16 tot 22 oktober 1944: Duitsers installeren fascistisch vazalregime in Hongarije
In deze reeks geven we een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. Deze week van 16 tot 22 oktober 1944. In Hongarije geven de Duitsers de macht in handen van de fascistische en zeer antisemitische Pijlkruisers. En de Amerikanen landen op de Filipijnen.
Hongarije blijft aan de kant van Duitsland vechten. Een gangsterachtig optreden van SS-troepen in de hoofdstad Boedapest (onder de naam “Operatie Panzerfaust”) heeft een einde gemaakt aan het regime van de oude admiraal Horthy.
Horthy was in de nacht van 15 op 16 oktober gevangengenomen. Hij gaf alle verzet op nadat de SS’ers hem hadden laten weten dat ze zijn zoon hadden ontvoerd. Ze dreigden die te vermoorden als de Hongaarse regent niet toegaf aan alle Duitse eisen.
Kort daarop werd Horthy gedwongen een document te ondertekenen waarin hij de eerder gesloten wapenstilstand met de Sovjet-Unie annuleerde. Bovendien moest hij zelf aftreden, nadat hij Ferenc Szálasi tot eerste minister had benoemd, als opvolger van generaal Géza Lakatos.
Szálasi is de leider van de fascistische Pijlkruispartij, die helemaal aan Duitse kant staat. Een militie van de Pijlkruisers heeft de SS’ers geholpen bij de putsch tegen Horthy.
Horthy’s zoon was een paar dagen geleden ontvoerd door een SS-commando onder leiding van Otto Skorzeny. Nu zijn vader alles heeft toegegeven is zijn leven gespaard, maar hij is wel overgebracht naar het concentratiekamp Dachau.
Ridder Miklós Horthy de Nagybánya, een admiraal van de vroegere Oostenrijks-Hongaarse marine, was 24 jaar lang regent van Hongarije (het “koninkrijk zonder koning geleid door een admiraal zonder vloot”). Hij is nu door Skorzeny persoonlijk overgebracht naar Duitsland waar hij als “gast” wordt ondergebracht op een kasteel in de Beierse Alpen.
De Duitsers hebben intussen het Hongaarse parlement gedwongen het aftreden van Horty en de benoeming van Szálasi goed te keuren
Szálasi gaat een regering vormen die de strijd aan Duitse kant zal voortzetten. Hij heeft ook maatregelen tegen de Joodse bevolking van Boedapest aangekondigd.
Tussen maart en juli 1944 heeft de SS 437.000 van de meer dan 800.000 Joden in Hongarije naar Auschwitz gedeporteerd. De meest massale deportatie van de hele Shoah. Horthy, wel een antisemiet maar geen voorstander van genocide of brutaliteiten, had zich daartegen verzet en verkreeg ten slotte de stopzetting van de deportaties.
De 200.000 Joden in Boedapest waren tot nu toe gespaard. De Pijlkruisers, zo mogelijk nog grotere Jodenhaters dan de nazi's, zijn meteen begonnen hen op te pakken en weg te voeren. Ze worden onder meer ingezet om loopgraven aan te leggen.
Canadezen bereiken monding Westerschelde
De Canadezen hebben Breskens bevrijd, de Zeeuws-Vlaamse haven vlak bij de monding van de Westerschelde. De Duitse troepen aldaar hebben zich teruggetrokken in het oude Fort Frederik Hendrik, vlak naast de haven. Dat fort ligt nu helemaal onder vuur.
Op dat kleine fort na, dat niet lang kan standhouden, controleren de geallieerden nu de hele linkeroever van de Schelde.
De vroegere “Zak van Breskens” is gereduceerd tot het uiterste westen van Zeeuws-Vlaanderen en een aangrenzend stuk Belgisch gebied rond Knokke. De Duitse troepen die daar nog standhouden, kunnen niet meer rechtstreeks over de Westerschelde vanuit Walcheren worden bevoorraad. Duitse bevoorradingsschepen moeten nu naar het haventje van Cadzand, dat al aan de zee ligt.
Intussen zijn de laatste Duitse troepen verdreven uit de dorpen van het Meetjesland nabij de Nederlandse grens.
Ten noorden van Antwerpen zijn de Canadezen na zware gevechten doorgedrongen tot in Woensdrecht. Als Woensdrecht valt, verliezen de Duitsers de toegang over land naar Zuid-Beveland en Walcheren.
Als gevolg van de opmars naar Woensdrecht hebben de Canadezen ook Essen bevrijd. Dit was het laatste dorp in het noorden van België dat nog in Duitse handen was.
Oprichting van de Deutsche Volkssturm
In de Oost-Pruisische stad Bartenstein (nu Bartoszyce in Polen) is het startschot gegeven voor de Deutsche Volkssturm, een soort burgerleger dat de fel geslonken Duitse strijdkrachten moet versterken.
SS-leider Himmler hield er een toespraak tot de eerste 12 compagnieën van de Volkssturm.
Hitler besliste eind vorige maand al tot de oprichting, maar voor de formele aankondiging is gewacht tot 18 oktober. Dat is de verjaardag van de Volkerenslag bij Leibniz, toen de Duitse legers in 1813 Napoleon een zware nederlaag toebrachten.
De naam Volkssturm herinnert dan ook aan de Landssturm, een burgermilitie die in 1813 in opstand kwam tegen de Franse indringers.
Alle weerbare Duitse mannen tussen 16 en 60 jaar moeten deel van de Volkssturm uitmaken. Vrijstellingen zijn nauwelijks mogelijk, ook niet voor een handicap. In theorie kunnen bijna 20 miljoen man worden opgeroepen.
Het is de bedoeling dat deze geïmproviseerde soldaten zo nodig hun eigen woonplaats verdedigen en een soort stadsguerrilla voeren.
Het nieuwe volksleger is echter nauwelijks uitgerust. De nieuwe soldaten beschikken meestal enkel over oude geweren en Panzerfauste (lichte antitankwapens).
Eigen uniformen hebben ze niet. Ze dragen burgerkleren of anders het uniform van een nazi-organisatie waartoe ze behoren, zoals de SA of de Hitlerjugend. Een armband met “Deutsche Volkssturm” moet aangeven dat het om strijdende militairen gaat in de zin van de conventies van Genève.
De Volkssturm wordt geleid door de nazi-partijkaders. Hitler rekent erop dat zijn partijbonzen fanatieker zullen handelen dan de legerofficieren, die hij nu steeds meer wantrouwt. Daarom ook heeft Himmler de leiding van de rekrutering.
Ervaren militairen staan sceptisch tegenover de capaciteiten van dit nieuwe "leger". Soldaten die van het front terug zijn, kunnen zich niet inhouden te grinniken als ze de gewapende burgers zien paraderen.
De nazi's spelen hiermee hun laatste troef uit. In de vier maanden sinds D-day registreerde de Wehrmacht 191.000 doden en 817.000 vermisten, samen dus meer dan een miljoen verloren manschappen, meer dan ooit tevoren in deze oorlog.
Die verliezen kunnen niet meer worden goedgemaakt met reserves aan dienstplichtigen. De laatste maanden worden steeds meer mannen die vanwege hun beroep of hun gezondheid vrijgesteld waren, toch opgeroepen voor de wapens, maar dat volstaat absoluut niet.
Hierboven kan u een Duitse propagandafilm over de oprichting van de Volkssturm bekijken.
Einde conferentie Moskou
Het bezoek van de Britse premier Churchill aan Moskou is voorbij. Tien dagen lang heeft hij het met zijn Sovjetcollega Stalin overlegd, vooral over wat er na het einde van de oorlog in Europa moet gebeuren.
Heel concreet zijn de resultaten niet. Er is gepraat over deelname van de Sovjet-Unie aan de oorlog tegen Japan, maar dit zal hoe dan ook pas gebeuren als Duitsland is verslagen.
Churchill, die absoluut de Britse invloed op Griekenland wil behouden, heeft afspraken willen maken over de verdeling van de macht in de Balkanlanden. Daardoor heeft hij het principe van “invloedssferen” erkend. De Verenigde Staten waren daar niet bij betrokken en erkennen die afspraak ook niet.
Over Polen is er geen eensgezindheid. De Sovjet-Unie heeft een door communisten geleid “Comité van Lublin” in het bevrijde deel van Polen geïnstalleerd, als tegenhanger van de officiële Poolse regering, die in Londen zetelt. Bovendien beschouwt Stalin de oostelijke gebieden van Polen, waar overwegend Oekraïners en Wit-Russen wonen, als deel van de Sovjet-Unie. Stalin wil nu wel daarover praten met iemand van de Poolse regering in Londen.
Churchill heeft nog een andere toegeving moeten doen. Alle Sovjetburgers die in Duitse handen zijn, zullen moeten terugkeren naar de Sovjet-Unie. Het betreft niet alleen krijgsgevangenen, gedeporteerden en dwangarbeiders, maar zeker ook de Sovjetburgers die dienst hebben genomen in het Duitse leger. Het gaan om miljoenen mensen, die desnoods onder dwang zullen moeten terugkeren.
Het Duitse leger heeft heel wat hulptroepen gerekruteerd onder de Sovjet-krijgsgevangenen, vooral dan bij de nationale minderheden van de Sovjet-Unie. Die worden door hun regering als verraders beschouwd.
Bevrijding van Griekenland verloopt chaotisch
De Griekse regering is in de hoofdstad Athene aangekomen. Ze is verwelkomd door een grote mensenmassa die de bevrijding van het land vierde.
Britse luchtlandingstroepen hebben enkele dagen geleden de Griekse hoofdstad bezet, nadat de Duitsers daar zonder slag of stoot waren vertrokken. Daardoor kon de regering, die tijdens de bezetting in Egypte verbleef, terugkeren.
De huidige Griekse regering wordt geleid door de liberaal Georgios Papandreou. Ze was na zware Britse druk in ballingschap gevormd uit de partijen die de Duitsers - maar ook elkaar - bestrijden.
De regering kan zich echter alleen maar met Britse steun handhaven. Alhoewel er communisten in de regering zitten, gehoorzamen de communistische verzetsbeweging EAM en haar gewapende arm ELAS alleen aan zichzelf.
Wie voorlopig niet terugkeert, is de omstreden koning George II. Papandreou heeft beloofd dat er een referendum komt over de toekomst van de monarchie en dat de koning intussen in Cairo blijft.
De Duitsers hebben zich intussen snel teruggetrokken. Ze laten op veel plaatsen vernieling en chaos achter. Alleen op enkele strategische Griekse eilanden blijven er Duitse garnizoenen. Op Kreta heeft het verzet een deel van het eiland bevrijd, maar de Duitsers blijven er standhouden.
Aken veroverd
De strijd rond Aken is beëindigd. De eerste grote Duitse stad is in geallieerde handen.
In de namiddag gaven de resten van het Duitse garnizoen in Aken zich gewonnen. Meer dan 3000 van hen gaan in krijgsgevangenschap, naast bijna 2000 doden en gewonden.
Het grootste deel van de stad is verwoest. Veel historische gebouwen, zoals de dom, hebben schade opgelopen.
De meesten van de 170.000 inwoners zijn dakloos. Van de fanatieke weerstand die de nazi's van hun medeburgers hadden geëist viel niet veel te merken. Een twintigtal burgers zijn gefusilleerd omdat ze de overgave hadden gevraagd.
Bevrijding van Belgrado
De Joegoslavische hoofdstad Belgrado is bevrijd. Dat gebeurde door het gemeenschappelijk optreden van Sovjettroepen en Joegoslavische partizanen.
Midden september overschreed het Rode leger vanuit Roemenië en Bulgarije de grens met Joegoslavië en begon een tangbeweging naar Belgrado. Het kreeg de steun van het partizanenleger vanuit de bergen in het binnenland. Het Bulgaarse leger, dat eerder aan Duitse zijde stond maar nu van kamp is veranderd, rukte intussen naar het zuiden op.
Samen stonden meer dan een half miljoen man tegenover 125.000 Duitsers onder veldmaarschalk Maximilian von Weichs, plus circa 200.000 man collaborerende Servische milities.
Langs de Donauvallei wist het Rode Leger door te dringen tot de hoofdstad. Op 14 oktober drongen Sovjets en partizanen de stad binnen. De Duitsers hadden geen tijd om systematisch vernielingen aan te richten en trokken zich terug in een oud fort in het noorden van de stad. Zes dagen later werd ook dat fort veroverd.
De Servische milities die aan Duitse kant vechten hadden de stad al eerder verlaten, net als de collaborerende Servische regering van Milan Nedić.
De Duitse legers trekken zich als gevolg van deze nederlaag terug uit het zuiden van Joegoslavië.
Met Russische steun krijgen de communistische partizanen van Tito nu de macht in Belgrado. De geallieerden erkennen al lang de partizanen als de feitelijke machtshebbers in Joegoslavië. Zelfs de Joegoslavische koning Peter II en zijn regering, die in Londen verblijven, hebben dat moeten doen onder druk van Churchill.
Amerikanen landen op de Filippijnen
Op 20 oktober zijn twee Amerikaanse legerkorpsen beginnen te landen op de kust van Leyte, een eiland van de Filippijnen. Dat gebeurde na zware bombardementen door Amerikaanse schepen en vliegtuigen.
De Amerikaanse opperbevelhebber in de Stille Oceaan, generaal Douglas MacArthur, stapte zelf uit een van de landingsbootjes en waadde met zijn troepen door het zeewater naar het strand. Hij was vergezeld door de president van de Filipijnen, Sergio Osmeña.
2 1/2 jaar geleden veroverde Japan de Filipijnen (een autonome staat onder soevereiniteit van de Verenigde Staten). De Amerikaanse strijdkrachten moesten toen ontsnappen naar Australië. MacArthur hield daarbij een redevoering waarin hij beloofde “Ik zal terugkeren”.
Nu, kort na zijn landing, kon hij zeggen: “Volk van de Filipijnen, ik ben teruggekeerd.”
De Japanse verdedigers werden overrompeld door de overmacht. Ze werden bovendien aangevallen door het Filipijnse verzet.
De operatie wordt vanuit zee gesteund door een oorlogsvloot van meer dan 700 schepen.
De Japanse marine heeft al haar grote oorlogsschepen doen uitvaren met de bedoeling de invasievloot te treffen. Voor Japan is het behoud van de Filipijnen essentieel voor de toevoer van grondstoffen, vooral olie uit Nederlands-Oost-Indië.
Voor de landing werden de Amerikaanse schepen massaal aangevallen door Japanse vliegtuigen. De vliegtuigen van de meer dan 30 Amerikaanse vliegdekschepen gingen in de tegenaanval. Bij de gevechten gingen meer dan 800 Japanse en zowat 100 Amerikaanse vliegtuigen verloren. Daardoor is de Japanse marine-luchtvloot vrijwel geliquideerd.