Gecrashte Belgische F-16-piloten hebben "er alles aan gedaan om woonzones te vermijden"

"De piloot en zijn copiloot deden er alles aan om de bewoonde gebieden te vermijden en hebben pas op het allerlaatste moment, 800 meter van de crash, hun schietstoel gebruikt", zei luitenant-kolonel Pierre Rio, van de militaire delegatie van het departement.

Het gevechtsvliegtuig vloog van de basis in het Belgische Florennes naar de basis Lann Bihoué in het Franse Lorient. Het was in de buurt van die laatste basis dat het vliegtuig in de problemen kwam door een motorprobleem. De piloten maakten daarop gebruik van hun schietstoelen. De ene piloot kwam uiteindelijk op de grond terecht, de tweede moest gered worden uit een hoogspanningslijn.

"Het vliegtuig was niet bewapend maar droeg een model van een wapen om een gevechtssituatie te simuleren", aldus Rio. Dat werd op zijn beurt een probleem voor de brandweermannen die ter plaatse waren gekomen omdat ze de echtheid van de wapens niet kenden.

Momenteel is er nog een gerechtelijk onderzoek gaande. Om het onderzoek te waarborgen en om nieuwsgierigen uit de buurt te houden, werd er een vliegverbod ingesteld in een straal van vijf kilometer rondom de plaats van de crash en tot op een hoogte van 1.000 meter. Het opruimen van de site zal drie tot vier weken duren.

Daarnaast kunnen de bewoners bijna een week na het ongeval nog altijd niet naar huis keren. Patrick en Béatrice Kauffert, de twee eigenaars van een huis dat getroffen is door de F-16 verblijven bij een adjunct-burgemeester en 14 anderen werden in een hotel geplaatst of konden bij vrienden of familie terecht. 

“We weten nog altijd niet zeker of we er op een dag opnieuw kunnen wonen”, zegt Patrick Kauffert, die ondertussen al 21 jaar in Bretagne woont. Ondertussen is wel al duidelijk dat de schade aan zijn woonst gedekt is door de verzekering. Dat is goed nieuws, zegt advocaat Charles de Corbière: “Als ze niet verzekerd zouden zijn, dan zouden ze zich tot de Belgische staat moeten richten.”