Katrien De Maeyer in haar chicste uniform van zonecommandant. De drie sterren op de manchetten zijn een verwijzing naar haar graad van kapitein. Op de achtergrond hangen de affiches die het nieuwe beleidsplan met faciliteren, leren, uitdagen en ontmoeten (Fluo) als kernbegrippen. © Jan Auman

Brandweerzone Rand krijgt eerste vrouwelijke brandweercommandant van het land

Katrien De Maeyer (38) zal de komende zes jaar leiding geven aan de 859 brandweermannen van brandweerzone Rand, actief in 21 gemeenten rond Antwerpen. Na een jaar proefdraaien en het afleggen van de nodige proeven, werd de bio-ingenieur met de graad van kapitein door de zoneraad officieel aangesteld voor zes jaar. De zone Rand heeft hiermee een primeur: Katrien De Maeyer is de eerste en enige vrouwelijke brandweercommandant in ons land.

Jan Auman

Proficiat Katrien De Maeyer. Hoe heeft u uw aanstelling gevierd?

Katrien De Maeyer: “Met de collega’s van het zonaal kantoor ben ik ’s avonds wat gaan drinken. Uiteraard heb ik getrakteerd. Ik drink zelden alcohol, maar dit keer heb ik toch voor een paar glaasjes met bubbels gekozen. Ik was dan wel de enige kandidaat, de proeven waren best pittig. Uiteraard leefden ook mijn zus, broer en mama met me mee en zijn ze trots. Ik ben in m’n eentje ook even langs de begraafplaats van Schoten geweest. Mijn papa, die twaalf jaar geleden overleed, ligt daar begraven en dit bijzonder moment wilde ik graag met hem delen.”

Was uw echtgenoot even blij met de promotie?

“Johan is naast leerkracht ook zelf brandweerman, als vrijwilliger in het korps van Zoersel, waar we wonen. Hij weet heel goed wat dit engagement inhoudt. Uiteraard hebben we hier goed over nagedacht. De beslissing om me kandidaat te stellen, hebben we samen genomen. Mijn ouders – allebei arts – hebben mij getoond dat een harmonieus gezinsleven en een uitdagende carrière best te combineren vallen. Johan en ik hebben samen een dochtertje van pas 2,5 jaar oud. Hannah gaat nu naar school en dan moet er natuurlijk flink wat geregeld worden. Johan is bewust halftijds gaan werken om het allemaal een beetje draaglijk te houden. Hannah zelf is heel enthousiast. (lacht) Er schuilt volgens mij nu al een brandweermannetje in haar. Ze kent het noodnummer 112 uit het hoofd en bij elk sirenegeloei zegt ze fier dat mama en papa wel zullen gaan blussen.”

Ik hoor u al een paar keer de term brandweerman gebruiken. Is de brandweer als organisatie voldoende vrouwvriendelijk?

“Dat vind ik wel. Over die term: als je het toch anders wil, zeg dan vrouwelijke brandweerman, al hoor ik dat zelf niet zo graag. Brandweermens vind ik nog slechter. Brandweerman is ook een officiële graad. Er bestaan toch ook geen vrouwelijke alternatieven voor bijvoorbeeld kapitein of sergeant? Ons grote korps telt nog altijd maar 23 vrouwen. Dat mogen er ook van mij gerust meer zijn, maar daar moet je mij na zes jaar niet op afrekenen. Het is geen doel op zich. Ik ben ook geen voorstander om de fysieke proeven – die nu voor beide seksen dezelfde zijn – aan te passen. Je moet geschikt zijn voor de best veeleisende taak van brandweerman. De proeven zijn haalbaar, ook voor vrouwen. Ik heb de nieuwe test fysieke paraatheid trouwens ook zelf afgelegd. Als de collega’s dat moeten doen, dan ikzelf ook. Binnenkort wordt die verplicht voor alle brandweermannen, eens om de twee jaar. Ik vind het belangrijk om voorbeelden te stellen. En ja, ik was geslaagd, al heb ik na de traplooptest - in brandweerpak en met twintig kilogram extra gewicht op de rug - toch even moeten uit hijgen.”

© JP Salden

De trend naar professionalisering van de brandweerman zet zich verder. Brandweerzone Rand telt nu al 49 beroepsbrandweerlui en gaat er nog meer aanwerven. Is de tijd van de vrijwilliger voorbij?

“Helemaal niet! De vrijwilligers blijven de hoeksteen van onze organisatie. Zonder hen kunnen we niet uitrijden, geen hulp gaan bieden. Ik hou trouwens niet van de term ‘professioneel’ als het over beroepskrachten gaat. Al onze vrijwilligers en beroeps zijn professionals. We blijven er dan ook voluit in geloven en investeren. De beroepskrachten die onze organisatie versterken, zullen onder meer tot taak hebben om onze vrijwillige brandweermannen nog beter te begeleiden en hun talenten optimaal te benutten. Niet alleen voor het korps. Door de schaalvergroting bestaat het gevaar dat sommigen wat verloren dreigen te lopen in de organisatie en het bijgevolg soms sneller opgeven. Dat willen we vermijden door hen net nauwer te betrekken bij alles wat we doen. De hele interne communicatiecampagne rond ons nieuwe beleidsplan is daar al een voorbeeld van.”

Jullie hebben momenteel weer vacatures voor veertig vrijwillige brandweermannen. Verloopt de rekrutering moeizamer dan vroeger?

“Een beetje wel ja. Daarin spelen verschillende factoren mee. De opleiding werd aangepast en duurt iets langer nu. Maar ook maatschappelijk zijn er veranderingen. Ook andere organisaties en verenigingen merken dat jongere mensen niet meer zo vaak kiezen voor een langdurig engagement. De brandweerman die zijn uniform en taak boven alles zette – inclusief vrouw en kinderen – en 45 jaar in dienst bleef, behoort stilaan tot het verleden. Gezinsleven en vrije tijd worden meer in de weegschaal gelegd. Mensen veranderen trouwens ook veel sneller van job dan vroeger. Wij zijn ons bewust van die trend en willen ons daarop instellen om toch voldoende bekwame en geëngageerde mensen te blijven aantrekken.”

Wat is, vindt u, de voornaamste reden om je kandidaat te stellen voor vrijwillig brandweerman?

“De brandweer voelt aan als een tweede familie waar je in terechtkomt. Ik spreek uit eigen ervaring, maar het is iets wat ik ook door collega’s vaak hoor zeggen. Er is het samen uitrijden, samen helpen en samen terugkomen in de kazerne na een interventie. Maar er is meer. Net zoals in een echte familie, is de verscheidenheid onder onze leden groot. Maar toch is er die moeilijk te beschrijven hechte onderlinge band. Als er wat gebeurt met één van ons, sluiten we de rangen en nemen we het voor elkaar op, door dik en dun. Dat is een heel fijn gevoel.”