat praten over psychisch lijden helpt. 

“Er zijn nog steeds heel wat onderliggende barrières die maken dat mensen met psychische problemen het gesprek met hun omgeving niet durven aan te gaan en geen professionele hulp zoeken”, zegt Piet Bracke van de vakgroep sociologie aan de Universiteit Gent. “Het blijft voor velen van hen moeilijk om zelf het initiatief te nemen, terwijl we nochtans weten dat praten met vrienden of familieleden helpt. Zich gesteund weten door anderen wanneer het moeilijk gaat, is heilzaam. Bovendien kunnen vrienden of familieleden ertoe bijdragen om de stap naar professionele hulpverlening te verkleinen.”

Conflicten met dierbaren

De Vlaming stapt ook niet zomaar naar professionele hulpverlening. 28 procent geeft aan geen zorgverstrekker als een huisdokter, psycholoog of psychiater bezocht te hebben. Opnieuw is de voornaamste reden dat mensen hun problemen liever zelf oplossen (55 procent). Maar ook angst voor de kostprijs (33 procent) speelt een rol. 21 procent zegt niet te weten waar ze terecht kunnen.

Mentale problemen, zoals depressie, psychose of burn-out, komen voor bij bijna een op de vier Belgen. Onderzoekers van CM en Universiteit Gent vroegen aan 5.700 mensen in Vlaanderen en Brussel waar de schroom om te praten vandaan komt. 

“Een deel van de mensen die we bevraagd hebben, had nooit psychische problemen en hun antwoorden zijn even opvallend”, zegt professor Bracke. “Die mensen zeggen dat ze, als ze toch met psychische problemen te maken krijgen, daar zeker over zouden praten met vrienden of partner. Ze zouden ook professionele hulp zoeken. Je ziet dus dat ze hun bereidheid om hulp te zoeken overschatten. Dat komt doordat psychische problemen niet uit de lucht komen vallen. Ze zijn verknoopt met andere problemen, zoals conflicten met mensen die je dierbaar zijn, of ze leiden tot conflicten met die dierbaren, de mensen die je net nodig hebt op dat moment. Als er dan toch psychische problemen opduiken, valt het publieke stigma als een onweersbui over ons.”

Bij Sven zorgde zijn psychische ziekte voor grote spanningen met zijn ouders. Zijn psychose maakte hem namelijk overtuigd van een complot van een Zwitsers farmaceutisch bedrijf waarin ook zijn ouders meespeelden. 

“Pas in 2010 heb ik hen alles verteld en zijn we naar een relatietherapeut gegaan”, zegt Sven. “Dat heeft onze relatie toch wat kunnen rechttrekken, maar het toont hoe complex het soms kan zijn.”

CM lanceert het leesteken .?.Beeld RV

De goede kant uit

Sven (unik-id) is zich geleidelijk aan gaan inzetten voor Te Gek!?, de organisatie die het taboe rond psychische aandoeningen wil doorbreken. Hij maakte voor hen samen met Rick de Leeuw de toneelvoorstelling Bijzondere ontwikkelingen, die deze week in première gaat.  Na vijftien jaar campagnes van Te Gek!? en vier jaar Rode Neuzen Dag is er dus nog altijd een sterk taboe om te praten over psychische problemen en hulp zoeken. Volgens Bracke is er geen onderzoek dat de situatie kan vergelijken met bijvoorbeeld 40 jaar geleden.

“Mijn aanvoelen is dat het de goede kant uitgaat, maar het is zo dat als je de Vlaming vergelijkt met inwoners van even welvarende regio’s, we er niet uitkomen als uitblinkers in het praten over problemen.” 

CM grijpt haar onderzoek aan om een nieuwe campagne op gang te trappen. Ze lanceren het leesteken: .?. Wie dat op sociale media gebruikt, geeft daarmee aan dat hij écht wil weten hoe het met iemand gaat. “Lopen we elkaar vandaag tegen het lijf, dan vragen we wel ‘ça va?’, maar vaak zijn we niet geïnteresseerd in het antwoord op de vraag”, zegt CM-gezondheidsexperte Carolien Luypaert. “Veel meer dan een clichébegroeting, moet onze ‘ça va?’ een oprechte vraag worden.”