Direct naar artikelinhoud
Zaak-Coolsaet

‘Mijn blaas werd zonder reden weggenomen’: nieuwe meldingen in zaak-Bo Coolsaet

‘Mijn blaas werd zonder reden weggenomen’: nieuwe meldingen in zaak-Bo Coolsaet
Beeld BELGA

Johanna*: ‘Mijn blaas werd zonder reden weggenomen.’ Lea*: ‘Hij hield met de ene hand het trilplaatje vast en met de andere mijn bil.’ Uroloog Bert De Ruiter: ‘Hij experimenteerde op mensen, en ik heb weet van minstens twee overlijdens.’ Een greep uit de nieuwe getuigenissen over uroloog Bo Coolsaet.

Het was een kort stukje op pagina 9 van het Reformatorisch Dagblad, 19 september 1985: “Het Academisch Ziekenhuis in Utrecht (AZU) is begonnen met een procedure voor het ontslag van de in opspraak geraakte professor in de urologie dr. B. Coolsaet.”

Bo Coolsaet stond in het AZU van 1980 tot 1984 aan het hoofd van de afdeling urologie. Volgens het krantenartikel had hij begin 1984 zelf bij zijn oversten gesignaleerd “dat enkele stafleden niet behoorlijk functioneerden”. Onderzoeken volgden, zo gaat het stukje verder, met als uitkomst dat “volgens het ziekenhuis al snel bleek dat Coolsaet zelf verantwoordelijk was voor de moeilijkheden”.

Het artikel blijft vaag over wat Coolsaet precies werd aangewreven. Er is sprake van “meer dan veertig klachten”, waarover directeur Huysmans tegenover het Reformatorisch Dagblad enkel kwijt kon dat het ging om “een aantal uiterst ernstige gevallen”.

Lawine van meldingen

Als je het terugleest, wetend dat Vlaanderens bekendste uroloog in Antwerpen door een twintiger wordt aangeklaagd wegens verkrachting tijdens een consultatie, denk je vanzelf te kunnen invullen wat werd bedoeld met ‘uiterst ernstige gevallen’. De Antwerpse was 15 toen ze zich in 2006 door hem liet behandelen voor blaasontstekingen en chronische bekkenbodempijn. Ze beschuldigt de dokter nu van verkrachting: tijdens een onderzoek zou hij een seksspeeltje vaginaal bij haar ingebracht hebben.

De klacht genereerde een hele reeks andere meldingen. Volgens onze informatie legden al minstens dertien vrouwen een belastende verklaring af over soortgelijke feiten. Eén zaak gaat terug tot 1973, andere zijn vrij recent. 

Een ervan is die van de Vlaamse Johanna. Zij werd in 1981 op haar zestiende met een nierinfectie naar Bo Coolsaet gebracht door haar ouders. Zonder dat ze goed besefte wat haar overkwam, kreeg ze naar eigen zeggen een bricker ingeplant, een soort stoma. Bij een latere ingreep verwijderde Coolsaet haar blaas.

Vele jaren later, in 1999, wilde Johanna kinderen, maar daar kon volgens haar vanwege de ingreep die ze als kind had ondergaan geen sprake meer van zijn. Ze liet zich verder behandelen door – de inmiddels overleden – Luc Baert, het toenmalige diensthoofd urologie aan het UZ Leuven. Volgens hem was het verwijderen van haar blaas nergens voor nodig.

Johanna: “Als tiener had ik anorexia, ik woog op een gegeven moment 32 kilo. Volgens dokter Baert had ik geen nood aan een uroloog, maar aan een psychiater. Ik begon verder rond te bellen, hoorde over zijn ontslag in Utrecht, wou daar absoluut het fijne van weten en werd doorverwezen naar uroloog J.A.P. Hooykaas in Groningen. Hij zei: ‘Ja, ik wil het u wel vertellen.’ Ik ben toen, begin 2000, meteen in mijn wagen gesprongen en helemaal tot daar gereden. Het was een vertrouwelijk gesprek, drukte de arts me op het hart. Mijn blaas, zei hij, was zonder reden weggenomen door Coolsaet, omdat die in die tijd met een experiment op mensen bezig was. Dan val je wel even van je stoel.”

Bo Coolsaet.Beeld Photo News

‘Heel erg naar’

Als we J.A.P. Hooykaas attenderen op de recente rechtszaak tegen Coolsaet, en wat die in Vlaanderen los lijkt te maken, reageert hij buitengewoon minzaam en empathisch.

J.A.P. Hooykaas: “Als dat echt is gebeurd, vind ik dat heel erg naar voor deze vrouwen. Mijnheer Coolsaet was een heel aparte man, volgens wat ik hoorde, maar de verhalen die wij na zijn vertrek in Utrecht te horen kregen, dateren van dertig jaar geleden. Ziet u, mijnheer, dat was allemaal lang voor #MeToo. Het was een andere tijd.

“Ik heb met mijnheer Coolsaet zelf nooit contact gehad. Ik heb wel samengewerkt met een vroegere assistent van hem in Utrecht, die daar toen met groot ongenoegen is vertrokken. Nodeloze blaasverwijderingen? Dat lijkt me iets heel ernstigs, als zoiets echt ooit zou zijn gebeurd. Laat me zeggen dat ik, als dat zo zou zijn, heel erg meevoel met de dames die zoiets ooit zou zijn overkomen.”

Herhalen wat hij negentien jaar geleden aan Johanna vertelde, dat kan of wil de arts niet.

Op zoek naar zijn vroegere assistent dan maar.

Whistleblower

Het gaat om de inmiddels gepensioneerde uroloog Bert De Ruiter, tot enkele jaren geleden net als J.A.P. Hooykaas verbonden aan het UMCG in Groningen. Zijn geheugen lijkt beter.

Bert De Ruiter: “Het was 1984, ik zat in het laatste jaar van mijn opleiding aan het AZU in Utrecht. Bo Coolsaet was mijn opleidingsleider. Ik zag dingen gebeuren die ik niet meer in overeenstemming kon brengen met mijn geweten en heb de inspectie voor de volksgezondheid op de hoogte gebracht. Ik heb ook laten weten dat ik hem niet langer als mijn opleidingshoofd kon accepteren. Normaal gezien kost zo'n klacht je als laatstejaars je verdere carrière, maar ik vond dat ik dat moest doen. In de terminologie van vandaag was ik een soort whistleblower, ja.

“Men was in die jaren bezig met het verder ontwikkelen van een ingreep voor mensen die incontinent waren, waarbij de blaas geen bewaarfunctie meer had. Er bestond al een soort kunstblaas, de zogenaamde Kock pouch. In die jaren was het nog zo dat patiënten daarmee, bij wijze van spreken, via het uiteinde van hun dikke darm plasten via een opening in de onderbuik. Je plaste, nogmaals bij wijze van spreken, door even een pleister op je buik los te maken.

“Bo Coolsaet was samen met een Amerikaanse arts bezig met het ontwikkelen van een operatietechniek waarbij de Kock pouch zou worden ingebracht ter hoogte van de blaas. Die dan natuurlijk wel minstens gedeeltelijk moest worden verwijderd. En dat deed hij. Hij heeft deze experimentele behandelingen uitgevoerd bij zes à zeven patiënten, allemaal jonge vrouwen. Het waren meisjes die al op een wachtlijst stonden voor een bricker.

“De methode was op zich veelbelovend, en is later ook verder ontwikkeld. Mijn bezwaar was dat hij de ingrepen uitvoerde zonder protocol. Zonder de mensen in te lichten over wat hen zou overkomen, en ook zonder dat je de meisjes of hun ouders kon voorlichten over mogelijke neveneffecten. Daar had namelijk niemand enig idee over. Normaal doe je eerst proeven op dieren voor je het bij mensen begint te doen.”

‘Minstens twee doden’

Volgens de uroloog-whistleblower is het ook erg fout gegaan.

De Ruiter: “Bij een aantal patiënten deden zich ernstige complicaties voor. Levensbedreigende complicaties. Ze kregen ontstekingen, bij enkelen werd de nierfunctie dermate verstoord dat ze overleden. Ja, hij experimenteerde op mensen, en ik heb weet van minstens twee overlijdens. Op die zes à zeven patiënten die ik die zes maanden zag passeren. Maar aan het eind was er sprake van een veertigtal klachten. Het moet iets groters zijn geweest, waar ik zelf maar een stukje van heb gezien.

“Het was volstrekt onethisch. Bo Coolsaet wou gewoon absoluut de eerste zijn, iets hebben om mee uit te pakken op internationale congressen. Mijn klacht heeft een hele weg afgelegd bij het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg in Utrecht, waar hij is veroordeeld. Daarna tekende hij beroep aan bij het centrale tuchtcollege in Den Haag. Hij is daar telkens veroordeeld. Er was sprake van veertig dossiers. En uiteindelijk, dat heeft in de krant gestaan, volgde zijn ontslag.

“Ik ben eigenlijk best trots op wat ik toen heb gedaan. Mensen zeiden me in 1984: ‘Als je hiermee doorgaat, zal je nooit uroloog kunnen worden.’ Ik dacht: als dat zo is, dan word ik maar wat anders. Er is door de raad van bestuur van het AZU in Utrecht druk uitgeoefend om de zaak in de doofpot te krijgen. Bo Coolsaet was in de wereld van de urologie het lievelingetje. Hij deed veel wetenschappelijk onderzoek, veel grensverleggend onderzoek ook. De man heeft zeker zijn verdiensten, maar hij is daar over een grens gegaan. Hij dacht alleen aan zijn roem en zijn persoon, en zeker niet aan zijn patiënten.”

Trilplaatje

Toen Johanna begin 2000 vernam wat haar als kind meer dan waarschijnlijk was overkomen, was haar eerste reactie: ik doe die man een proces aan. Het werd haar langs alle kanten afgeraden. Intussen zijn de feiten allang verjaard en restte Johanna niks anders dan haar ervaring onder de aandacht te brengen van de rechtbank in Antwerpen, waar het openbaar ministerie geen vervolging nodig acht in de zaak van de twintigster.

Intussen meldde ook Lea zich. Zij maakte enkele dagen na het eerste rechtbankbericht een afspraak bij de lokale politie in het Antwerpse. “Omdat ik ervan walg te horen dat dat meisje in de rechtbank wordt neergezet als labiel en hysterisch. Nu, ik kom daar aan, en die agent zegt: ‘Is het wéér in verband met Bo Coolsaet?’ Dat zegt op zich al iets.”

In een voorafgaand gesprek aan de telefoon zegt de zeventigster dat ze het zelf allang heeft kunnen plaatsen, dat ze er overheen is. In de taverne in het noorden van Antwerpen waar we haar de volgende dag ontmoeten, is ze daar opeens niet meer zo zeker van.

Lea: “Bo Coolsaet kwam heel vaderlijk en beschermend over. Je werd heel aardig onthaald. Bij mij dateert het allemaal van 1997. Ik had een ontsteking aan de urinewegen. Opgelopen in een jacuzzi, begreep ik achteraf. Bo Coolsaet verwees me door naar het ziekenhuis Sint-Jozef in Kapellen voor vijf of zes consultaties.

“Ik moest op een bed gaan liggen en mijn benen openen, waarna hij een toestel in mijn urineleider inbracht. Hij riep er enkele verplegers bij, om te kijken naar mijn – volgens hem – abnormale blaas. Ik hoorde hem zeggen dat er iets mis mee was. Ik vond deze situatie op zich al erg gênant. 

“Daarna moest ik in een aparte ruimte op een bed gaan liggen. Opnieuw met de benen open. Dokter Coolsaet wreef met zijn handen een zalfje op de zone rond mijn urineleider. Toen pakte hij een toestel, een vierkant vlak trilplaatje. Daarmee tastte hij de zone rond mijn urineleider af, en ook mijn clitoris. Hij hield met de ene hand het trilplaatje vast en met de andere mijn bil. 

“Op een gegeven moment raakte hij met het toestel een gevoelige plek, waardoor mijn lichaam automatisch ontspande. Ik vermoed dat dokter Coolsaet dat voelde, want hij bleef op diezelfde plek trillen tot ik een orgasme kreeg. Daarna stopte hij met het ‘onderzoek’ en borg hij het trilplaatje weer op. Ik herinner me dat hij zei dat hij het toestel gebruikte om de opname van de zalf en mijn genezing te versnellen.

Bo Coolsaet en zijn advocaat Kris Luyckx.Beeld BELGA

“Ik stond perplex na na die eerste behandeling. Ik had trillende knieën en wist niet precies wat er was gebeurd. Ik wist ook niet of dit soort behandeling gebruikelijk was. Ik heb daarna nog een vijftal keren een behandeling ondergaan. Die verliepen altijd op dezelfde manier. Ik kreeg het gevoel dat dokter Coolsaet veel sneller mijn gevoelige plek wist te vinden.

“Ik herinner me dat ik iedere keer vrouwen in de wachtzaal van de afdeling urologie zag zitten. Jonge vrouwen, ook. Tijdens mijn laatste consultatie werd hij kwaad. Hij duwde mijn benen weg en zei me dat ik incontinent was. Ik voelde me erg vernederd.

“Ik heb erover gesproken met mijn huisarts. Die vond het allemaal erg abnormaal, schreef me voor mijn ontsteking wat antibiotica voor en heel kort daarna ging ze weg. Zo eenvoudig was het. Geen enkele van de mij toegediende behandelingen had ooit enig medisch nut. Ik denk dat hij gewoon het vrouwelijke orgasme aan het bestuderen was om er achteraf een boek over te kunnen schrijven.

“Ik heb de directeur van het ziekenhuis gebeld. Vroeg hem of hij het normaal vond dat een arts een trilplaatje gebruikt om orgasmes op te wekken bij zijn patiëntes. Hij zei niets. Ik heb niets meer van de directeur vernomen, er volgde enkel wat briefwisseling waaruit bleek dat ik geen van de ziekenhuisrekeningen hoefde te betalen, alleen de eerste consultatie bij Bo Coolsaet in Brasschaat. Ik heb ook de Christelijke Mutualiteit ingelicht, in de hoop dat die er de Orde van Geneesheren op zou aanspreken, maar ook uit die hoek heb ik niks meer vernomen.

“Je leven gaat door, je verdringt het. En dan valt opeens de krant in je bus.”

‘Poppetjes’

Het verhaal van Lea lijkt wel een copy/paste van eerdere getuigenissen. Het trilplaatje, of iets soortgelijks, kwam ook ter sprake in de rechtszaak in Antwerpen. Coolsaet voerde er aan dat hij het in 1984 aanschafte op een wetenschappelijk congres. Intussen is aangetoond dat het gaat om een seksspeeltje.

Bert De Ruiter: “Dit is het fundamentele probleem. Deze man lijkt zijn patiëntes te zien als poppetjes, als voorwerpen. Waar hij mee kan doen wat hij wil. In Utrecht waren er destijds ook meldingen van onaangepast gedrag tegenover vrouwen. Niet tegenover patiënten, wel tegenover mensen op de werkvloer. Ik heb daar in mijn klacht niet over gesproken. In die tijd werd daar niet veel drukte over gemaakt. En het was naar mijn gevoel van een heel andere orde dan experimenteren met mensen.”

Kris Luyckx, de advocaat van Bo Coolsaet, liet gisteravond weten dat hij met zijn cliënt Bo Coolsaet eerst “rustig kennis wil nemen van de nieuwe getuigenissen, alvorens te reageren”.

* Johanna en Lea zijn schuilnamen.