Direct naar artikelinhoud
Bo Coolsaet

‘Mijn blaas werd zonder reden weggenomen door Bo Coolsaet’

Bo Coolsaet.Beeld Photo News

Het aantal meldingen over ongewenste gedragingen door de Antwerpse uroloog Bo Coolsaet is opgelopen tot dertien, zo heeft De Morgen vernomen. De meeste getuigenissen gaan over seksuele handelingen tijdens consultaties, één Vlaamse vrouw claimt dat de arts in 1981 volkomen nodeloos haar urineblaas wegnam. Zij zou niet de enige zijn bij wie dat gebeurde.

“Als tiener had ik anorexia”, zegt ze. “Ik woog op een gegeven moment 32 kilo. Volgens een uroloog van de KU Leuven die me later behandelde, had ik nooit nood gehad gehad aan een uroloog, maar aan een psychiater. Mijn blaas, begreep ik later, was zonder reden weggenomen door Bo Coolsaet, omdat die in die tijd met een experiment op mensen bezig was.”

Hoe luguber deze nieuwe getuigenis ook mag klinken, ze werd in 1984 uitgebreid gedocumenteerd tijdens een onderzoek door het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg in Utrecht, na een klacht van toenmalig uroloog-in-opleiding en whistleblower Bert De Ruiter.

Lees ook:

‘Hij experimenteerde op mensen, en ik heb weet van minstens twee overlijdens’: in de zaak-Bo Coolsaet blijven nieuwe meldingen van ongepast gedrag opduiken. Lees hier een greep uit de nieuwe getuigenissen.

De Nederlandse pers maakte in 1985 melding van “een aantal uiterst ernstige gevallen” die het Academisch Ziekenhuis in Utrecht (AZU) ertoe hadden gebracht Coolsaet te ontslaan als hoofd van de afdeling urologie.

Bert De Ruiter: “Bo Coolsaet was bezig met het ontwikkelen van een operatietechniek waarbij de blaas moest worden verwijderd. Hij heeft deze experimentele behandelingen tijdens de zes maanden waarin ik met hem werkte uitgevoerd bij zes à zeven patiënten, allemaal jonge vrouwen. Mijn bezwaar was dat hij deze ingrepen uitvoerde zonder protocol. Zonder deze mensen in te lichten over wat hen zou overkomen, en ook zonder dat je ze kon voorlichten over mogelijke neveneffecten.”

Volgens De Ruiter stierven op z’n minst twee van de “zes à zeven patiënten” bij wie hij de ingrepen zag uitgevoerd worden. Anderen kregen ernstige complicaties. Het AZU sprak destijds over “meer dan veertig klachten”. (DDC)