Direct naar artikelinhoud
Sterrenkindjes

Ouders van sterrenkindjes getuigen: ‘Op die emotionele band kan je geen datum plakken’

Voor Kimberly Schollaert en Koen Van Impe zal Sophia* altijd het eerstgeboren kind blijven.Beeld Bob Van Mol

In heel wat gezinnen leeft een doodgeboren kind nog steeds voort. Drie ouders getuigen over hun sterrenkind, de woelige waters die ze hebben doorgesparteld en de nood aan erkenning. ‘Die liefde in de buik is zo ontzettend belangrijk geweest voor ons.’

Koen en Kimberly, ouders van Sophia*

“Wij hebben tijdens de zwangerschap zo veel zware informatie gekregen, zo veel details die een mens niet zou hoeven te kennen. Ik ben jaloers op de onwetendheid van anderen.” Voor Koen Van Impe (34) en Kimberly Schollaert (26) luidde een vroeg vastgestelde bloedklonter in de baarmoeder een periode in van constant schipperen tussen hoop en wanhoop, tussen “een gezond kloppend hartje” op een echo en gebroken water dat zich “gruwelijk vroeg” aandiende. Afgelopen februari eindigde het verhaal in mineur, net voor de 24-weken-grens. “We hebben zo hard gevochten, maar ze heeft de weeën helaas niet overleefd”, vertelt Koen.

‘Ze’ is Sophia* (sterrenkindjes krijgen gewoonlijk een * achter hun naam), en zij zal voor eens en voor altijd hun eerstgeboren dochter blijven. “We hadden eerder al een miskraam op acht weken, maar dat voelde volledig anders. Nu hebben we een klein lichaampje gezien op een echo, het geslacht geleerd, een naam gekozen... op die emotionele band kan je geen datum plakken. Wat de wet daarover zegt, kan me eerlijk gezegd gestolen worden. Ik wil mijn dochter op mijn trouwboek, als eerstgeboren kind.”

Koen Van Impe en Kimberly Schollaert wandelen bijna dagelijks voorbij deze boom. ‘Gewoon even goeiedag zeggen tegen Sophia*.’Beeld Bob Van Mol

Dat is gelukt, mede dankzij de nodige administratieve goodwill binnen het ziekenhuis werd een geboorteattest voorzien voor Sophia*. “Ik denk dat ze in het ziekenhuis aanvoelden hoe belangrijk dat voor ons was. Geen erkenning? Dan waren we in opstand gekomen. We hebben onze dochter nooit gesproken, hebben er nooit mee gewandeld, en toch voel ik me papa van Sophia*. Erkenning is een van de weinige zaken waar we ons aan kunnen vastklampen.”

Er zijn ook de 130 foto’s die net na de bevalling getrokken zijn door vzw Boven De Wolken - “op dat moment een surreële ervaring, waar ik nu heel erg dankbaar voor ben”, zegt Koen. En ergens op een veld in Lede staat een boom met een erg speciale betekenis. “Om de twee dagen wandelen we daar naartoe, gewoon om even goeiedag te zeggen tegen Sophia*. Dat zal wellicht minderen, maar nooit verdwijnen. Het voelt alsof mijn dochter altijd en overal over mijn schouder meekijkt.”

Veerle en Ewan, ouders van Joppe, Floor, Jaan, Fien* en Felien

“Toen we Jaan op 1 september naar zijn eerste schooldag brachten, was de confrontatie heel hard. ‘Fien* had dit nu ook moeten doen’, die gedachte is moeilijk te bannen.” Thuis bij Veerle Declerck (38) en Ewan Torrekens (38) liepen al twee kinderen rond, in 2016 zou daar een tweeling bijkomen. Op echo’s bleek echter al snel dat er een complicatie was bij een van de kindjes. “Op 17 weken werd dan ook de zeldzame afwijking trisomie 18 vastgesteld”, vertelt Veerle. “Je hele wereld stort op dat moment in.”

Het eerste doktersadvies was: zo snel mogelijk laten inslapen, om het gezonde kindje niet in gevaar te brengen. “Daar hadden we het erg moeilijk mee. Elke minuut die je kan beleven met dat kindje, is er een om te koesteren. Ons verstand en ons gevoel botsten.” Een tweede advies luidde echter dat de beste optie toch was om beide kindjes zo lang mogelijk samen te houden. “Een enorme verlossing, die ervoor zorgde dat we ondanks ons verdriet toch het grootste geluk beleefden. Tijdens echo’s zagen we dat Fientje* zelfs het meest actief was. Die liefde in de buik is zo ontzettend belangrijk geweest voor ons.” Na 34 weken is ze uiteindelijk gestorven in de baarmoeder.”

Veerle en Ewan, ouders van Joppe, Floor, Jaan, Fien* en Felien
Beeld Stefaan Temmerman

Het verschil tussen de twee adviezen bleek ook een cruciale factor in de erkenning van Fien*. “Toen we die grens van 24 weken haalden, voelden we een intens gevoel van opluchting. ‘Als ik nu zou bevallen, dan zal ons meisje er ook voor de buitenwereld zijn’, gek hé. Ergens staat die grens ook een beetje symbool voor je verdriet dat wordt erkend.”

Een verdriet waar het gezin erg open over probeert te zijn, ook al is dat poortje soms moeilijk om open te doen. “Ook bij Jaan zullen die vragen vanzelf komen. Net zoals we onze oudste kinderen tijdens de zwangerschap probeerden uit te leggen dat er een ‘Lego-mannetje met een ontbrekend blokje’ in mijn buik zat, proberen we dan de juiste antwoorden te bieden. We willen hem later niet met negatieve gevoelens opzadelen.” Intussen is er trouwens nog een vijfde spruit aan het gezin toegevoegd. “In de naam Felien zit ook Fien*. Dat is ons kleine eerbetoon.”

Chris en Dani, ouders van Katja*, Dirk, Eric en Annick

Chris van Boven (77) is intussen oma, maar wat 53 jaar geleden gebeurde tijdens haar eerste zwangerschap is altijd blijven sluimeren. Na negen maanden – voldragen dus – werd ze vastgegespt in de verlosstoel in het moederhuis, na een geruststellend bezoek bij de arts de dag voordien. “Maar toen ik wakker werd, was er gewoon geen kind. De dokter zei toen dat ons Katja* wellicht al 14 dagen daarvoor overleden was. Over een kind is in het ziekenhuis trouwens nooit gesproken, enkel over een lijkje. Dat voelde echt mensonterend aan.”

Het valt natuurlijk te bekijken in een tijdsgeest – jaren 60 – waarin ook nog geen plaats was voor ondersteunende vzw’s of begrip bij de dokters, laat staan bij de familieleden. “De dag erna werden mijn man en ik gewoon verwacht op een verlovingsfeest in de familie. Vooral het gebrek aan erkenning deed pijn. Er is voor niemand behalve wij twee ooit een kind geweest. In ons trouwboek staat in potlood geschreven: ‘levenloos vertoond’. Pas toen onze drie andere kinderen het huis verlieten, ben ik pas weer beginnen beseffen: ik wil dit kind een naam geven.”

Chris van Boven moest uiteindelijk 53 jaar wachten op de erkenning van Katja*.Beeld Stefaan Temmerman

Toen haar ter ore kwam dat de nieuwe registratiewetgeving, die inging op 1 april 2019, met een terugwerkende kracht is voorzien, begon voor haar een ‘tweede lijdensweg’, vertelt ze. “Er bleek geen enkele instantie op de hoogte, we kregen zelfs de reactie: ‘Maar mevrouw, wat gaat ge daar nu nog mee bereiken?’ Na veel trekken en sleuren vonden we in het moederhuis van Deurne toch iemand die zich er in wilde verdiepen. Want ja: hoe kan je nog de precieze omstandigheden van die geboorte bewijzen?”

Uiteindelijk bleek een bewijs door een vroedvrouw van het moederhuis – “op eer en geweten” – samen met een welwillende ambtenaar in Deurne voldoende. Twee maanden geleden werd Katja* officieel ingetekend in de registers. “Mijn kinderen hebben wel eens gezegd: ‘Waarom rakel je dit oude verdriet toch op?’ Maar ik voel enkel een enorme opluchting. Mijn gezin is eindelijk compleet.” Het herinneringskoffertje dat Chris via vzw Berrefonds kreeg en met een persoonlijke toets voorzag, gaat bijna elke dag open.