Direct naar artikelinhoud
InterviewDirk De Wachter

‘Accepteer dat lastigheden en tekorten bij het leven horen, en deel ze met anderen’

Dirk De WachterBeeld Wouter Maeckelberghe

‘Dit is geen pleidooi voor meer miserie’, zegt professor psychiatrie Dirk De Wachter (KU Leuven) over De kunst van het ongelukkig zijn dat vanaf vandaag in de winkel ligt. Stop met streven naar ‘leukigheid’ en deel vaker verdrietige momenten, schrijft hij. Maar: ‘Ik ben er zelf ook slecht in.’

Hij is geen filosoof, dat benadrukt hij meerdere keren in de therapieruimte die hij in zijn Antwerpse huis heeft ondergebracht. Toch werd professor psychiatrie Dirk De Wachter eerder dit jaar gevraagd om voor de Maand van de Filosofie een essay te schrijven. “De oplage was beperkt, zowat 2.000 exemplaren. In een mum van tijd kreeg ik boze mails van mensen die het nergens meer konden kopen.” 

Vandaag ligt het essay, uitgebreid tot het boek De kunst van het ongelukkig zijn, opnieuw in de winkelrekken: 20.000 exemplaren zijn er deze keer. De boodschap is onveranderd. “We slikken problemen in: we durven er niet over te spreken en daarin schuilt een groot gevaar”, zo schrijft hij. 

En ook: “Als we het kleine ongeluk niet aanvaarden als normaal, wordt het groot en onoverkomelijk. ‘Leuk’ keert op den duur als een boemerang terug in je gezicht. De kunst van het leven is volgens mij accepteren dat lastigheden en tekorten bij het leven horen, en ze delen met anderen. Als je dat doet, zal verdriet, groot en klein draaglijker worden.”

Waarom vinden we het zo moeilijk om onze lastigheden en tekorten te delen?

“Het heeft onder meer te maken met de meritocratische wereld waarin we tegenwoordig leven: geluk maak je zelf en pech is je eigen schuld. Er wordt verwacht dat we ongeluk in ons eentje oplossen. Dat we verdriet alleen met een therapeut, tegen betaling, bespreken. Dat zorgt voor lange wachtlijsten voor therapie, en ondanks onze sociale zekerheid is die hulp ook niet eens voor iedereen betaalbaar.”

Gebeurt het dat mensen bij u aankloppen en u hen na één gesprek moet zeggen: voor dit probleem hebt u mij eigenlijk niet nodig?

“Nooit. Patiënten denken vaak dat hun probleem niet ernstig genoeg is als ze hier in de wachtzaal zitten, maar zo zie ik dat zelf helemaal niet. Als ze hier aankloppen, is er een probleem en dan probeer ik daarbij te helpen.”

Wat beschouwt u als ongeluk dat we moeten accepteren? Vanaf wanneer moeten we hulp zoeken?

“Het gaat over alledaagse lastigheden: als we ruzie hebben met ons lief, als onze baas moeilijk doet over ons werk, als onze auto een platte band heeft, dan moeten we dat met anderen uit onze omgeving durven bespreken. Maar nu lijken ook die dingen door de leukigheidscultuur onder de mat geraakt. Dat is jammer, want het werkt net verbindend om zulke dingen te delen.”

Weten de meeste mensen dat inmiddels niet zelfs, dat opkroppen niet helpt?

“Mijn vrouw zegt ook vaak tegen mij: ‘Dit weet iedereen toch’. Ik denk dat ook. Maar blijkbaar is er nood aan een persoon, die werkt aan een universiteit en een zekere autoriteit heeft, om dit hardop te zeggen. Dat bewijzen toch de verkoopcijfers van mijn boeken.”

Schrijfster Griet Op De Beeck vindt uw boodschap om verdriet vaker te delen gevaarlijk. ‘De conclusies kan al gauw zijn dat het allemaal niet erg is’, zei ze recent in Humo

“Ik heb het niet over ernstige psychiatrische problemen, over misbruik of over trauma. Aan die mensen wil ik zeggen: zoek hulp, alsjeblieft.”

“Ik heb het ook wel gedacht toen ik in 2012 Borderline times schreef, dat mensen het idee zouden hebben dat ik hun lijden zou bagatelliseren. Die vrees is niet terecht gebleken. Integendeel: mensen met de diagnose borderline waren net blij dat ik een bredere betekenis aan hun lijden gaf, dat ze even van dat etiket verlost werden ook. Het is ook die richting, van het destigmatiseren, die ik nu uitwil.”

Zijn we vandaag ongelukkiger dan vroeger?

“Ik wil niet de persoon zijn die zegt: vroeger was alles beter. In het begin van de 20ste eeuw werden gevoelens volgens mij nog meer weggedrukt dan nu. Maar eigenlijk maakt het ook niet uit of het beter of slechter was. Er is veel onderzoek dat aantoont dat heel wat mensen zich nú eenzaam voelen. Dat ze nú niemand hebben, behalve hun therapeut, om verdriet mee te bespreken. Zij hebben niks aan een boodschap als ‘maar de generatie van uw grootouders, die waren nog eenzamer.’”

Hoe goed bent u eigenlijk zelf in ongeluk aanvaarden?

“Ik heb best veel geluk, besef ik. Ik ben in de juiste tijd en op de juiste plek geboren, heb een liefhebbend gezin, lok volle zalen en krijg daar ook nog eens applaus. Maar in zelf ongelukkig zijn ben ik even slecht als de meeste mensen in onze maatschappij, vrees ik. Toen mijn vader na het overlijden van mijn moeder steeds minder kon en bij elk bezoek over de mogelijkheden van euthanasie begon, woog dat enorm op mij. Ik ben een gereserveerd iemand, ik vind het ook moeilijk om dat met naasten te bespreken. Maar ik heb het wel gedaan, met mijn broer. En ja, dat heeft ons dichter bij elkaar gebracht.”