Direct naar artikelinhoud
Cold case HammarskjöldOnderzoek

Schoot een Belgische piloot VN-secretaris Hammarskjöld uit de lucht? Een VN-rapport wijst opnieuw in die richting

Het wrak van het vliegtuig van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld.Beeld AP

Een nieuw VN-rapport over de dood van VN-secretaris Dag Hammarskjöld wijst opnieuw naar de Belgische piloot Jan Van Risseghem. Het onderzoek trekt zijn vlieglogboeken in twijfel en daarmee verdwijnt zijn alibi. Het rapport, dat ook publicaties uit De Morgen citeert, vraagt zich ook af waar enkele doorslaggevende Belgische archieven naartoe zijn. 

“De stukjes informatie over Van Risseghem geven een nieuwe impuls om verder te zoeken.” Twee jaar na het vorige hebben de Verenigde Naties een nieuw rapport klaar over de zaak-Hammarskjöld.

Het VN-rapport uit 2017 legde uit waarom de eerste onderzoeken uit de jaren 60, die in de richting van ongeval wezen, op zijn minst onbetrouwbaar waren. De afgelopen twee jaar draaide het onderzoek dan ook om de vraag wie Hammarskjöld eventueel uit de weg wou ruimen en hoe dat dan zou gebeuren. Het rapport gaat zeer uitvoerig in op de mogelijkheid dat de Belgische piloot Jan Van Risseghem het toestel met Hammarskjöld en zijn medewerkers uit de lucht heeft gehaald. 

De voorbije twee jaar is bijvoorbeeld aangetoond dat Van Risseghem een leidinggevende rol had in de Katangese luchtmacht, er meerdere vliegtuigen bediende en bevriend was met Jean Cassart, die een handel in militair materieel had opgezet vanuit België. Die informatie halen de VN onder meer uit een gesprek van De Morgen met de weduwe van Jan Van Risseghem

Wat is de cold case Hammarskjöld?

In de nacht van 17 op 18 september 1961 kwam VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld op mysterieuze wijze om het leven. 

De Zweed kwam om in een vliegtuigcrash toen hij op weg was naar vredesbesprekingen met Katanga. Die rijke Congolese provincie had zich met de hulp van Europese huurlingen afgescheurd van Congo, dat net onafhankelijk was.

Een onderzoek van De Morgen

Onze journalist Bruno Struys ontwikkelde het afgelopen jaar een grote belangstelling voor de politieke moord. Dankzij een samenwerking met het team achter de documentaire Cold Case Hammarskjöld kon hij een reeks straffe artikels brengen. Uit het onderzoek blijkt dat de Belg Jan Van Risseghem meer dan waarschijnlijk het gevechtsvliegtuig bestuurde dat het vliegtuig van Hammarskjöld neerschoot.

Vervalste vlieglogboeken?

In die tussentijd kwam ook de documentaire uit over de cold case (die u als De Morgen-lezer nog de hele maand oktober kan bekijken)waarin een zekere Pierre Coppens vertelt hoe Van Risseghem de raid op Hammarskjöld ooit tegen hem heeft opgebiecht. De weduwe van Van Risseghem spreekt dat tegen. Ze probeert met de vlieglogboekjes van haar overleden echtgenoot te bewijzen dat haar man niet ter plekke kon zijn geweest. De Morgen toonde al aan dat de logboeken niet het sluitend bewijs leveren, maar het VN-rapport stelt vragen bij de authenticiteit van het logboek van de maand september. Zo zou er in vergelijking met andere maanden in 1961 sprake zijn van verschillen in schrift, stempels en ondertekening.

Jan Van Risseghem bij de Fouga Magister KAT93.Beeld RV

“Deze afwijkingen suggereren dat de maand september op een andere manier tot stand is gekomen dan de andere maanden, of door een andere persoon.”

Bovendien komt het logboek niet overeen met dat van een andere huurling die in die periode actief was in Katanga, namelijk Roger Bracco. “Logischerwijs kunnen ze niet beide waarachtige en volledige verslagen zijn. Zoals ook niet kan worden uitgesloten dat ze beide vervalst zijn.”

Verdwenen archieven?

De voormalige rechter Othman, die het VN-onderzoek leidt, stelt vast dat de exacte whereabouts van Van Risseghem die nacht onbekend blijven en vraagt zich af waarom de piloot hier tussen 1961 en zijn overlijden nooit een afdoend antwoord op heeft gegeven. De vraag is of het antwoord nog ergens in Belgische archieven ligt.

Uit het archief

Weduwe piloot spreekt voor het eerst: ‘Mijn Jan heeft het níét gedaan’

Het onderzoeksteam is tevreden over de samenwerking met de Belgische inlichtingendiensten, maar stelt vast dat er amper informatie bij de militaire inlichtingendienst ADIV te vinden was, hoewel het in die tijd wemelde van de Belgische huurlingen in en rond Congo. Ook De Morgen kwam eerder tot die conclusie bij het opvragen van documenten. Het VN-team kwam in de Zweedse militaire archieven wel een kopie tegen van een officieel dagboek van het Belgisch consulaat in Elisabethville. Helaas ging het om de maand december 1961, drie maanden na de crash van Hammarskjöld. “Als er een soorgelijk document in de Belgische archieven bestaat voor september of oktober 1961, dan kan het bijkomende relevantie informatie bevatten.”

Een gedeclassifeerd document van Staatsveiligheid over Van Risseghem.Beeld RV

In tegenstelling tot België zijn er een aantal andere betrokken VN-lidstaten die nog altijd onvoldoende meewerken, zoals Zuid-Afrika, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Vooral die laatste moeten over belangrijke informatie beschikken. Zo waren er twee medewerkers in opdracht van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA in 1961 aanwezig op Cyprus en afzonderlijk van elkaar beweren ze daar in de nacht van 17 op 18 september informatie te hebben onderschept die erop wijst dat het vliegtuig is neergehaald. Volgens een van hen was de dader een Belgische piloot. 

Betaald door Defensie?

Het rapport sluit niet uit dat het iemand anders was dan Van Risseghem. Ook de Belg Jean-Baptiste Dubois komt nu naar voren. Ook zijn whereabouts op 17 september zijn nog ongekend. De gerenommeerde Amerikaanse antropologe en archeologe Anne Roosevelt, die ook onderzoek deed naar de moord op Lumumba, stelt in het rapport dat de Belgen niet gewoon huurlingen van het Katangese leger waren, maar in opdracht van België actief waren, betaald door Defensie. 

“Belgische officieren voerden een actie uit om Afrikaanse leiders te vermoorden en hun politieke bewegingen te ontmantelen, met het doel om Belgische controle te houden over op zijn minst een deel van Congo.” Ze betoogt dat ze tijdens die actie vochten tegen de Verenigde Naties en Hammarskjöld ombrachten in een poging om de Katangese mijnen en de administratieve en militaire controle elders in Congo te beschermen te beschermen tegen de militaire weerstand van de VN-Operatie in Congo.”

VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld op 27 juli 1960 met minister van Buitenlandse Zaken Pierre Wigny.Beeld BELGAIMAGE

Een aantal Belgische ex-piloten zeiden het afgelopen jaar dat ze konden bewijzen dat het vliegtuig enkel door een fout van de piloot kan zijn neergestort. Othman heeft hun analyse bekeken, maar stelt “fundamentele feitelijke onjuistheden” erin vast. 

Toch wil het onderzoeksteam op dit moment een fout van de piloot nog niet uitsluiten. Tot een doorbraak in het onderzoek is Othman voorlopig nog niet gekomen, maar de VN lijken vastberaden om de waarheid boven te spitten. “Dat zijn we Dag Hammarskjöld en de leden van het team dat hem vergezelde verschuldigd”, zegt huidig VN-secretaris-generaal António Guterres.