Direct naar artikelinhoud
DesignEcologie

Deze meubels zijn gemaakt van schimmels. Het kan dé gedroomde ecologische vervanger van vervuilend plastic zijn

Deze meubels zijn gemaakt van schimmels. Het kan dé gedroomde ecologische vervanger van vervuilend plastic zijn
Beeld rv

Schieten meubels binnenkort letterlijk als paddenstoelen uit de grond? Kenners noemen het schimmelproduct mycelium dé gamechanger voor de designwereld. Ook architecten en modeontwerpers springen op de kar.

Een kleine blik in de toekomst: je rijdt langs een reeks tuinkassen. En zien we dat nu goed? Groeien daar hanglampen tussen de tomatenplanten? En stoelen tussen de oesterzwammen? Klinkt surrealistisch, maar er is een dikke kans dat we over een paar jaar écht meubels ­kweken zoals champignons. Dat gebeurt immers nu al op kleine schaal. Experts noemen mycelium dé gedroomde ecologische vervanger van het vervuilende plastic.

Myceli-wat? Mycelium is Latijn voor zwamvlok. Dat begrip doelt op het enorme netwerk van schimmeldraden onder de grond. Zeg maar: de fundering van paddenstoelen. Of andersom: de champignon is de vrucht van de zwamvlok, zoals de appel van de appelboom. Die ­schimmeldraden bestaan al honderden miljoenen jaren. Maar sinds een goeie tien jaar doen we er iets nieuws mee: we maken er design van.

Waarom zou een mens in godsnaam schimmels in huis willen halen? Zijn die niet synoniem aan vochtige, slecht verluchte ruimtes en vieze muren? Wees gerust: de schimmelmeubels zijn van een ander kaliber. Mycelium heeft op het eerste gezicht alleen maar voordelen. Het is licht, sterk en volledig biologisch afbreekbaar. De productie gaat snel en brengt geen afval met zich mee. Sterker nog: het slokt afval op. Je hebt er geen elektriciteit of andere energiebron voor nodig en het veroorzaakt dus ook geen uitstoot. De productie kan volledig lokaal gebeuren, zodat er geen transport nodig is. En ook meststof of chemicaliën zijn overbodig. Qua duurzaamheid kan hier bar weinig bovenop. Bovendien is het spul brandwerend, waterafstotend, isolerend en akoestisch. Je kan er echt van alles van maken: van lampen tot stoelen, van vazen tot ­verpakkingen, van fietshelmen tot handtassen en van bakstenen tot ­isolatieplaten. Want ook de mode- en architectuurwereld zijn op de schimmelkar gesprongen.

De ‘bakstenen’ van kunstenaar Philip Ross.Beeld rv

Als je praat over myceliumdesign kan dat niet zonder Philip Ross aan te halen. Deze New Yorkse kunstenaar was een gepassioneerde padden­stoelenwildplukker en deed al in de jaren 90 onderzoek naar de veelzijdigheid van paddenstoelen. Later ging hij de kant op die wij nu kennen als myceliumdesign. Hij maakte er bakstenen van waarmee hij architecturale bouwwerken creëerde. Mycotecture, noemt hij dat: architectuur van mycelium. Hij is ook de man achter de Californische start-up MycoWorks dat leerachtig materiaal uit mycelium vervaardigt.

Om te weten hoe zo’n schimmelstoel gemaakt kan worden, moeten we even microscopisch inzoomen. Schimmels zijn namelijk micro-organismen die bestaan uit ontelbare minuscule schimmeldraden die zeer snel groeien. Als je een ­schimmel laat groeien op de juiste ondergrond (als voedsel voor de paddenstoel), ontstaat er een nieuw materiaal doordat de draden die drager als het ware aan elkaar ‘breit’. Vaak gebruikt men ­hiervoor landbouwafval, zoals maiskolven, pistachehulzen, lege katoenbollen, hennep, stro of zaagsel.

Nóg een voordeel van mycelium: het materiaal kan elke vorm aannemen. Het enige wat je moet doen, is een mal maken waarin je de schimmels laat groeien. En daarna geduldig wachten tot het volgroeid is. Want anders dan bij elk ander designproces doet mycelium zelf een groot deel van het werk. Afhankelijk van de grootte van het object, is het na drie tot vijf dagen klaar. Het kan zo dun zijn als papier of juist heel dik. Om te voorkomen dat de schimmel blijft groeien – en je dus een steeds grotere stoel krijgt – wordt het eindproduct kort verhit.

De Mycelium Chair van het Nederlandse ontwerpersduo Klarenbeek & Dros.Beeld rv

“Mycelium is eigenlijk levende lijm”, zegt de Nederlandse designer Eric Klarenbeek. Hij werkt samen met zijn vriendin Maartje Dros onder de naam ‘Klarenbeek & Dros, Designers of the Unusual’. De twee zijn heuse schimmelpioniers. Hun Mycelium Chair is een van de meest iconische voorbeelden van schimmel­design. Tijdens de jongste design- groepsexpo La Fabrique du Vivant in Centre Pompidou stond de stoel op de poster en het Parijse museum kocht het 3D-geprinte stuk zelfs aan voor hun collectie. Terecht, want het is een wereldprimeur. “Wij waren de allereersten die erin slaagden om levend mycelium te printen”, vertelt de enthousiaste Eric Klarenbeek aan de telefoon vanuit zijn studio even buiten Amsterdam. “Toen dat na jarenlang experimenteren en vele mislukkingen eindelijk lukte, was dat echt een eureka-momentje. Qua vormgeving inspireerden we ons op het netwerk van de schimmeldraden. De stoel – een typisch functioneel designobject – illustreert ook de ongelimiteerde vrijheid van 3D-printen. Om het printen met levende organismen – namelijk de schimmeldraden van de paddenstoelen - extra aan te zetten, lieten we er wat paddenstoelen uit poppen.”

Poefjes van Eric Klarenbeek.Beeld rv

In 2010 maakten Klarenbeek en Dros voor het eerst kennis met mycelium. Toen was er alleen een handvol Amerikanen mee bezig. Een professor van de Universiteit van Wageningen tipte hen om eens te experimenteren met paddenstoelen, omdat het een relatief gemakkelijk te kweken en snel groeiend materiaal is. Ze kregen de kans om samen te werken met de ­paddenstoel-onderzoeksgroep en kwamen zo Ecovative op het spoor. Dit New Yorkse bedrijf wist al in 2007 uit mycelium een alternatief voor plastic verpakkingen te maken. Klarenbeek: “We waren meteen gewonnen voor dit materiaal, omdat het zo ecologisch, simpel en zuiver is. Het is stabiel, sterk en hernieuwbaar, zoals kurk of hout. Maar dan zónder dat je er een boom voor moet omleggen. Dit is een perfect voorbeeld van de blauwe economie die uitgaat van de kracht van de natuur.”

Omdat hij zo sterk geloofde in mycelium, startte Klarenbeek samen met zijn compagnon de fabriek Krown.bio op. Inmiddels is het de grootste ­myceliumproducent van Europa. Ze doen veel research, maar leveren ook concrete producten af. Zo vind je op hun webshop een hanglamp (50 euro), een salontafel (390 euro) en wandtegels (2 voor 10 euro). Maar ook ‘Grow it yourself’-kits voor thuis.

De MushLume is gegroeid uit de schimmel­draden van champignons, flowandchaos.com.Beeld rv

“We maken verpakkingen voor het Engelse natuurlijke beautymerk Haeckels en deze maand isoleren we een school in Amsterdam met mycelium­platen. We kweken ook een vogelkijkhut, niet ver van mijn atelier. En tijdens de Dutch Design Week presenteren we The Growing Pavilion, een vijf meter hoog bouwwerk volledig gemaakt uit mycelium.”

Maar zijn er dan echt geen nadelen aan de wonderschimmel? Klarenbeek: “Het is nog best duur, wat bedrijven kan tegenhouden om ervoor te kiezen. En als designer stoort de witte fluffy look me soms. We zitten nog in een te vroeg stadium om die look echt goed te controleren en manipuleren. Voorlopig zijn we nog meer bezig met het materiaal en minder met de vormgeving. Maar als de schaal vergroot, zal die focus zeker ­verschuiven.”

Een ontwerp van de Belgische schoenontwerpster Kristel Peters.Beeld rv

3D-printen en mycelium: ook volgens de Belgische schoenontwerpster Kristel Peters is het een combinatie met veel toekomst. Peters werkte in het verleden voor Bottega Veneta en Dries Van Noten. In 2014 deed ze mee aan een oproep om schoenontwerp te verduurzamen en ontdekte ze zo mycelium. Peters: “Ik dook in de ­wondere wereld van de schimmels op zoek naar een volwaardig alternatief voor leer. Mycelium werd aanvankelijk beschouwd als vervanger van plastic, maar het kan evengoed in plaats van leder gebruikt worden. Omdat in veel schoenen ook plastic zit, wilde ik een paar volledig uit mycelium maken. Dat is gelukt, al kun je er nog niet op lopen, wegens te fragiel.

“Ik vond het heel interessant om materiaal nu eens niet te kopen, maar te kweken. Als designer heb je wel niet alle kennis. Er moet een microbioloog aan te pas komen die het DNA bekijkt en zo de sterkste draden kan selecteren en opkweken. Ik denk dat er binnen zeven jaar zeker een volwaardig myceliumleder is ontwikkeld, geschikt voor schoenen. Als consultant merk ik nu al dat veel merken op zoek zijn naar nieuwe, duurzamere materialen. Eens dit op grote schaal mogelijk wordt, gaat dat veel veranderen voor de mode-industrie.”

De iconische Falabella-tas van Stella McCartney, in ‘leer’ gemaakt van mycelium en mais, voor de expo ‘Fashioned from Nature’.Beeld rv

Stella McCartney experimenteert er ook al mee. Op de tentoonstelling Fashioned from Nature vorig jaar in het Londense V&A Museum presenteerde de mode-ontwerpster haar bekende Falabella-handtas in ‘leer’ gemaakt van mycelium en maiskolven. Dit materiaal – ‘Mylo’ genaamd – voelt en oogt als leer en is ontwikkeld door het Amerikaanse bedrijf Bolt Threads. Op dit moment is de tas nog niet te koop, maar McCartney hoopt dat dat in de toekomst wel zal gebeuren.

In 2016 toonde de Nederlandse Aniela Hoitink een jurk gemaakt van schijfjes myceliumtextiel die ze kweekte in petrischaaltjes. De schijfjes groeiden aan elkaar, waardoor de naaimachine overbodig was. Een andere kunstenares, Erin Smith, maakte haar trouwjurk van mycelium en begroef hem na de bruiloft in haar tuin om te composteren.

Aniela Hoitink.Beeld rv

Tussen al het hoerageroep zijn er ook meer voorzichtige stemmen. Zoals die van Maurizio Montalti, een Italiaanse designer die werkt vanuit Amsterdam onder de naam Officina Corpuscali. Al op de Eindhovense Design Academie (waar hij in 2010 afstudeerde) was hij bezig met mycelium. Hij maakt zelf objecten en cureerde drie Fugal Futures-expo’s rond mycelium. Daar toonde hij designstukken waaronder de Myx-lamp van de Deense ontwerper Jonas Edvard, waarvan je ook ­oesterzwammen kan oogsten.

Montalti is een octopus met tentakels in de museumwereld, de ­wetenschappelijke wereld en de designwereld. Én hij is een ­ondernemer. In 2015 richtte hij mee het Italiaanse bedrijf Mogy op, dat onder meer mycelium vloerbekleding en akoestische panelen ontwikkelt en produceert.

Montalti: “Natuurlijk is mycelium een fantastisch materiaal. Maar ik kan niet goed tegen de hypesfeer die er nu omheen hangt. Er zijn nog een hoop vraagtekens en problemen. Veel wetenschappers en designers verkopen het vel voor de beer geschoten is. Ook de media treft blaam. Ze presenteren een nieuw materiaal, terwijl het nog niet klaar is. Of toch nog niet voor massaproductie. En dat is het uiteindelijke doel, natuurlijk.

“Ik ben positief en geloof oprecht dat mycelium hét materiaal van de toekomst is. Alleen, ik ben ook realistisch. Mycelium is gemakkelijk om te kweken. Maar om de productie perfect te controleren, zodat je precies weet wat het eindresultaat gaat zijn, heb je hoogtechnologische fabrieken nodig. Alleen zo kan je alle omgevingscondities perfect controleren. En dat is nodig, want er zijn veel parameters. Alleen al qua paddenstoelen: er zijn ontelbare soorten en zelfs binnen één soort kan het DNA 22 procent verschillen. Ter illustratie: bij een mens en een aap verschilt het DNA slechts 3 procent. Dat maakt het ongelooflijk complex, onzeker en uitdagend.

“Voorlopig is de kweek bovendien nog erg arbeidsintensief, dus ook dat moet geautomatiseerd worden. Naast de concrete uitwerkingen van myceliumproducten blijft het academische luik belangrijk. Wetenschappers uit allerlei hoeken – van microbiologen en chemici tot ingenieurs – zullen intensief moeten samenwerken. En hun kennis zo veel mogelijk moeten delen om sneller vooruitgang te boeken. Er valt nog enorm veel te ontdekken. We ­zitten nog in de prehistorie van het mycelium-onderzoek.”

The Growing Pavilion staat tijdens de Eindhovense Dutch Design Week (19-27/10) op het centrale Ketelhuisplein. Op 24/10 opent in het CID in Grand Hornu de expo Nature Morte/Nature Vivante waar ook enkele myceliumwerken te zien zullen zijn.