Direct naar artikelinhoud
InterviewDaniel Cohn-Bendit

Daniel Cohn-Bendit, de groene paus van Duitsland: ‘We stellen de juiste vragen zonder met het belerende vingertje te zwaaien’

Daniel Cohn-Bendit: ‘Je moet altijd rekening houden met het verschil tussen de stad en het platteland. Op het platteland heb je een auto nodig, anders red je het niet.’Beeld Marco Mertens/Humo

Groen en Ecolo hebben hun aantal zetels in de Kamer bijna weten te verdubbelen, maar dat is klein bier met wat in Duitsland te gebeuren staat. Volgens de peilingen zouden Die Grünen bij nieuwe verkiezingen 25 procent van de stemmen halen en de tweede grootste partij worden. Kopstuk Daniel Cohn-Bendit ziet niet snel een einde komen aan het groene succesverhaal in Europa: ‘We stellen de juiste vragen zonder met het belerende vingertje te zwaaien.’

Volgens sommigen doet het milieudebat denken aan een cursus marxisme-leninisme: toen was het kapitalisme de grote vijand, nu wordt alles door een ecologische bril bekeken. Is dat een dwaze vergelijking?

Daniel Cohn-Bendit: “Neen, dat is gedachtegoed uit het verleden dat nog waarde heeft. Maar je moet je hoeden voor argumenten waarmee je de discussie doodslaat. Als ik bijvoorbeeld zeg dat de opwarming van de aarde tot elke prijs gestopt moet worden en dat mijn strategie de enige mogelijke strategie is, omdat anders de wereld vergaat, heb ik geen enkele marge meer. Dan sta ik schaakmat. Dat is te vergelijken met de oude discussie dat een regering van wetenschappers en filosofen richtlijnen opstelt en die uitvoert, omdat gewone stervelingen daar niet toe in staat zijn. Die tendens zie je nu in China. Maar je kunt het ook op een andere manier oplossen. In Duitsland hebben we bijvoorbeeld de kernuitstap voor elkaar gekregen. Dat had weinig met de klimaatverandering te maken.”

Wilt u de discussie over kernenergie dan heropenen?

“Ik ben nog altijd tegen kernenergie, laat me daar duidelijk over zijn. Maar als je de klimaatverandering ernstig neemt, moet je de uitstap in andere landen anders benaderen. China kan niet tegelijk zijn kerncentrales sluiten en de steenkoolindustrie opdoeken. De groene beweging moet bereid zijn om daarover te discussiëren. Landen als China of Polen zijn sterk afhankelijk van steenkool: dan moet je kijken welke alternatieven haalbaar zijn. Als iemand zegt dat hij een moderne kerncentrale wil bouwen zodat we sneller van die steenkool af zijn, ga ik hem niet verwijten dat hij onze toekomst op het spel zet.”

U hebt advies gegeven aan de Franse president Emmanuel Macron. Waarom?

“Hij beseft dat er veel moet veranderen in Frankrijk. Vanuit de groene hoek krijgt hij het verwijt dat zijn maatregelen niet ecologisch zijn, maar niemand wordt groen geboren, ook wij niet. Velen van ons waren marxisten vóór ze bevlogen milieuactivisten werden, en hebben tenenkrullende onzin uitgekraamd. Macron is een zegen voor Frankrijk, omdat hij oude structuren afbreekt en het milieu vooropstelt.”

Zo eenvoudig gaat het toch niet: door de protesten van de gele hesjes moest president Macron zijn milieuvriendelijke maatregelen afzwakken.

“Dat klopt. In de eerste ronde van de presidentsverkiezingen kreeg hij 25 procent van de stemmen: driekwart van de kiezers kon hij niet overtuigen. En in de tweede ronde hebben veel mensen vooral tégen Marine Le Pen gestemd. De groenen zullen hetzelfde ervaren als zij aan de macht komen.”

Wat kunnen de groenen dan leren van president Macron?

“Je moet altijd rekening houden met het verschil tussen de stad en het platteland. Op het platteland heb je een auto nodig, anders red je het niet. Een paar bussen of treinen méér zullen dat niet veranderen. Je moet de mensen die van hun auto afhankelijk zijn, op zo’n manier steunen dat ze die minder vaak gebruiken.”

Nu klinkt u wel erg pragmatisch voor iemand die in de jaren 60 politiek actief werd als radicale revolutionair.

“Maar ik ben nog altijd radicaal! Radicaal zijn wil niet zeggen dat het alles of niets is, en dat je meedogenloos je eigen programma doordrukt. Je moet proberen tegenstrijdigheden te overwinnen, dáár draait het om. Radicaal is het nieuwe realisme. Vandaag ben je radicaal als je erin slaagt een meerderheid in de samenleving te vinden voor de ecologische omslag, en de angst van de bevolking kunt wegnemen.”

“Wetenschappers zijn sterk in het formuleren van horrorscenario’s. Die mogen we niet negeren, maar ik wil me afvragen hoe ik de hele gemeenschap meekrijg in mijn verhaal. Bij elke verkiezingen zeggen de traditionele partijen: ‘Stem op ons, en alles zal beter worden.’ Als de groenen eerlijk zijn, zeggen ze: ‘Stem op ons, en alles zal lastiger worden.’”

“Nu, als de groenen in een regering stappen, zullen ze compromissen moeten sluiten. Dan wordt het interessant om te zien hoe ze omgaan met milieubewegingen. Je moet immers naar hen luisteren zonder opportunistisch te zeggen dat je alles zult doen wat ze vragen, want dat is niet mogelijk.”

Daniel Cohn-Bendit: ‘Radicaal is het nieuwe realisme. Vandaag ben je radicaal als je erin slaagt een meerderheid in de samenleving te vinden voor de ecologische omslag, en de angst van de bevolking kunt wegnemen.’Beeld AFP

De groenen scoren traditioneel altijd beter in de peilingen dan in het kieshokje. Zal dat ooit anders zijn?

“Absoluut, omdat er nu een aantal elementen samenkomen: steeds meer mensen zijn zich bewust van de klimaatverandering en de enorme uitdagingen waar we voor staan. En het zijn niet alleen de groenen die de mensen mobiliseren. Ook de manier waarop we nu aan politiek doen, is anders. We stellen de juiste vragen zonder met het belerende vingertje te zwaaien.”

Maar als de groenen aan de macht komen, zullen ze antwoorden op die vragen moeten vinden.

“Dat is de uitdaging. We moeten er rekening mee houden dat iedereen zal kijken of we ook uitvoeren wat we hebben voorgesteld.”

Radicale veranderingen die niemand pijn doen, bestaan niet, hebt u in de jaren 60 en 70 gezegd. En nu?

“Vroeger waren kiezers ontgoocheld als politici hun beloften niet nakwamen. Nu zullen ze op de tanden moeten bijten als die beloften wél gehouden worden. Maar dat zullen de kiezers alleen doen als die maatregelen zinvol zijn en perspectief op een betere toekomst bieden.”

U citeert graag de kunstenaar Joseph Beuys, die in 1979 heeft gezegd dat alleen de groenen een reorganisatie van het leven willen. Maar wat als de meerderheid van de bevolking dat niet wil?

“Dat is dé grote uitdaging. Maar zelfs als de groenen de grootste of tweede grootste partij worden, zullen ze een coalitie met andere partijen moeten vormen. Het zal niet eenvoudig zijn om dan een regeerakkoord op te stellen waar ook klimaatwetenschappers zich in kunnen vinden.”

Maar als de meeste mensen alles bij het oude willen laten, zult u dat accepteren?

“We moeten hoe dan ook proberen dingen te veranderen, zelfs als dat betekent dat we verkiezingen zullen verliezen.”

© Die Zeit