Kroniek van de week: over de failed state België en het nongoverno van Michel II

Charles Michel © REUTERS
Ewald Pironet

Het ging de voorbije week over IS-strijders en ons falende rechtssysteem, de uitgebluste regering-Michel II, heel wat nieuwe partijvoorzitters die op komst zijn en de armoedige armoedebestrijding. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug.

1. Failed state

‘Alleen omdat we niet naar assisen kunnen met deze processen riskeren ze (foreign terrorist fighters, nvdr.) geen tien maar vijf jaar cel. Dat begrijpt toch niemand?’

Federaal procureur Frédéric Van Leeuw, De Tijd, 18 oktober

Omdat er in ons land te weinig magistraten zijn, krijgen IS-strijders hier maximaal 5 jaar celstraf en geen 10 jaar. Dat verklaarde federaal procureur Frédéric Van Leeuw in De Tijd: ‘In ons land komen misdrijven voor de correctionele rechtbank en misdaden voor het hof van assisen. De terrorismezaken zouden dus voor assisen moeten komen, maar dat kan justitie niet aan. In Brussel zijn er bijvoorbeeld maar vier magistraten die een hof van assisen kunnen voorzitten. Terwijl twee al de handen vol zullen hebben met het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. We kunnen niet anders dan naar de correctionele rechtbank trekken met onze dossiers tegen foreign terrorist fighters.’

‘De terrorismezaken zouden voor assisen moeten komen, maar dat kan justitie niet aan.’

Dat heeft belangrijke gevolgen. Van Leeuw: ‘Het leidt ertoe dat de verdachten veel lagere gevangenisstraffen riskeren. Om naar de correctionele rechtbank te kunnen stappen met deze misdaden, worden we gedwongen al op voorhand verzachtende omstandigheden in te roepen voor alle foreign terrorist fighters. Dat is toch paradoxaal?’

‘En als ze dan veroordeeld worden voor deelname aan de activiteiten van een terroristische organisatie, riskeren ze nog maar maximaal vijf jaar cel. Terwijl het strafwetboek een maximumstraf voorziet van tien jaar, dubbel zoveel. Dat valt niet uit te leggen in het buitenland. Ook in eigen land begrijpt niemand zo’n gang van zaken’, besluit Van Leeuw.

Een falend rechtssysteem is een van de kenmerken van een failed state.

2. Non-governo

‘In de kabinetten slaat verveling om in machteloosheid.’

De Tijd, 16 oktober

De federale regering ligt straks één jaar op apegapen. Nadat de N-VA niet had kunnen instemmen met de goedkeuring van het VN-migratiepact, werden vorig jaar op 9 december de ministers van die partij in de regering van Charles Michel (MR) vervangen door leden van de andere coalitiepartijen. Sindsdien, en zeker naarmate de verkiezingen van 26 mei naderden, is er van een federaal regeringsbeleid nog maar weinig sprake.

Na de stembusgang bleek dat de regering-Michel II nog maar kon steunen op 38 van de 150 Kamerzetels. Een regering in lopende zaken kan sowieso niet veel uitrichten, als ze maar steunt vindt bij één op vier van de Kamerzetels wordt het helemaal niets.

Vicepremier Didier Reyndes (MR) en premier Charles Michel (MR)
Vicepremier Didier Reyndes (MR) en premier Charles Michel (MR)© BELGA

Ondertussen liep de regering leeg. Vicepremier Kris Peeters (CD&V) trok naar het Europees Parlement. Wouter Beke (CD&V) volgde Peeters op in de federale regering en benoemde zichzelf daarna snel tot Vlaams minister. Vicepremier Didier Reynders (MR) staat op het punt om Europees commissaris van Justitie te worden. En premier Charles Michel wordt voorzitter van de Europese Raad, de vergadering van de staats- en regeringsleiders. Allen kozen ze eieren voor hun geld: ze mogen er zeker van zijn dat hun job de volgende vijf jaar niet in gevaar komt en incasseren meestal ook nog een hogere vergoeding.

Helemaal erg is dat zowel Reynders als Michel nu met twee petjes rondlopen. Reynders is zich helemaal aan het inwerken als Eurocommissaris en doorstond daarvoor met succes een examen voor het Europees Parlement. Ondertussen is hij vicepremier en bevoegd voor Buitenlandse Zaken en belast met Beliris en de Culturele Instellingen, en ook nog eens minister van Defensie.

De regering-Michel II zal worden herinnerd als de regering waarvan de premier en vicepremiers om ter snelst naar de uitgang vluchtten.

Charles Michel is nog altijd premier, maar trekt momenteel langs de Europese hoofdsteden om zich voor te bereiden op zijn nieuwe job. Vorige week zat hij in Rome, Lissabon, Berlijn en Ljubljana. Deze week deed hij Helsinki, Riga en Tallinn aan. Dat hij en Reynders hun twee functies door elkaar mengen, is geen voorbeeld van goed bestuur.

De regering-Michel I zal de geschiedenisboeken ingaan als de slappe uitstelregering van de gemiste kansen. De regering-Michel II zal worden herinnerd vanwege haar non-governo. Het was de regering waarvan de premier en vicepremiers om ter snelst naar de uitgang vluchtten.

3. Didier premier?

‘Didier Reynders toch nog premier?’

Professor Herman Matthijs (UGent en VUB), Knack.be, 13 oktober

Op 1 december neemt Charles Michel zijn nieuwe job als voorzitter van de Europese Raad op. Omdat het er niet naar uitziet dat we tegen dan al een nieuwe federale regering zullen hebben, nemen de speculaties toe over wie hem zal vervangen als premier. De meest genoemde namen zijn minister van Begroting Sophie Wilmès (MR), minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Financiën Alexander De Croo (Open VLD).

Kandidaat-premier Sophie Wilmès (MR)
Kandidaat-premier Sophie Wilmès (MR)© BELGA

Aangezien eind 2014 bij de vorming van de regering-Michel werd afgesproken dat de MR de premier mocht leveren, komt de functie toe aan de Franstalige liberalen. Wilmès maakt dan ook de meeste kans. Alleen: in vergelijking met de al bleke Charles Michel slaat zij nóg bleker uit. Er wordt hardop getwijfeld of zij de job van premier, zelfs in lopende zaken, wel aankan.

In vergelijking met de al bleke Charles Michel slaat Sophie Wilmès nóg bleker uit.

Maar er is misschien nog een andere mogelijkheid, die door professor Herman Matthijs werd geopperd op Knack.be. De Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen haalt de geplande startdatum van 1 november niet, omdat de Franse kandidaat Europees Commissaris door het Europees Parlement werd weggestemd. Wanneer de Europese Commissie wel van start kan gaan is nog onduidelijk, maar als dat nog een tijdje duurt, blijft Reynders nog even minister en maakt hij meteen een goede kans om Michel als premier op te volgen.

Wie Reynders dan als premier zal opvolgen, wanneer hij zijn nieuwe job van Europees Commissaris kan aanvatten, zijn zorgen voor later. Wie durft te zeggen wie dan nog minister is in de federale regering?

4. Nieuwe voorzitters

‘4 november is een goede einddatum.’

Preformateur Geert Bourgeois (N-VA), De ochtend (Radio 1), 14 oktober

Geert Bourgeois (N-VA) en Rudy Demotte (PS) moeten als preformateurs nagaan of PS en N-VA samen in een regering kunnen stappen, en of een coalitie van die twee partijen aangevuld met MR, Open VLD en SP.A mogelijk is. Eventueel ook nog met CD&V, al is die partij mathematisch niet nodig.

Preformateurs Geert Bourgeois (N-VA) en Rudy Demotte (PS)
Preformateurs Geert Bourgeois (N-VA) en Rudy Demotte (PS)© BELGA

Bourgeois wil dat het snel duidelijk wordt of zo’n paars-gele coalitie mogelijk is: ‘4 november is een goede einddatum’, zo zei hij. Die dag moeten Bourgeois en Demotte verslag uitbrengen bij de koning.

Nadat er eerst moest worden gewacht om de vorming van de deelstaatregeringen, moet er nu nog worden gewacht tot Paul Magnette dit weekend voorzitter wordt van de PS – hij is de enige kandidaat. Pas dan kunnen de onderhandelingen tussen PS en N-VA echt beginnen.

Paul Magnette (PS)
Paul Magnette (PS)© BELGA

Met de officiële benoeming van Magnette tot PS-voorzitter zijn lang niet alle personeelsproblemen bij de potentiële paarse coalitiepartners van de baan. Bij de MR zijn er ook voorzittersverkiezingen. Daar lijkt het uit te draaien op een strijd tussen federaal minister Denis Ducarme en Georges-Louis Bouchez, de campagnewoordvoerder van de partij in de aanloop naar 26 mei. Bouchez werd toen niet verkozen, maar opgevist als gecoöpteerd senator. De MR-leden kunnen stemmen vanaf 21 oktober. Op 12 november wordt de uitslag bekendgemaakt.

Ook bij de SP.A zijn er voorzittersverkiezingen. Daar gaat het tussen Vlaams fractieleider Conner Rousseau, Hannes De Reu, een oud-medewerker van voorzitter John Crombez, en de Antwerpse militante Christ’l Van der Paal. Als één verkiezingsronde volstaat, moet de voorzitter bekend zijn op 9 november. Anders wordt het 14 december.

Hier en daar wordt gezegd dat ook de CD&V betrokken zou worden in een paarse coalitie. Bij de christendemocraten hebben zich al een aantal kandidaten aangemeld om Wouter Beke op te volgen: Vincent Van Peteghem, burgemeester van De Pinte; Vlaams Parlementslid Katrien Partyka; Raf Terwingen, burgemeester van Maasmechelen; jongerenvoorzitter Sammy Mahdi en ook de burgemeester van Affligem en ‘Samson en Gert’, Walter De Donder, is kandidaat-voorzitter. Het kan dat er tegen maandag nog kandidaten bij komen. De stemming heeft plaats op 17 november. Als geen enkele kandidaat een absolute meerderheid heeft, komt er op 6 december een tweede ronde tussen de twee sterkste kandidaten.

Binnen afzienbare tijd wordt de cruciale positie van partijvoorzitter door een reeks jonge, onbekende en onervaren mensen ingenomen.

Partijvoorzitters hebben de meeste macht in de Wetstraat. Ze beslissen wie er waar op de lijst komt te staan, wie minister wordt. Ze bouwen via politieke benoemingen een politiek netwerk uit. En ze komen voortdurend in de pers. Binnen afzienbare tijd wordt die cruciale positie door een reeks jonge, onbekende en onervaren mensen ingenomen. Dat wordt spannend.

Daarnaast mag het duidelijk zijn: zelfs als de gesprekken tussen Bart De Wever en Paul Magnette vruchtbaar zouden blijken, hebben we nog geen federale regering. De voorzittersverkiezingen bij MR en SP.A (en eventueel CD&V) kunnen tot extra vertraging en moeilijkheden leiden. Met nieuwe partijvoorzitters weet je tenslotte nooit.

5. Armoedig armoedebeleid

‘De nieuwe Vlaamse regering heeft niet eens een coherent plan om de armoede te bestrijden. Dat is betreurenswaardig.’

Professor Bea Cantillon (UAntwerpen), Het Nieuwsblad, 17 oktober

Vlaamse minister van Armoedebeleid Wouter Beke (CD&V)
Vlaamse minister van Armoedebeleid Wouter Beke (CD&V)© BELGA

De nieuwe Vlaamse regering onder leiding van Jan Jambon (N-VA) heeft geen concrete ambities geformuleerd voor haar armoedebeleid en heeft ook geen armoedeplan. Dat met name de CD&V akkoord is gegaan met het luik armoedebestrijding in het Vlaamse regeerakkoord wekt steeds meer verbazing.

Dat CD&V akkoord is gegaan met het luik armoedebestrijding in het Vlaamse regeerakkoord wekt steeds meer verbazing.

En dan werd ex-CD&V-voorzitter Wouter Beke, die mee onderhandelde over dat regeerakkoord, ook nog Vlaams minister van Armoedebestrijding. Hij is dus verantwoordelijk voor een non-armoedebeleid en zal daarop worden afgerekend.

6. Armoedig armoedebeleid (bis)

‘Natuurlijk zijn er enkele goede maatregelen (in het Vlaamse regeerakkoord), maar armoedebestrijding gaat om veel meer dan sociale huisvesting of kinderbijslag. Het vereist een geïntegreerde aanpak en die ontbreekt. Nochtans zijn er in het buitenland voorbeelden genoeg waaraan Jambon en co. zich konden spiegelen.’

Professor Bea Cantillon (UAntwerpen), Het Nieuwsblad, 17 oktober

Bea Cantillon neemt afscheid als directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. Haar collega Ive Marx komt nu aan het hoofd van die onderzoeksgroep te staan. In het begin van de zomer, toen er volop werd onderhandeld over een nieuwe Vlaams regering, gaf Marx in Knack al de krachtlijnen aan van hoe de armoede bij ons kan worden bestreden.

‘Een betere sociale bescherming houdt een meer selectieve sociale bescherming in.’

Volgens Marx kan Nederland ons de weg wijzen voor de hervormingen die bij ons moeten plaatsvinden als we de armoede ernstig naar beneden willen krijgen. Hij formuleerde zes concrete beleidslijnen:

1. ‘We moeten meer mensen aan de slag krijgen. Dat is heel belangrijk, maar het is een illusie te denken dat ‘jobs, jobs, jobs’ het probleem van de armoede zullen oplossen. Maar als meer mensen werken, betekent dat meer inkomsten voor de sociale zekerheid én minder mensen die een beroep moeten doen op de sociale zekerheid. Méér geld kan dan dus over minder koppen worden gespreid. Een betere sociale bescherming houdt een meer selectieve sociale bescherming in.’

2. ‘We moeten ervoor zorgen dat minder mensen lange tijd alleen van een uitkering afhankelijk zijn. Dat is niet goed voor de betrokkene en niet goed voor de samenleving.’

3. ‘We moeten veel meer openstaan voor deeltijds arbeid, tijdelijke contracten en interimarbeid. Onze arbeidsmarkt moet dus flexibeler.’

4. ‘Het moet mogelijk worden om een arbeidsinkomen en een uitkering met elkaar te combineren, zeker tijdelijk. Het zou veel mensen boven de armoedegrens kunnen tillen.’

5. ‘Mensen die van een arbeidsinkomen alleen niet kunnen rondkomen moeten sterkere financiële ondersteuning krijgen.’

6. ‘Mensen die echt geen inkomen kunnen verwerven op de arbeidsmarkt, moeten een meer adequate uitkering krijgen. Ofwel moeten er voor hen banen worden gecreëerd in de gesubsidieerde of sociale tewerkstelling.’

Er zijn dus ingrijpende hervormingen nodig in de arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Marx: ‘Daarvoor is wel openheid van geest vereist. Als er nu over armoede, arbeidsmarktbeleid en sociale zekerheid wordt gediscussieerd, nemen vakbonden, werkgevers en politieke partijen altijd de bekende standpunten in en wijken ze daar niet vanaf. Zo zullen we nooit de noodzakelijke hervormingen kunnen doorvoeren, die in het buitenland al hun succes hebben bewezen. Alle betrokkenen zullen uit hun loopgraven moeten komen.’

‘Je kan niet tegen armoede zijn en tegelijkertijd tegen grondige hervormingen in onze sociale zekerheid en in ons arbeidsbestel.’

De bestrijding van de armoede is dus lang niet alleen een zaak van de Vlaamse regering, maar ook van de vakbonden en werkgevers. En eigenlijk van iedereen. Een tweet van Ive Marx vorige week bevatte een ongemakkelijke waarheid: ‘Boosheid over de onrechtvaardigheid van armoede is terecht. Maar je kan niet tegen armoede zijn en tegelijkertijd tegen grondige hervormingen in onze sociale zekerheid en in ons arbeidsbestel. Helaas is dat vaak wel het geval. Mede daarom boeken we geen vooruitgang.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content