Direct naar artikelinhoud
InterviewLuciano Floridi

‘De strijd voor een beter klimaat winnen? Dan moeten we Google, Facebook en Microsoft voor onze kar spannen’

Luciano Floridi.Beeld Eric de Mildt

De mens vecht vandaag op twee fronten een verloren strijd: tegen te machtige techbedrijven en voor het behoud van een gezonde planeet. Verspilde moeite, vindt de wereldvermaarde informatiefilosoof Luciano Floridi: ‘Waarom spannen we Silicon Valley niet voor onze kar in ons gevecht voor een beter klimaat?’

“Columbus stierf met het idee dat hij in India was geraakt. Daarom heten de Verenigde Staten vandaag Amerika en niet Colombia. Het is niet omdat je iets nieuws hebt ontdekt, dat je beseft wat je precies ontdekt hebt.” Aan het woord is de Italiaanse filosoof Luciano Floridi, onderzoeksdirecteur van het prestigieuze Oxford Internet Institute. Hij zegt het zelf zonder schroom en bescheiden tegelijkertijd, maar Floridi is de Columbus of de grondlegger van de zogenaamde informatiefilosofie. In mensentaal: Floridi verdiept zich in zaken als het internet, algoritmes, artificiële intelligentie en informatie in het algemeen. 

Hij schreef in 2014 op vraag van de Europese Commissie een filosofische beschouwing over het effect van de digitale revolutie op ons denken, ‘The Onlife Manifesto - Being Human in a Hyperconnected Era’. En ook grote technologiebedrijven weten Floridi te vinden als ook zij het antwoord niet meer weten. Zo zetelde hij in de adviesraad die Google samenstelde voor het recht om vergeten te worden en was hij lid van de ethische adviesraad van het bedrijf, die het welgeteld één week uithield.

Floridi zakte af naar Leuven op uitnodiging van de vakgroep CiTiP (KU Leuven) in het kader van het Vlaams Kenniscentrum Data & Maatschappij, dat binnenkort het levenslicht ziet. Zo’n kenniscentrum moet Vlaanderen de weg tonen in een nieuw soort wereld, een wereld waar informatie in overvloed is, maar kennis niet altijd volgt. Een nieuwe periode in de geschiedenis van de mens die onderzoekers weleens omschrijven als ‘het tijdperk van de zettabyte’.

“Zettabytes zijn enorme hoeveelheden data. Hoeveel precies? Ga ervan uit dat alle data die onze voorouders produceerden – van de eerste koeien die we in grotten tekenden tot alles wat mijn ouders aan data genereerden – minder is dan één zettabyte aan data. Mijn ouders, uw lezers en hun kinderen hebben in enkele tientallen jaren tijd 90 à 95 zettabytes aan data de wereld in gestuurd. En natuurlijk zit daar enorm veel afval tussen. Ken je die uitdrukking uit de reclamewereld? De helft van het geld dat je spendeert aan reclame is weggegooid geld, je weet alleen niet welke helft.”

Dat kattenfoto’s bij wijze van spreken op hetzelfde schap liggen als Shakespeare, doet er voor Floridi niet toe. Het is volgens hem veel belangrijker om te beseffen dat die oceaan aan data, waar zowel MacBeth als Grumpy Cat deel van uitmaken, onze leefwereld bepaalt. Het heeft geen zin om iemand te vragen of die on- of offline is. En of iets analoog dan wel digitaal is. Binnenkort loopt er niemand nog op deze aardbol rond die de analoge wereld nog heeft gekend. Volgens Floridi beseffen we tot op vandaag nog steeds niet voldoende hoe groot de impact is van het tijdperk van de zettabytes.

De vergelijking met Columbus is dan ook helemaal niet toevallig. “Ik heb geen flauw idee waar ik aan begonnen ben”, lacht Floridi. Net zoals ontdekkingsreizigers begon Floridi aan een reis door het onbekende. Een totaal nieuwe wereld waarin er naast aarde, water, lucht en vuur plots een vijfde element aanwezig is: informatie. 

“En laat mij duidelijk zijn, Met het element informatie bedoel ik niet digitale innovatie. Ik heb het hier niet over een iPhone met drie camera’s. Waaw! (ironisch) Voor mijn part lopen we binnen enkele jaren met een kwantumcomputer in onze binnenzak. De echte vraag die we ons moeten stellen is: wat gaan we doen met die nieuwe digitale opportuniteiten? Hoe gaan we als mensheid om met die nieuwe realiteit?”

Hoeveel tijd hebben we nog om die vraag te beantwoorden?

“Te weinig. De snelheid waarmee de digitalisering onze levens verandert is opmerkelijk. Ik vergelijk het graag met andere grote omwentelingen in onze geschiedenis. Neem de eerste landbouwrevolutie, toen we besloten om niet meer te jagen op ons voedsel, maar om vee te houden en land te bewerken. Het heeft de mensheid millennia gekost om zich aan die realiteit aan te passen. We hebben honderden jaren in een wereld gewoond die fiftyfifty verdeeld was tussen nomaden en landbouwers. De aanpassing aan de industriële revolutie duurde maximaal drie eeuwen, tot aan de Tweede Wereldoorlog, toen we de oorlog geïndustrialiseerd hebben. De digitale revolutie? Eén generatie. De mijne.”

De eerste landbouwrevolutie bracht ons een constante voorraad aan voedsel, de industriële revolutie bracht ons globalisering. Wat heeft de digitale revolutie voor ons in petto?

“De digitale revolutie stelt het begrip ruimte in vraag. Letterlijk alles is één click van je verwijderd. Dat betekent dat jij, vanuit België, fan kan zijn van een Japanse gothicband, die nog vijf andere trouwe volgers heeft. Het maakt niet uit waar je bent, je kan ernaar luisteren en ermee communiceren. Dat bestond niet toen ik een tiener was. Ofwel moest ik mijn ouders overtuigen om de trein te nemen naar een plek waar ze optraden of ik kon dat concert niet zien. Als je met alles bijna onmiddellijk kan interageren, verlies je gevoel van ruimte. Terwijl de vorige revoluties een impact hadden op de ruimte waarin we leefden, draait het in de digitale revolutie om tijd.

“We gebruiken zelfs tijd om onze plek in de ruimte uit te drukken. Ik woon op het platteland. Als je mij vraagt hoe ver het is van bij mij thuis tot in het centrum van de stad, antwoord ik niet in kilometers of mijlen. Ik antwoord in minuten: tussen de 20 minuten en anderhalf uur, afhankelijk van het verkeer. We leven tegenwoordig zo dicht bij elkaar. Ik heb deze ochtend nog ontbeten met mijn vrouw in Oxfordshire en nu zit ik hier. Ik weet niet hoeveel kilometers wij van elkaar verwijderd zijn, laat staan dat ik de weg terug ken naar mijn vrouw. Ik weet alleen dat ik een taxirit en een vlucht van haar verwijderd ben en hoeveel tijd me dat zal kosten. Een eeuw geleden was dat niet te vatten.”

Sinds die digitale revolutie mag alles dan wel om tijd draaien, op dit moment heerst er een enorme bezorgdheid over onze ruimte, onze planeet. Wetenschappers wijzen ons erop dat we dringend in actie moeten schieten om een antwoord te bieden op de opwarming van de aarde en toch doen we dat niet.

“Opnieuw. Als alles één click verwijderd is, geldt dat zowel voor kwalitatieve informatie als voor onzin. Stel je voor dat hier een glas wijn op tafel staat en een lepel met een druppel azijn. Zolang die twee gescheiden blijven, is er geen probleem. Zodra je die druppel azijn aan de wijn toevoegt, mag je het hele glas weggieten. Dat is de reden waarom we fake news en betrouwbare informatie te allen tijde van elkaar gescheiden moeten houden. Daar is beleid voor nodig. We moeten erop toezien dat platformen hun verantwoordelijkheid daarin nemen.

“Maar wat u aanhaalt is maar een klein facet van het probleem. Het grotere plaatje is dat digitalisering ons op een bepaalde manier heeft losgekoppeld van de echte wereld. Tijd is belangrijker geworden dan ruimte. Waarom denk je dat we zo verbaasd zijn als we een oceaan vol plastic zien? Wat had je gedacht? Dat al die flessen zomaar zouden verdwijnen? Gewoon omdat je ze niet meer ziet. Dat is tragisch. We worden vandaag steeds minder geconfronteerd met het afval dat we genereren. Kijk naar de ruimte waarin we nu zitten (een moderne conferentieruimte aan de KU Leuven, FE). Hoe artificieel is dit? We ontwerpen onze ruimte zoals een handig te gebruiken app als die van Uber. Alles wat maar aan afval of impact op de planeet doet denken, zien we niet.

Floridi: ‘We zullen steeds meer digitaliseren, maar een mens zal blijven slapen, eten en plassen. Alles kan digitaal worden, behalve de mens.’Beeld Eric de Mildt

“Maar laat me duidelijk zijn. We zullen steeds meer digitaliseren, maar een mens zal blijven slapen, eten en plassen. Alles kan digitaal worden, behalve de mens.”

Maar die Uber-app vind ik wel verdomd handig. Waren alle mobiliteitsapps maar zo clean en duidelijk. Wat moet er dan wel gebeuren?

“De digitale technologieën die ons voor een stuk blind gemaakt hebben voor de impact op onze omgeving, zijn enorm krachtig. Het feit dat die kracht van informatie en interactie maar een vingerbeweging verwijderd is (neemt zijn iPhone ter hand, FE), is ongelofelijk. We zouden die machtige technologieën moeten inzetten voor iets goeds. We moeten een balans vinden tussen de natuur en het digitale. Het frustreert me dat we niet meer investeren in onderzoek en nieuwe technologieën die ons kunnen helpen om de klimaatuitdagingen de baas te kunnen. En ik heb het hier niet enkel over de ontwikkeling van duurzame producten die langer meegaan en propere energie.”

Ik kan niet volgen. Waar hebt u het dan wel over?

“Ik ben net terug van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) in New York. Daar heb ik een project voorgesteld, The Oxford Initiative on Artificial Intelligence for Sustainable Development Goals, waarin we bekijken hoe we artificiële intelligentie kunnen inzetten om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN te halen. Ik heb wat geld gekregen van Facebook, Microsoft en Google om alle initiatieven ter wereld te onderzoeken en te groeperen. Gaat het om echte artificiële intelligentie? En op welke van de 17 duurzaamheidsdoelen heeft de technologie een positieve impact. Op dit moment staat de teller op 83 projecten wereldwijd.”

Floridi heeft het over projecten zoals MERON, kort voor Method for Extremely Rapid Observation of Nutritional Status, een technologie die gezichtsherkenningssoftware inzet om beter en sneller ondervoeding vast te stellen bij kinderen in Ethiopië of Kenia. Winnow Vision is dan weer software die restaurants helpt om de financiële en klimaatkosten van weggegooid voedsel te berekenen. Op die manier kunnen chefs hun voedselaankopen aanpassen en minder voedsel weggooien.

“Dat is allemaal goed nieuws, toch? Het verschil dat al die projecten maken? Niks. Nul. Dit is gewoon belachelijk. Het is als een zandkorreltje op het strand. En dan zeggen mensen vaak: ‘Wel, dat is toch beter dan niks.’ Maar dit betekent niks. Het is niks.

“Hoeveel zal het het Verenigd Koninkrijk kosten om een emissieneutraal land te worden? Een biljoen pond. Dat is ook in euro’s een onthutsend hoog bedrag. Nu, wat zou de impact wereldwijd zijn, mocht het VK beslissen om dat bedrag toch uit te geven? Eén procent. Dat is de impact van het Verenigd Koninkrijk op de opwarming van de aarde. Dan begin je te denken: tenzij we iets enorms, onmetelijks, dramatisch, iets van Bijbelse proporties ondernemen, maakt het niet veel uit dat jij de bus neemt in plaats van de auto en dat ik geen e-mails meer print.

“Er is een groot tekort aan visie om die immense uitdaging aan te gaan. Het is nochtans simpel: grote problemen vergen veel spierkracht. Om een wagen in gang te duwen moet je niet elk om beurt duwen, maar samen. En als 10 miljoen mensen samen duwen, krijg je die oude vierwieler bij wijze van spreken tot op de maan. Zo’n massa aan mensen en middelen activeren, vergt coördinatie, zoals op D-Day tijdens de landing van Normandië. Alleen is de planeet behoeden voor de opwarming niet hetzelfde als de nazi’s bestrijden. Ik vrees dat we pas echt in actie zullen schieten als er een ramp die een Bijbelse omvang aanneemt zal plaatsvinden.”

Stel dat we de urgentie toch nog beseffen voor die ramp. Hoe pakken beginnen we dan met die coördinatie?

“Ik ben een voorstander om de belastingen te verhogen. Maar we gaan dat geld dan niet gebruiken om domme zaken te bouwen zoals een nieuwe snelheidstrein tussen Londen en weet ik waar. Maar om de planeet te redden. En zodra we gestopt zijn om ons blind te staren op Greta Thunberg, kunnen we misschien eens een debat op gang brengen over hoeveel het zou kosten om de aarde te redden. Want wie zal betalen, weten we al. Dat zijn de Verenigde Staten, Europa, China en nog een paar andere rijke landen. Als we erin slagen om technologie niet tegen ons te laten werken, maar voor het milieu, zou dat die onmetelijke kosten iets minder onmetelijk kunnen maken.”

Kunt u dat iets minder filosofisch maken?

“Neem Google. Zij wilden hun CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen. Het algoritme dat tegen de allerbeste GO-speler won, hebben ze omgeschoold om de elektriciteitsconsumptie van hun datacentra met 30 procent te verlagen. Dat is aanzienlijk. Maar trekken we die redenering door? Gebruiken we zulke technologie voldoende op andere domeinen? Ik twijfel eraan. Maar in een wereld waarin de kosten om de juiste beslissingen te nemen enorm is en de druk om het probleem op te lossen minstens even groot is, kunnen zulke technologieën voor grote efficiëntiewinsten zorgen.”

Dat klinkt mooi, maar die technologiebedrijven zien we tegenwoordig meer als een vijand dan als een bondgenoot voor een evenwichtige samenleving.

“Google, Facebook, Microsoft, Uber, ze hebben allemaal hun problemen. En ze hebben er elk afzonderlijk een potje van gemaakt op verschillende vlakken. Dus ja, we moeten kritisch blijven. Maar nodig ze tegelijkertijd uit aan tafel om mee na te denken over de gigantische problemen die we moeten oplossen. We moeten met elk van hen samenwerken. Zij hebben een deel van het geld en de nodige spierkracht in handen. En ik besef dat ik door die oproep ook weleens de huisfilosoof van Google genoemd wordt, maar ik verdedig hun bedenkelijke praktijken niet. We moeten wel beseffen dat zij voor een groot stuk bepalen hoe wij leven. We moeten hen in het gareel krijgen en hen inschakelen in het gevecht voor het milieu. Voor mij is dat een no-brainer.”

Nu klinkt u echt als technologieoptimist uit Silicon Valley. De technologie zal het wel oplossen.

“Technologie alleen zal het probleem niet oplossen. Het probleem is dat de nieuwe technologie vandaag uitgedacht wordt in een context van competitie, beurswinst, wat intellectuele eigendomsrechten en een snuifje van bescherming van de vrije meningsuiting. Of kortweg: de economische markt. Dat is een heel bot mechanisme om iets belangrijks als de ontwikkeling van technologie door te laten bepalen. Het is een ideaal recept voor een ramp. En we hebben die markt nodig, maar vooral ook beleid. Beleid groeit uit sociale druk, de publieke opinie en competitie in de markt. Een visie.”

En wat kan een kleine regio als Vlaanderen betekenen in die strijd?

“Daarvoor verwijs ik graag naar een belangrijk onderscheid dat ik iedereen op het hart wil drukken. Er is een verschil tussen het juiste doen omdat het juist is om te doen en het juiste doen omdat het een verschil zou maken. Als individu of kleine organisatie moeten we af van het utilitarisme. Je handelt niet in het belang van de natuur omdat jij het verschil maakt. Je handelt in het belang van de natuur omdat dat de enige juiste weg is. Omdat dat de reden is waarom we ’s nachts nog kunnen slapen.”