Direct naar artikelinhoud
RwandaProces

Nieuw proces 25 jaar na Rwandese genocide: ‘Onze vader gerechtigheid verschuldigd’

Jacques Rwigenza verloor zijn vader in de genocide, Martine Beckers haar zus. Allebei stellen ze zich burgerlijke partij tegen Fabien Neretse.Beeld Thomas Sweertvaegher

In Brussel start het proces tegen drie Rwandezen die verdacht worden van actieve deelname aan de genocide, die het leven kostte aan minstens 800.000 mensen. Onder de slachtoffers was ook de Belgische Claire Beckers. 25 jaar na de feiten moet een jury oordelen over de schuld van de beklaagden. 

Er waren al verschillende grote rechtszaken zoals het Rwanda-tribunaal, maar ook nu nog staan mensen terecht voor hun rol in de genocide. In Brussel gaat het om drie mannen, van wie er twee in België wonen en een in Frankrijk. Ze zouden los van elkaar gehandeld hebben, maar alledrie op zijn minst hebben samengewerkt met de Interamhamwe, de militie van regeringspartij MRND die een hoofdrol speelde in de dood van 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s.

Een van de drie beklaagden, de 70-jarige Fabien Neretse, zal terechtstaan voor betrokkenheid aan genocide en de moord op 13 mensen, onder wie de Belgische Claire Beckers. In België ging lang veel aandacht naar de moord op de tien Belgische para’s, doodgeschoten op 6 april 1994, de dag dat de genocide begon. Minder bekend is dat amper drie dagen later Claire Beckers werd vermoord. De Belgische was getrouwd met een Tutsi en woonde in Kigali. Ze hadden in het centrum La Sorbetière, het enige ijssalon van Rwanda. Dat ijs maakten ze thuis, enkele huizen verder dan beklaagde Fabien Neretse. Het gezin Beckers had verzameld op het perceel van een andere buur, de familie Sissi, met het plan om gezamenlijk te vluchten. 

La Sorbetière in Kigali met huisgemaakt roomijs.Beeld RV

“Mijn zus probeerde de Belgische ambassade te bereiken, maar zonder succes, en ook een Belgisch peloton VN-blauwhelmen dat zich op een halve kilometer bevond, kreeg geen toestemming om in te grijpen”, zegt Martine Beckers (70). “De ironie is dat ze het te gevaarlijk vonden om hen te komen halen en dat ze er dus op eigen houtje moesten geraken.”

Dat Claire Beckers een gemengd gezin vormde met een Rwandees was een reden om haar niet te evacueren. Uit de Rwanda-commissie in de Belgische senaat bleek dat VN-opperbevelhebber Dallaire letterlijk zei: “Bevelen van New York: no locals.” Terwijl de gezinnen zich klaar maakten om te vluchten, kwamen Rwandese militairen en militieleden van Interahamwe aangereden. Een van de vragen op het proces is of buurman Neretse hen op de hoogte had gebracht van de vluchtplannen.

“Mijn zus zou de eerste zijn die door een kogel in het hoofd is gedood”, zegt Martine Beckers. Ook haar man, dochter Katia, en zeven anderen worden gedood. Twee kinderen kunnen miraculeus aan de dood ontsnappen door zich stil te houden tussen de lijken. Het is uitkijken naar hun getuigenis op het proces. Zij zouden eerder hebben verklaard dat er huishoudpersoneel van Neretse aanwezig was bij de feiten. 

Volgens de advocaat van Neretse zijn de aantijgingen flinterdun. “Is hij verantwoordelijk voor wat een eventuele bediende heeft gedaan?”

Claire Beckers (r) met haar moeder en twee kinderenBeeld RV

Enkel à charge

De zitting vandaag is hoofdzakelijk ter voorbereiding van het assisenproces, dat begin november start, met onder andere de samenstelling van de lijst van getuigen. Die is niet onbelangrijk, want het proces zal vooral draaien rond getuigenissen, bij gebrek aan materiële bewijzen. Toch zal de advocaat van Fabien Neretse al uitgebreid proberen te pleiten. Meester Jean Flamme, die ook op het Rwanda-tribunaal pleitte, wil op zijn minst uitstel bekomen, omdat het onderzoek pas vlak voor de zomer aan de verdediging is bezorgd en er onvoldoende tijd was om zich voor te bereiden. 

Maar eigenlijk wil hij het hele onderzoek nietig laten verklaren. “Dit onderzoek is enkel à charge van mijn cliënt gevoerd en het proces zal een amalgaam van de feiten maken door drie beklaagden terecht te stellen die niets met elkaar te maken hebben”, zegt Flamme. “Er is ook geen sprake van een voorafgaand plan tot genocide, nochtans een voorwaarde om van genocide te kunnen spreken.” 

Voorts vindt Flamme een kwart eeuw onderzoek naar zijn cliënt onaanvaardbaar en in strijd met het vermoeden van onschuld. Een aanvraag voor de Franse nationaliteit, Neretse woont in Frankrijk sinds 1997, is hem bijvoorbeeld in 2001 geweigerd, omwille van dat juridisch onderzoek dat naar hem liep. 

Nochtans is Neretse er lange tijd in geslaagd om zich verborgen te houden voor het gerecht. Hij maakte in Frankrijk gebruik van een andere naam, volgens zijn advocaat omdat een commando van de Rwandese FPR hem had gespot en wilde laten vermoorden. Door een tip van Martine Beckers aan de Belgische politie kon achterhaald worden dat hij in Frankrijk woonde. Pas in 2004 konden speurders hem ook lokaliseren, tien jaar na de feiten dus.

Nog moorden?

Het Belgische gerecht is meermaals naar Rwanda gereisd om getuigen te verhoren. Daaruit kwam naar boven dat Neretse op een bepaald moment hoofdstad Kigali heeft ingeruild voor zijn geboortestreek, in het Noord-Westen van Rwanda. Ook daar zou hij betrokken zijn bij feiten. Verschillende getuigen linkten hem aan de verdwijning van Joseph Mpendwanzi. Diens zoon en dochter wonen in Vlaanderen en stellen zich nu ook burgerlijke partij. Mpendwanzi was geen Tutsi, maar een gematigde Hutu. 

“Mijn vader sprak zich regelmatig uit tegen onrecht en dat leverde hem problemen op”, zegt Jacques Rwigenza (48), de zoon van Mpendwanzi. “Hij had zich aangesloten bij de voornaamste oppositiepartij en dan was je voor het regime automatisch een verrader. Militairen kwamen hem zoeken, maar hij kon ontsnappen en onderduiken bij iemand op een andere heuvel.”

Een buurvrouw zou zijn schuilplaats verraden hebben bij Neretse, die volgens getuigen in een Toyota Hilux-pickup met een tiental gewapende Interahamwe tot bij hem is gereden en hem gekneveld wegvoerde. Volgens een bron bij het onderzoek heeft Neretse aan de lokale bevolking gemeld dat het om een inyenzi ging, een kakkerlak, zoals Tutsi’s door genocidairs werden genoemd. Sinds zondag 19 juni 1994 is het lichaam van Joseph Mpendwanzi niet meer gezien. 

“Ik hoop dat de beschuldigde met antwoorden komt”, zegt Jacques Rwigenza, die als thuisverpleger werkt in Liedekerke. “Hij was een geweldige vader, van 10 kinderen, die er alles aan heeft gedaan opdat wij konden studeren. Gerechtigheid is het enige dat we onze vader verschuldigd zijn.” 

Jacques RwigenzaBeeld Thomas Sweertvaegher

Het openbaar ministerie verdenkt Neretse van nog andere moorden in zijn geboortestreek, in en rond de gemeente Ndusu. Hij had er een school opgericht, maar volgens sommigen werd die in 1994 gebruikt om jonge Interahamwe-leden te rekruteren en gaf Neretse de bevelen om Tutsi’s uit de weg te ruimen. Volgens zijn advocaat had hij daarentegen bewakers aangesteld in de school, omdat er zowel Hutu- als Tutsi-kinderen welkom waren. 

“Ik ben niet uit op wraak”, zegt Beckers. “Ik wil enkel weten wat er gebeurd is en waarom mijn zus dood is. De daders van zulke misdaden mogen niet ongestraft vrij rondlopen.”  Volgens sommigen frequenteerde hij echter ook de Rwandese gemeenschap in ons land. Jacques Rwigenza denkt dat hij hem zo al eens is tegengekomen op een feest. “Hij leek mij aan te staren. Ik ben hem uit de weg gegaan. In de Rwandese gemeenschap leeft het idee dat hij geen enkel berouw heeft. Dat is ons nog eens een mes in de rug steken. Erg pijnlijk.” 

Staan ook terecht op dit assisenproces:

Ernest Gakwaya

Geboren in 1975, zoon van Hutu-vader en Tutsi-moeder. Sinds 2000 in België als vluchteling en sinds 2005 de Belgische nationaliteit. Beschuldigd van minstens vijf moorden en de verkrachting van vijf vrouwen.

Onderzoek zou uitwijzen dat Gakwaya zich inschreef in de logica van genocide op Tutsi’s. Hij maakte deel uit van een Interahamwe-groep die onder andere de voorzitter van de Interahamwe escorteerde. Gakwaya droeg daarbij hun uniform.

Emmanuel Nkunduwimye

Geboren in 1959. Getrouwd met een Tutsi. Meerdere getuigen stellen dat hij tijdens de genocide Tutsi’s heeft gered. Zo hielp hij mensen, weliswaar tegen betaling, wegvluchten en smokkelde vluchtelingen met hem mee naar Congo. Toch wordt hij beschouwd als een naaste vriend van Interahamwe-leiders. Hij baatte een autogarage uit in het Amgar-complex, waar de Interahamwe Tutsi’s verzamelde en doodde. Hij zou ook aanwezig zijn geweest op vergaderingen waar slachtingen werden gepland.

In België sinds 1998 en sinds 2005 de Belgische nationaliteit.