Direct naar artikelinhoud
Lopende zakenBart Eeckhout

Voor de rechtsstaat was het een uitstekende week

Donald Trump en Boris Johnson kunnen het goed met elkaar vinden op hun meeting deze week in het VN-hoofdkwartier in New York.Beeld AFP

Zowel in de VS als in Groot-Brittannië komen de verkozenen des volks voor een duivels dilemma te staan. Verdedigen ze principieel de rechtsstaat tegen de autoritaire ambities van de regeringsleider of bukken ze uit electorale berekening? De gemaakte keuzes zijn ook interessant voor Vlaanderen. Hoofdredacteur Bart Eeckhout analyseert de politieke week.

In wezen is het geen moeilijk verhaal. De president van de Verenigde Staten heeft het voorrecht van zijn ambt gebruikt – misbruikt, eigenlijk – om een collega-staatshoofd ertoe aan te zetten mee te helpen bij het bezwadderen van een belangrijke politieke tegenstrever. Dat is wat we voorlopig weten van het markante telefoongesprek tussen Donald Trump en zijn Oekraïense evenknie Volodomir Zelenski over de Democratische presidentskandidaat Joe Biden en zijn zoon Hunter.

Voor elke andere politicus zou het dan over en sluiten zijn. De feiten zijn ernstiger dan het leugentje van Bill Clinton over zijn geflikflooi met een stagiaire en de betrokkenheid van de president is recht­streekser dan die van Richard Nixon bij Watergate. Vanuit dat opzicht is de impeachment­procedure tegen president Trump niet meer dan logisch.

Bart Eeckhout.Beeld Eva Beeusaert

Maar Donald Trump is niet ‘elke andere politicus’. Al zodra het schandaal zich op gang trok, klonk de analyse op dat Trump juist de grote winnaar kan worden, als de Democratische tegenpartij te hard doorduwt. Van The Economist tot The Washington Post: overal viel een gelijksoortige waarschuwing te lezen. “Dit is ontzettend riskant”, zei bijvoorbeeld ook professor Bart Kerremans (KU Leuven) in deze krant. “Trump wordt nu in een slachtofferrol geduwd.”

Spelregels overtreden

Zulke stellingnames hoeven niet te verwonderen. Menig analist heeft het lesje wel geleerd bij de verkiezing van Trump. Toen tijdens de campagne bleek dat de man niet terugschrikt voor de meest gore seksistische praat, meende menigeen dat het voorbij was met presidentskandidaat Donald Trump. Een spectaculaire vergissing.

Als populist heeft Trump één groot concurrentievoordeel op zijn opposanten. Als hij de spelregels overtreedt – en dat doet hij wel vaker – dan hoeft hij maar te roepen wat hij altijd al riep: dat die spelregels van ‘Washington’ nu juist bedoeld zijn om hem en het volk te dwarsbomen. In een electorale strijd zou hij daar inderdaad weg mee kunnen komen.

Dat besef plaatst de Democratische leider Nancy Pelosi voor een prangend, hamletiaans dilemma. To be or not to be: moet je opstaan tegen het machtsmisbruik met het risico zelf ten onder te gaan, of toch maar bukken uit strategische berekening?

Juist omwille van de vrees dat de giga-aandacht die een impeachment­procedure met zich meebrengt Trump enkel bevoordeligt, had Pelosi tot afgelopen week zich telkens gebukt. Dat ze nu wel in actie komt, zal te maken hebben met interne partij­druk, maar het toont ook aan dat er nog altijd grenzen kunnen gesteld worden aan electorale berekening.

Voor de rechtsstaat – sluit­steen van de liberale democratie – is dat hoe dan ook uitstekend nieuws. Het parlementaire remmechanisme dat de Amerikaanse grondwetgever bij mogelijk machtsmisbruik heeft voorzien, werkt nog altijd naar behoren. Daarvoor dient een rechtsstaat nu eenmaal: om het volk te beschermen tegen de willekeur en de autoritaire kuren van een leider, zelfs als die democratisch verkozen is.

Dat rechtsstaat en democratie soms maar lastig te rijmen vallen, is niet uitzonderlijk. In zijn nagelnieuwe boek Hoera! De democratie is niet perfect legt collega Joël De Ceulaer uit dat ook in een (illiberale) democratie de rechtsstaat danig kan uitgehold worden, en dat de rechtsstaat juist dient om de samenleving/democratie ervoor te behoeden dat ze zichzelf te gronde richt.

Het is goed mogelijk dat de democratie aan de stembus nog terugslaat, en Donald Trump een tweede ambts­termijn gunt. Maar voorlopig heeft de rechtsstaat wel de 1-0 gescoord.

Brexit zorgt voor 2-0

Eigenlijk staat het zelfs al 2-0 voor de rechtsstaat. Door het toeval van de agenda ontrolde zich immers ook in het Verenigd Koninkrijk de voorbije week een erg vergelijkbare strijd tussen de rechtsstaat en de democratisch verkozen regeringsleider.

Om zijn zin te kunnen doen met de brexit, poogde de Britse premier Boris Johnson om het parlement op slot te draaien. Een ongezien manoeuvre dat afgelopen dinsdag door het Hooggerechtshof ongeldig werd verklaard. Natuurlijk mag je je zorgen maken als een regeringsleider per decreet beslist om het parlement naar huis te sturen. Maar ook in Groot-Brittannië blijkt de rechtsstaat uiteindelijk robuust genoeg om de machts­usurpatie af te blokken. 2-0, dus.

Boris Johnson.Beeld EPA

En kijk, ook in het VK klinken dezelfde electorale waarschuwingen als in de VS. Ook daar zijn nogal wat analisten het erover eens dat juist de geviseerde Boris Johnson, die dezer dagen met de grove populistische borstel door de Conservatieve partij gaat, weleens de uiteindelijke electorale winnaar zou kunnen zijn. Ook hij bedient immers een publiek dat erg wantrouwig staat tegenover de instellingen. En ook hier zou dat nog weleens kunnen kloppen ook.

De kwestie is: moet die vrees voor electorale consequenties altijd het ultieme argument zijn? Juist omdat ze van het ‘buiten de orde staan’ hun politieke handelsfonds maken, laten populisten zich maar moeilijk vangen in de gebruikelijke regels. En dat kan soms zelfs een keer verfrissend werken. Maar als je altijd wijkt voor dit type politici, dan riskeert de rechtsstaat vroeg of laat echt aangevreten te raken.

Onrechtvaardig

Die vaststelling komt ook van pas in de Vlaamse politiek. Nu een nieuwe Vlaamse regering zich aandient, en wel zonder verkiezingsoverwinnaar Vlaams Belang, kan je wel voorspellen dat radicaal-rechts zal huilen over hoe onrechtvaardig en ondemocratisch dat wel is.

Dat is het, voor de goede orde, helemaal niet. Het is perfect legitiem en democratisch dat een partij van 18 procent niet in een regering komt als een andere coalitie wel een meerderheid haalt. Ook hier geldt dat sommigen – CD&V en Open Vld om ze niet te noemen – het op democratische wijze beschermen van de rechtsstaat tegen radicaal-rechtse inperking belangrijker vonden dan buigen voor de electorale winden. Daarvoor verdienen ze respect.

Dat respect zullen ze niet per se krijgen. Ook hier valt te horen dat het blokkeren van het VB in de oppositie de partij juist in de kaart speelt. Dat zou kunnen, al toont de grillige geschiedenis van het VB dat het ook geen wetmatigheid hoeft te zijn. De kiezer krijgt, als hij dat wil, nog de kans om tegen te scoren, helemaal zoals het hoort in een democratie. Maar voorlopig is het 3-0 voor de rechtsstaat.