Dat blijkt uit onderzoek van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Voor het onderzoek werden in 2018 meer dan 27.000 18-64 jarigen bevraagd naar de combinatie werk en gezin.

Vooral de hooggeschoolden (37,3 pct) ondervinden belemmeringen bij de combinatie werk en gezin. Bij laag- en middengeschoolden is dat respectievelijk 28,6 en 29,3 pct. Als belangrijkste redenen halen ze vermoeiende of veeleisende jobs aan, gevolgd door lange werkdagen en lange verplaatsingen naar het werk.

Ook bij zelfstandigen (38,8 pct) valt de combinatie werk en gezin vaak moeilijk: 19,4 pct van hen geeft aan dat lange werkuren het evenwicht tussen werk en gezin verstoren.

Meest in Wallonië

Bij de regio’s zijn de belemmeringen in Wallonië (44,2 pct), groter dan in Brussel (33,8 pct) en Vlaanderen (27,3 pct). In Wallonië is de lange verplaatsing naar het werk een belangrijk obstakel.

Eén op de drie ondervraagden (34,8 pct) gaf aan te zorgen voor kinderen of zorgbehoevende familieleden. Dat percentage ligt net iets hoger bij vrouwen (37,2 pct) dan bij mannen (32,4 pct). Bij 25-49-jarigen staat zorg voor jonge kinderen centraal, terwijl 50-plussers in vergelijking met andere leeftijdsgenoten vaker zorg dragen voor invalide familieleden.

Bijna 15 pct van de ondervraagden met jonge kinderen verminderde het aantal werkuren om de combinatie werk en gezin meer draagbaar te maken. Dat is meer het geval bij vrouwen (24,2 pct) dan bij mannen (5,6 pct).