‘Piloten neergestorte F-16 hebben er alles aan gedaan om woonzones te vermijden’

De plek waar het gevechtsvliegtuig neerstortte. © ISOPIX

De twee Belgische piloten die vorige week betrokken waren bij de crash van een F-16 in Frankrijk, hebben ‘er alles aan gedaan om woonzones te vermijden’. Dat hebben de Franse autoriteiten woensdag op een persconferentie gezegd. Het opruimen van de crashsite zal drie tot vier weken duren. Het gerechtelijk onderzoek loopt nog.

pvm

‘De piloot en zijn copiloot deden er alles aan om de bewoonde gebieden te vermijden en hebben pas op het allerlaatste moment, 800 meter van de crash, hun schietstoel gebruikt’, zei luitenant-kolonel Pierre Rio, van de militaire delegatie van het departement.

Het gevechtsvliegtuig vloog van de basis in het Belgische Florennes naar de basis Lann Bihoué in het Franse Lorient. Het was in de buurt van die laatste basis dat het vliegtuig in de problemen kwam door een motorprobleem. De piloten maakten daarop gebruik van hun schietstoelen. De ene piloot kwam uiteindelijk op de grond terecht, de tweede moest gered worden uit een hoogspanningslijn.

‘Het vliegtuig was niet bewapend maar droeg een model van een wapen om een gevechtssituatie te simuleren’, aldus Rio. Dat werd op zijn beurt een probleem voor de brandweermannen die ter plaatse waren gekomen, omdat ze niet wisten dat het niet om een echt wapen ging.

Gerechtelijk onderzoek

Momenteel is er nog een gerechtelijk onderzoek gaande. Om het onderzoek te waarborgen en om nieuwsgierigen uit de buurt te houden, werd er een vliegverbod ingesteld in een straal van vijf kilometer rondom de plaats van de crash en tot op een hoogte van 1.000 meter.

Daarnaast kunnen de bewoners bijna een week na het ongeval nog steeds niet naar huis keren. De twee eigenaars van een huis dat getroffen is door de F-16 verblijven bij een adjunct-burgemeester en 14 anderen werden in een hotel geplaatst of konden bij vrienden of familie terecht.