Direct naar artikelinhoud
Justitie

‘Toen zijn bij mij de stoppen doorgeslagen’: op het proces tegen moordenaar burgemeester Moeskroen

Nathan Duponcheel in de rechtszaal.Beeld Photo News

‘Het was het ergste moment van mijn leven. De baan die ik wou kon ik niet krijgen en het meisje van wie ik hield ook niet. Het enige wat ik nog kon, was gerechtigheid brengen voor mijn vader.’ Ook twee jaar nadat hij de burgemeester van Moeskroen vermoordde lijkt zelfrelativering nog een werkpunt voor de nu 20-jarige Nathan Duponcheel.

“Ten eerste, mijnheer de voorzitter, houd ik eraan te zeggen dat ik beken dat ik de daad vooraf heb bedacht.”

Dat waren zijn eerste woorden.

Hierna richtte hij zich netjes, vermoedelijk zoals vooraf doorgepraat met zijn advocaat Jean-Philippe Rivière, tot in de zaal aanwezige nabestaanden van Alfred Gadenne (71), tot zijn dood op 11 september 2017 de immens populaire cdH-burgemeester van Moeskroen. “Sinds de feiten, die helemaal zinloos waren, heb ik er elke dag spijt van gehad. Ik zou de dingen willen kunnen veranderen, maar dat is onmogelijk.”

Vier cutters in een rugzak

Er is voor het assisenhof in Bergen een kleine week uitgetrokken voor het proces waarvan lang werd gedacht dat het hoofdzakelijk zou draaien om voorbedachtheid of niet, maar het gaat dus enkel over een introverte Waalse jongen in een sweater die fan is van de Franse rapper La Fouine. Hij had diens ‘Papa’ in z’n oortjes en vier cutters in een rugzak toen hij die avond iets voor zevenen ging neerzitten in het speeltuintje naast het kerkhof van Lowingen, bij Moeskroen.

Nathan Duponcheel had op tv gezien dat burgemeester Gadenne daar dagelijks eigenhandig de poortjes ging afsluiten. “Bij dat nummer van La Fouine moest ik altijd aan m’n papa denken.”

Zijn vader werd eind 2014 ontslagen door het stadsbestuur van Moeskroen, en anderhalve maand later hing de man zich op. Nathan was toen pas vijftien, hoorde zijn oom Jean verkondigen dat het allemaal de schuld was van de burgemeester. Veel andere informatiebronnen had de kleine Nathan niet.

Toen hij in de zomer van 2017, net middelbaar afgestudeerd, vanwege een oorprobleem niet werd aangenomen bij het leger en zijn ex-klasgenote Kathleen hem afwees, kwam alles samen in wat hij nu verwoordt als “het ergste moment van mijn leven”.

“Ik maakte de inventaris op van mijn leven: de baan die ik wou kon ik niet krijgen en het meisje met wie ik samen wou gaan leven ook niet. Het enige wat ik nog kon, was gerechtigheid brengen voor mijn vader. Ik was in zo’n staat, toen. Zelfs mijn beste vrienden hadden me de rug toegekeerd. Ik zat in een negatieve spiraal, moest de hele tijd aan mijn papa denken.”

Grijns

Alfred Gadenne had hem op het kerkhof niet herkend als zoon van, en dat had al niet geholpen om Nathan van z’n waanzinnige idee af te brengen. Toen had de burgemeester vriendelijk geglimlacht.

“Het kwam bij mij over als een grijns, en op dat moment zijn bij mij de stoppen doorgeslagen. Misschien was het een gewone glimlach, maar op moment zelf heb ik het anders aangevoeld. Een grijns, alsof hij me belachelijk vond. Een belediging.”

Hij ziet er een beetje sullig uit voor iemand die terecht staat voor moord. De eerste zittingsdag had bij momenten meer weg van een mondeling examen waarvan je al van bij het eerste antwoord voorvoelt dat de student onvermijdelijk zal worden gebuisd.

Het proces zal iets minder dan een week duren, en aan het eind wordt het voor de twaalf juryleden een immense gewetenskwestie: hoeveel jaar wordt er van het nog prille leven van de student afgeknipt? Ooit moet ook Nathan Duponcheel weer een plekje krijgen in deze samenleving.

Ontslag

Eén ding was lang voor het proces volkomen helder. De burgemeester was op geen enkele manier rechtstreeks betrokken bij het ontslag van z’n vader. Een ontslag dat er trouwens juridisch-technisch geen was. Olivier Duponcheel was in 2004 met 1.400 anderen afgevloeid bij Belgacom, aan een baan geholpen door de FOD Binnenlandse Zaken en van daaruit gedetacheerd naar de gemeente Moeskroen, dat eind 2014 besloot z’n loon niet meer te betalen.

De zaak zou voor de arbeidsrechtbank zijn getrokken, en aan het eind zouden ofwel de gemeente ofwel de FOD de situatie in orde moeten brengen. Maar dat wist Nathan allemaal niet.

“Ik kon er met niemand over praten, ook niet met m’n moeder. Voor haar was die geschiedenis afgelopen, ik kon het bij haar niet terug oprakelen. Mijn moeder werkt zelf bij de gemeente, zij wou liever niet dat het voor de rechtbank werd getrokken.”

“Papa sprak thuis vaak over z’n problemen, hij zag daar van af. Hij kwam thuis en vertelde dat hij weer eens was gepest door zijn chef. Hij was erg gestresseerd. Mijn vader heeft nog geprobeerd om tot een vriendschappelijk akkoord te komen, maar die chef heeft dat geweigerd. De laatste poging was op 13 februari, de dag voor hij uit het leven stapte. Hoe ik dat wist? Ik was erbij toen het telefoontje kwam. Mijn vader zei dat er nu niks anders meer op zat dan de zaak voor het gerecht te trekken.”

Baas van de gemeente

Maar waar, vroeg voorzitter Jean-François Jonckheere, zag hij een reden om het ontslag de burgemeester aan te wrijven? Wist hij wel wat een burgemeester zoal doet?

“Euh, hij is de baas van de gemeente.”

Jonckheere: “Ja, en in een gemeente worden alle beslissingen gemeenschappelijk genomen door een college van burgemeester en schepenen, op voorstel van minstens twee ambtenaren.”

“Ja, maar helaas wist ik dat op dat moment nog niet. Toen, op dat ogenblik, was ik er zeker van dat het zijn schuld was.”