Ecuador trekt controversiële brandstofmaatregel in om protest te doen stoppen

Na 12 dagen van straatprotest buigt de regering van president Lenin Moreno voor de druk van de inheemse bevolking en voor die van de straat. Moreno had per decreet een besparingsplan opgezet in de hoop om een lening van 4,2 miljard dollar te krijgen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Als een van de maatregelen wilde Moreno de subsidies op de brandstof schrappen, omdat die Ecuador elk jaar 1,3 miljard dollar kosten.

Gevolg was dat niet alleen de brandstof duurder werd, maar ook eten en andere basisproducten. Het plan van de president zette kwaad bloed bij de bevolking, in de eerste plaats bij de inheemse, die in het algemeen arm is en de maatregel het hardst voelde. 

De inheemse leiders mobiliseerden hun achterban en legden Ecuador lam. Demonstraties liepen uit op geweld, straten en bedrijven werden geblokkeerd en de olieproductie gehalveerd, waardoor de uitvoer ervan tijdelijk moest worden stilgelegd. De overheid kreeg de protesten niet onder controle, zelfs een avondklok in de hoofdstad Quito bracht niets tegen de demonstranten in.

Onder bemiddeling van de Verenigde Naties en de katholieke kerk kwamen beide kampen gisterenavond samen om te praten. De leider van de inheemse bevolking droeg een hoofdtooi en had zijn gezicht in traditionele kleuren geschilderd. De onderhandelingen waren rechtstreeks op televisie te volgen en hadden resultaat. De regering trekt haar controversiële plannen in, de inheemse leiders beloven hun acties te stoppen, samen gaan ze een nieuw pakket maatregelen uitwerken. 

In bijna twee weken van protest vielen 7 doden, 1340 gewonden en werden 1152 mensen opgepakt.