Beminnelijk, maar ook brutaal: “Zelfs als je maar net te laat was, kafferde Jan je uit terwijl iedereen erbij was”

Na 127 dagen onderhandelen en een laatste marathonvergadering van 22 uur kan Jan Jambon (N-VA) vandaag eindelijk zijn Vlaamse regeringsploeg voorstellen. Maar wie is de toekomstige Vlaamse regeringsleider? Een vat vol tegenstellingen, zo blijkt uit getuigenissen van mensen uit zijn omgeving. Zakelijke bestuurder maar emotionele flamingant. Beminnelijk, maar evengoed brutaal. Pragmatisch, maar ook ongeduldig en veeleisend. “Twijfel er niet aan. Vlaamse autonomie blijft zijn einddoel.”

Pieter Lesaffer

LIVE. Witte rook: Vlaamse regering geland

“Jan had een afkeer van de partijpolitiek. We waren uit de Volksunie gestapt uit onvrede met de linkse koers, en hij had een kater overgehouden aan de vele interne discussies.” We schrijven eind jaren tachtig, in Brasschaat. Jan Jambon en zijn vriend Luc Sevenhans blijven verweesd achter na hun vertrek uit de Volksunie. “Net als vele anderen in die periode”, zegt Sevenhans. “Er waren veel rechtse Vlaams-nationalisten die genoeg hadden van de Volksunie maar niet meteen een alternatief zagen. Er is toen veel gepraat. Ik heb voor Vlaams Blok gekozen, maar Jan wilde niet terug naar de partijpolitiek.”

Niet dat het hem niet is gevraagd, er staat op dat moment in Brasschaat net een nieuwe afdeling van Vlaams Blok in de steigers. “Jan Jambon zat mee in de kringen waarin de oprichting werd besproken”, zegt Vlaams Belang-kopman Filip Dewinter, die toen ook in die gemeente woonde. “Maar hij is nooit op de formele vergaderingen geweest. Hij had ook minder interesse voor ons verhaal rond migratie en identiteit. Voor hem telde alleen de Vlaamse autonomie.”

Lat (te) hoog

Jan Jambon, die het Vlaams-nationalisme van thuis heeft meegekregen, kiest voor het verenigingsleven. Samen met een andere verweesde ex-VU’er, Peter De Roover, neemt hij als jonge dertiger de touwtjes in handen van de Vlaamse Volksbeweging (VVB). Die koepelorganisatie is dan een voorbijgestreefde club voor oude mannen geworden. Onder leiding van het “onafscheidelijke duo” zou het anders worden. De Roover wordt voorzitter en Jambon secretaris.

“Jambon legde de lat meteen heel hoog”, zegt een medestander uit die periode. “Er moesten jaarlijks zoveel afdelingen bijkomen, er moesten subsidies worden aangevraagd, de financiën moesten beter... Hij was streng voor zichzelf én voor de anderen. Het was desnoods met de zweep erop, om resultaten te halen. Tegelijk was hij ook niet te beroerd om schouderklopjes te geven als die resultaten effectief werden behaald.”

Jan Jambon heeft ook lessen getrokken uit zijn studentenperiode aan de VUB, waar hij informatica studeerde en preses was van de Wetenschappelijke Kring. “Dat is minder succesvol geëindigd”, zegt Nick Trachet, die het jaar voor hem preses was. “Op het einde van zijn termijn was er zelfs een gat van 35.000 Belgische frank in de kas. Jambon zag het allemaal nogal groots. Zo kocht hij een eigen fotokopieermachine en richtte hij in een leegstaand huis van de VUB een café in. Maar dat bleek uiteindelijk allemaal te hoog gegrepen. Het heeft daarna nog enkele jaren geduurd voor de kas weer aangevuld raakte.”

Romantische revolutionair

Bij de Vlaamse Volksbeweging slaagt Jambon wel in zijn opzet, met Peter De Roover naast zich. Onder hun leiding krijgt de organisatie een nieuwe dynamiek. “Ze gaven de Vlaamse beweging weer hoop”, zo is te horen. “Ze brachten de VVB uit de catacomben. Ook inhoudelijk sloeg hun verhaal aan. Ze pleitten onomwonden voor Vlaamse onafhankelijkheid, zonder compromissen, en vooral: gebaseerd op economische, rationele argumenten.”

Dat rationele, nuchtere Vlaams-nationalisme blijft Jambon kenmerken. “Maar onderschat niet hoe sterk zijn emotionele band met de Vlaamse beweging is”, zegt Filip Dewinter. “Dat heb ik bijvoorbeeld vorig jaar gezien bij de begrafenis van Stef Andries, die in Antwerpen jarenlang ons stamcafé De Leeuw van Vlaanderen uitbaatte. Dat hij daar als vicepremier bij was, vond ik al chapeau. Tegelijk merkte je daar aan zijn houding hoezeer hij gehecht is aan de Vlaamse symboliek. Ik noem hem een romantische revolutionair.”

Dat zegt ook zijn compagnon de route Luc Sevenhans, die intussen onder impuls van Jambon de overstap van Vlaams Belang naar N-VA heeft gemaakt. “In Voeren bijvoorbeeld stonden wij op de barricades voor de Vlaamse zaak. Wij waren niet bang voor het waterkanon en zijn enkele keren door de politie opgepakt. En in Brasschaat hebben we een herdenking georganiseerd voor de voormalige Antwerpse leider van de VMO (de Vlaamse Militanten Orde, nvdr.), Wim Maes, die in de gemeente begraven ligt.” Al ontkent Jambon zelf dat hij daaraan heeft meegewerkt. De VMO was dan ook een extreemrechtse, gewelddadige organisatie die onder leiding stond van Bob Maes, en die intussen veroordeeld is als privémilitie.

Alfamannetjes

Als in het begin van de jaren 2000 N-VA wordt opgericht, lonkt de partijpolitiek opnieuw voor Jambon. Hij is dan opgeklommen tot algemeen directeur van Bank Card Company. In 2005 richt hij in Brasschaat een N-VA-afdeling op en bij de parlementsverkiezingen van 2007 staat hij op de kartellijst van N-VA en CD&V. Een jaar later wordt hij al fractieleider in de Kamer. In het parlementaire rapport van deze krant krijgt daarvoor ook goede punten: 3,5 sterren (op 4).

Maar niet iedereen in zijn fractie is even gelukkig. Begin 2014 doen drie parlementsleden, onafhankelijk van elkaar, hun beklag bij voorzitter Bart De Wever. “Zonder dat we het van elkaar wisten, bleken we met hetzelfde gevoel te zitten”, zegt een van hen. “We stoorden ons vooral aan de ongelijke behandeling in de fractie. Er was een kleine groep alfamannetjes rond Jambon die zich alles kon permitteren. Al de rest was minderwaardig. Zelfs als je nog maar enkele minuten te laat kwam, kafferde Jan je uit terwijl iedereen erbij was. Maar als iemand uit zijn kringetje dat deed, was het plots geen enkel probleem meer. Wij kregen ook nauwelijks de kans om een vraag te stellen in het parlement.” Of zoals een ander ex-Kamerlid formuleert: “Tegenover mij was hij helemaal niet de beminnelijke goedzak die iedereen er nu van maakt. Ik was een nieuwkomer in de politiek, en in plaats van extra steun kreeg ik denigrerende opmerkingen. ”

Loftrompet

Maar die klachten zijn voor De Wever geen beletsel om Jambon in 2014 federaal vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken te maken. In die functie komt hij door enkele uitspraken eventjes in een storm terecht. Zoals “Een significant deel van de moslims danste na de aanslagen”, en zijn woordkeuze om Molenbeek “op te kuisen”. Maar over het algemeen krijgt hij vooral lof. “Hij is ook een fantastische persoon om mee te werken”, zegt zijn ex-kabinetschef Joy Donné. “Hij geeft veel vrijheid aan zijn medewerkers en blijft hen loyaal. Hij is een no-nonsense-politicus die vanuit het gezond verstand handelt, met beide voeten op de grond.” Al is hij, net als in de periode bij de Vlaamse Volksbeweging, nog steeds veeleisend. “Hij heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel, en verwacht van anderen hetzelfde”, aldus Donné. “Als hij merkt dat iemand daar nonchalant in is, dan kan hij zijn geduld verliezen.” Dat is ook de reden waarom hij na de aanslagen de verbindingsofficier in Turkije zo hard aanpakt – onterecht, zo bleek achteraf.

Met Belgische symbolen en protocol is Jambon de voorbije jaren altijd pragmatisch omgegaan. “Maar nu gaat hij toch naar een functie die meer aansluit bij zijn gevoel”, zegt Luc Sevenhans. Vanuit de Vlaamse beweging zijn de verwachtingen alvast hooggespannen. “Als er iemand is die iets voor Vlaanderen kan doen, dan is het Jan Jambon wel”, zegt een oude medestander. “Je moet er niet aan twijfelen: Vlaamse autonomie is en blijft zijn einddoel.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op 19 augustus 2019.