Direct naar artikelinhoud
Brexit

Plan-Johnson vs. het oude plan-May voor de Ierse grenskwestie: weinig verschillen

Boris Johnson en Theresa May.Beeld EPA

Woensdag presenteerde de Britse premier Johnson zijn nieuwe voorstel voor een van de heetste hangijzers in de brexitonderhandelingen: de Noord-Ierse grenskwestie. In hoeverre onderscheidt dit plan zich van dat van zijn voorganger May?

1. Plan May: Backstop gezien als gevangenschap

De ‘backstop’ -- de noodregeling waarmee moet worden voorkomen dat na de brexit een harde grens zou ontstaan tussen Noord-­Ierland en Ierland – vormde al meteen het meest controver­siële deel van het brexit-­akkoord waarmee premier Theresa May november vorig jaar terugkwam uit Brussel.

De terugkeer van een harde grens staat op gespannen voet met de Goede Vrijdagakkoorden die in 1998 een eind maakten aan tientalen jaren van ­sectarisch geweld in Noord-Ierland. Maar een open grens levert weer andere problemen op: dan komt een achterdeur van de Europese Interne Markt wijdopen te staan.

De noodregeling moest hier een oplossing voor bieden. De backstop komt erop neer dat Noord-Ierland en de rest van het Verenigde Koninkrijk in de Europese douane-unie zouden blijven, zolang Londen en de EU het nog niet eens zijn over een vrijhandelsakkoord dat de backstop overbodig maakt.

Lees ook
Beeld EPA

Weliswaar zouden de Britten om het beëindigen van de regeling mogen vragen als de EU in gebreke zou blijven. Maar het uiteindelijke besluit daarover kwam in handen te liggen van een gemengde Brits-Europese commissie.

Volgens de brexiteers komt dat erop neer dat Brussel de Britten voor onbepaalde tijd ‘gevangen’ zou kunnen houden in de douane-unie. Dat zou het voor de Britse regering onmogelijk maken buiten de Europese Unie om met andere landen handelsakkoorden te sluiten die het wegvallen van de vrije toegang tot Europese markt moeten compenseren.

Aanvankelijk had de EU de Britten een beperktere regeling voorgesteld. Die kwam erop neer dat alleen Noord-Ierland voor­lopig in de douane-unie zou blijven, zodat er geen controles nodig zouden zijn op de grens met EU-lid Ierland. Maar wél tussen Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk. Dat was onverteerbaar voor de Noord-Ierse, unionistische DUP, waarvan premier May afhankelijk was geworden nadat haar Conservatieve Partij de meerderheid had verloren bij de verkiezingen.

Dus bleef er voor May weinig anders over dan in te stemmen met de door de brexiteers zo verfoeide ‘backstop’ voor heel het Verenigd Koninkrijk.

Na drie mislukte pogingen haar brexitakkoord door het parlement te krijgen moest May het veld ruimen. Sindsdien is Boris Johnson bezig geweest met pogingen de ‘backstop’ uit de scheidingsakte met de EU te slopen.

2. Plan Johnson: Noord-Ierland krijgt twee grenzen

In plaats van de backstop stelt Boris Johnson nu een regeling voor waarbij Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 2021, na afloop van de afgesproken overgangs­periode, ook uit de Europese douane-unie stappen.

Boris Johnson op het congres van de Conservatieve partij.Beeld EPA

Vanaf dat moment is de grens tussen Noord-Ierland en EU-lid Ierland een echte buitengrens. Om te voorkomen dat er dan een harde grens ontstaat, inclusief douane-controles, stelt Johnson voor dat Noord-Ierland tot 2025 onder alle EU-regels voor de handel in agrarische én industriële producten blijft vallen.

Aangezien dat regime dan niet voor de rest van het Verenigd Koninkrijk geldt, moeten er wel controles komen voor producten die bijvoorbeeld vanuit Engeland via Noord-Ierland naar Ierland gaan. Daar was de Noord-Ierse DUP aanvankelijk fel op tegen, maar Johnson heeft de unionisten over de streep weten te trekken met de belofte dat het Noord-Ierse parlement en de regering moeten instemmen met een eventuele verlenging van het speciale regime na 2025.

Dit laatste zal mogelijk op verzet stuiten van de EU-landen, Ierland voorop. Het zou erop neerkomen dat de EU niet langer een middel heeft om het opzeggen van de afgesproken regeling tegen te houden.

Een dorp op de grens van Noord-Ierland en Ierland.Beeld Pauline Niks

De belangrijkste verandering is dat er toch controles moeten komen voor goederen die de Iers-Noord-Ierse grens passeren, al verzekert Johnson dat die heel licht zullen zijn.

Vertegenwoordigers van het Noord-Ierse bedrijfsleven waarschuwen echter dat de dubbele grens die Johnson nu op het oog heeft vooral voor kleine ondernemingen een zware last zal worden.

Voor de EU-landen is het probleem dat de achterdeur van de Interne Markt toch halfopen blijft staan onder de door Johnson voorgestelde ­regeling. Daardoor zouden Britse exporteurs via Noord-Ierland onder tarieven uit kunnen komen.

Het brexitakkoord met premier May bevatte ook afspraken om te voorkomen dat het VK de EU op oneerlijke wijze zou gaan beconcurreren, bijvoorbeeld door zich niet aan de regels voor staatssteun en milieu-eisen te houden. Maar die afspraken zijn volgens Johnson niet meer nodig ­omdat er controles komen op goederen tussen Ierland en de rest van het VK. Ook dat wordt mogelijk een probleem.

Hier tornt Johnson niet aan:

Tot opluchting van Brussel wil Johnson kennelijk niet morrelen aan de eindrekening. Afgesproken was dat het Verenigd Koninkrijk ruim 36 miljard euro zou betalen aan Brussel als ­afwikkeling van zijn financiële verplichtingen. Daarbij gaat het onder meer om de de pensioenen van EU-ambtenaren en de kosten van lange-termijn projecten van de Europese Unie waaraan Londen eerder zijn fiat gaf. Veel harde brexiteers zouden het liefst van de gepeperde eindrekening af willen. Volgens hen is er geen wettelijke basis voor de ­financiële eisen van Brussel. Maar Johnson durft het het financiële ­akkoord niet te schrappen uit vrees de onderhandelingen met de EU ná de brexit te bemoeilijken.

Overeind blijft ook een ­ander essentieel onderdeel van de scheidingsakte die premier May overeenkwam met de Europese Unie. Daarbij gaat het om de behandeling van de ruim 3 miljoen EU-burgers die in het Verenigd Koninkrijk ­wonen en werken, en de ongeveer een miljoen Britse burgers in de EU-landen. Uitgangspunt is dat zij niet het slachtoffer mogen worden van de scheiding tussen Londen en Brussel. Om dat te voorkomen, is ­afgesproken dat zij hun bestaande rechten mogen behouden. Dat betekent dat zij ook na debrexitt recht hebben op dezelfde behandeling als de burgers van het land waarin zij wonen. Bij een No Deal vervalt deze afspraak.

Premier May’s akkoord met Brussel bevatte ook een overgangsperiode om de schok van de brexit wat te verzachten. Ook die overgangsperiode blijft hetzelfde: tot en met 31 december 2020. In die overgangsperiode is het Verenigd Koninkrijk geen deel meer van de EU, maar blijven voorlopig wel alle EU-regels van kracht zonder dat de Britse regering in Brussel mag meepraten. Doel van de overgangsperiode is de Britse regering de tijd te geven voor een nieuw handelsakkoord met de EU. In de praktijk betekent het dat de Britten nu wat meer haast moeten maken, omdat er al ruim een half jaar is verstreken sinds de aanvankelijk geplande brexitdatum van 29 maart.