Turkije en Rusland gaan overleggen over aanwezigheid van Koerdische troepen in Noord-Syrië
Volgende week zullen de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en de Russische president Vladimir Poetin overleggen over de aanwezigheid van de Koerdische YPG-troepen in het Noorden van Syrië. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken heeft laten weten dat hij "geen enkele Koerdische strijder meer wil zien in de afgesproken bufferzone nadat het staakt-het-vuren is afgelopen".
De Turkse president Erdogan trekt volgende week naar Sochi, in Rusland, om er te overleggen met zijn Russische collega Poetin over de aanwezigheid van de Koerdische YPG-troepen in de Noord-Syrische steden Kobani en Manbij. Dat heeft de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu laten weten.
Op donderdag werd er door Turkije en de Verenigde Staten een staakt-het-vuren afgesproken tussen het Turkse leger en de Koerdische strijders van de YPG voor 120 uur. In die tijd moesten alle Koerdische troepen zich terugtrekken uit de afgesproken bufferzone tegen de Turkse grens.
Houdt het staakt-het-vuren stand?
Maar beide kanten beschuldigen elkaar ervan de wapenstilstand niet te respecteren. Op vrijdag kwamen veertien burgers om na een Turkse aanval. Vandaag zegt het Turkse ministerie van Defensie dat een Turkse soldaat is omgekomen en nog een andere gewond geraakt door Koerdisch vuur.
Na de nieuwe escalatie van het conflict in Syrië werpt Rusland zich steeds meer op als de bemiddelaar. Een houding waardoor Rusland op termijn strategisch voordeel kan halen. Het overleg in Sochi zet deze lijn verder.