Direct naar artikelinhoud
Amerikaans Theater

Wie krijgt straks het Amerikaans Theater? Vlaanderen en Brussel vechten om iconisch gebouw van Expo 58

Het Amerikaans Theater aan de Heizel staat sinds 2016 leeg.Beeld Photonews

Vlaanderen en Brussel bikkelen om het iconische Amerikaans Theater op de Heizel. De verdachtmakingen vliegen in het rond: volgens de ene zou de N-VA de PS een hak willen zetten, volgens de andere wil de Brusselse burgemeester vooral zelf concertpromotor spelen. Opnieuw verzandt de strijd om een Brussels cultuurhuis in een portie vechtfederalisme.

De Vlaamse regering heeft haar zinnen gezet op het Amerikaans Theater op de Brusselse Heizel, een restant van de Wereldtentoonstelling van 1958. De plannen maken deel uit van de culturele relance die de regering-Jambon wil inzetten. Vlaanderen moet niet alleen budgettair haar zaakjes op orde hebben, maar op aansturen van N-VA ook cultureel stralen. Het Amerikaans Theater moet na jarenlange leegstand weer een volwaardige zaal worden voor dans, theater en muziek.

Maar er is een kink in de kabel: het Amerikaans Theater is eigendom van de Regie der Gebouwen. Die beheert het vastgoed van de federale staat. De Vlaamse regering wil het gebouw graag overnemen, om het onder het wakend oog van de Brusselse concerttempel Ancienne Belgique uit te bouwen tot Vlaams cultuurhuis. Maar er zijn kapers op de kust. Ook de stad Brussel lonkt naar het gebouw. “Dat Vlaanderen er ook zijn pijlen op richt, verandert onze positie niet”, zegt de woordvoerder van Brussels burgemeester Philippe Close (PS). “Het project van de stad Brussel is een tweetalig cultuurcentrum.” Sinds 2011 liet de stad verscheidene keren aan de Regie der Gebouwen weten dat ze het Amerikaans Theater wilde overkopen. Een antwoord bleef uit. Het is onduidelijk of de Regie snel een beslissing wil nemen. Volgens het kabinet van bevoegd minister Koen Geens (CD&V) is het “onmogelijk om hierover een timing te geven”.

Zoveelste episode

Het is de zoveelste episode in de communautaire strijd om de Brusselse cultuurtempels. Exemplarisch is hoe de AB in handen kwam van de Vlaamse Gemeenschap. Eind jaren 70 kwamen de AB en de Botanique tegelijk vrij. De ene zaal kon overgenomen worden door de Vlamingen, de andere door de Franstaligen. Toenmalig staatssecretaris voor Brussel Vic Anciaux (Volksunie) wilde de concertzaal aan de Anspachlaan binnenhalen, maar wist dat zijn Franstalige tegenhanger Francois Persoons (FDF) graag tegendraads deed en als treiterige reactie eveneens de AB zou claimen. Dus speelde Anciaux blufpoker. Hij eiste de Botanique op voor Vlaanderen. Persoons volgde: hij wilde ook de Botanique. Vlaanderen bond in, gaf de Franstaligen wat ze wilden én kreeg zo de AB in handen.

Ook het nieuwe Brusselse museum Kanal, gehuisvest in de oude Citroën-garage, kreeg met communautaire twisten af te rekenen. De bedoeling was om er de collectie van het KMSK tentoon te stellen. Talloze hoogtepunten uit de Belgische kunst – werken van Marcel Broodthaers, Wim Delvoye en Panamarenko – liggen in de kelders van het KMSK omdat er geen plaats voor is. Maar Kanal ving bot: het gebouw behoort toe aan het Brussels Gewest, de collectie tot de federale staat. Die gunde het Brussel niet de prestigieuze collectie uit te mogen stallen. Kanal moest ternauwernood een samenwerking aangaan met het Parijse Centre Pompidou, dat een deel van zijn kunstwerken uitleende.

Naast een conflict tussen beleidsniveaus was de twist over Kanal ook een confrontatie tussen gezworen vijanden. Met Rudi Vervoort leverde de PS de Brusselse minister-president. In de federale regering was eerst Elke Sleurs en daarna Zuhal Demir bevoegd voor de Belgische kunstcollecties. Nadat N-VA uit de regering-Michel stapte, kwam er plots ruimte voor dialoog. Een woordvoerder van Vervoort, die opnieuw de Brusselse regering leidt, geeft aan dat er op dit moment gesprekken lopen met de federale regering om de collecties te delen.

Het Amerikaans paviljoen op Expo 58.Beeld rv

Grandeur met barsten

Een gelijkaardig verhaal dreigt zich af te tekenen rond het Amerikaans Theater. Ditmaal met Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), bevoegd voor Cultuur, en Brussels burgemeester Close in markante hoofdrollen.

Het Amerikaans Theater maakte deel uit van het Amerikaans paviljoen op de Expo 58. Een gedeelte ervan werd afgebroken, wat overbleef werd aan de Belgische Staat geschonken. Een imposante constructie van twee cirkelvormige gebouwen, in de schaduw van het Atomium, pal tussen twee delen van het Park van Laken. Wie het statige complex kent, kan maar moeilijk begrijpen waarom er niets meer mee gebeurt.

Begin jaren 60 nam de openbare omroep er zijn intrek. Meer dan een halve eeuw lang zou het Amerikaans Theater dienen als publieksstudio voor programma’s als De droomfabriek en De premiejagers. Maar de oplopende onderhoudskosten wogen zwaar op het budget van de VRT. Het gebouw ligt bovenop een bron, waardoor er permanent water moet worden weggepompt. En ondanks de grandeur van het gebouw waren er ook binnenin dringend oplapwerken nodig.

“De gebouwen van de Expo 58 zijn nooit duurzaam gezet. Het was niet de bedoeling om die zo lang te laten staan”, zegt voormalig Brussels minister Guy Vanhengel (Open Vld). Hij verwijst daarbij naar het Atomium, waarover gelijkaardige discussies de kop op staken. Het Atomium had indertijd een ingrijpende renovatie nodig die 26 miljoen euro kostte. De discussie over de financiering sleepte jarenlang aan. “Veel mensen hadden een vinger in de pap. Maar het was voor niemand een prioriteit. En dus bewoog er niks.” Net zoals bij het Amerikaans Theater, zegt Vanhengel. Daar lopen de kosten wellicht boven de 40 miljoen euro, mogelijk zelfs richting 60 miljoen.

Definitief leeg

Na het vertrek van de VRT gebruikte de stad Brussel het Amerikaans Theater nog enkele jaren, maar sinds 2016 staat het definitief leeg. Nochtans ontbreekt het niet aan gegadigden. Dirk De Clippeleir, ontslagnemend directeur van de Ancienne Belgique, maakte van het Amerikaans Theater zijn passieproject. Zes jaar terug stelde de AB samen met Vlaams cultuurminister Sven Gatz (Open Vld) en de stad Brussel een plan op om de erfenis van Expo 58 in ere te herstellen. De Clippeleir wil er niet alleen muziek programmeren, maar alle podiumkunsten. “Het moet geen tweede AB worden”, zegt hij.

Door de grootte van het complex is er ruimte te over. Ook daar heeft De Clippeleir een plan mee. “Er is minstens 6.000 vierkante meter ruimte voor jonge artiesten. Probeer als muziekgroepje in Brussel maar eens een plek te vinden waar je lawaai kan maken. Het moet een levende plaats worden waar muzikanten, choreografen en circusartiesten terecht kunnen om te repeteren en elkaar te ontmoeten.”

Institutionele wirwar

Waarom heeft het Amerikaans Theater, ondanks alle plannen en interesse, dan nog steeds geen nieuwe toekomst gevonden? Alles is samen te vatten in één woord: vechtfederalisme. Het Amerikaans Theater haalt het slechtste in de Belgische institutionele wirwar naar boven. Brussel tegen Vlaanderen, in een ruzie om een federaal gebouw. Een strijd om cultureel prestige ook, op een iconische plek in de hoofdstad. 

“Het is een ingewikkeld dossier omdat je met verschillende overheden praat”, zegt De Clippeleir. “Je kan zo’n project alleen maar realiseren als de neuzen in dezelfde richting staan. Dat is in een land als het onze niet makkelijk. Beide kanten moeten af van het communautair en identitair denken. Als je het communautair gaat spelen, raak je uiteindelijk nergens.” 

Net zoals bij Kanal is de hele affaire tot op zekere hoogte ook een potje armworstelen tussen N-VA en PS. Uitgerekend Vlaams minister-president Jambon was in de federale regering-Michel de voogdijminister van de Regie der Gebouwen. Hij was het plan van De Clippeleir genegen, maar liet het dossier volgens een insider stof vergaren. “Er zijn jaren verloren door getalm op zijn kabinet”, zegt een bron met directe kennis van het dossier. “En nu wil hij volgens zijn regeerakkoord opeens eenzijdig het Amerikaans Theater claimen, met de fanfare op kop. Dat is een beetje te makkelijk.”

Gevraagd naar de politieke spanningen rond het Amerikaans Theater verwijst de woordvoerder van Close naar een artikel in Le Soir waarin de burgemeester de puntjes op de i zette. “Laat je niet misleiden, N-VA blokkeert al jaren een verkoop aan de stad Brussel. Ik benadruk ook dat er aan Vlaamse kant één zin staat in een regeerverklaring – wij hebben een echt project.”

Vlaanderen wil het gebouw in handen krijgen, maar laten beheren door de AB, klinkt het bij de woordvoerder van minister-president Jan Jambon (N-VA).Beeld BELGA

Bij Jambon wordt die versie van de feiten weggewuifd. “Dit gaat niet over partijpolitiek. Als Close zegt dat er geblokkeerd wordt, is die uitspraak voor zijn rekening. De Regie der Gebouwen moet een deal sluiten met een ander beleidsniveau om het gebouw over te komen. Die deal is onder de vorige regering niet gelukt. Zo simpel is het.”

De woordvoerder van Jambon wijst er daarnaast op dat een samenwerking met de stad Brussel niet uitgesloten is. Vlaanderen wil het gebouw in handen krijgen, maar laten beheren door de AB. “Zij kunnen dan zelf partnerschappen aangaan, ook met de stad. Daarover valt absoluut te praten.”

Een en ander wordt volgens bronnen bemoeilijkt door de dubbelzinnige rol van het stadsbestuur en burgemeester Philippe Close in het bijzonder. “Close wil altijd alles zelf doen”, klinkt het bij een betrokkene. Brussel-stad mengde zich de voorbije jaren nadrukkelijk in het circuit van de concertpromotie. Sinds 1999 werden in het Koninklijk Circus concerten georganiseerd door de Botanique, tot het stadsbestuur in 2015 een einde maakte aan de concessie. Die ging over naar Expo vzw, een evenementenorganisator die nauw verweven is met het stadsbestuur. Close, toen nog schepen voor Toerisme en Financiën, was er voorzitter – hij is dat nog steeds. Omdat die toewijzing al te veel naar belangenvermenging rook, kwam de Raad van State tussen. Na een procedureslag besloot de stad dan maar zelf het Koninklijk Circus uit te baten.

Concurrentie

Via Brussels Expo heeft de stad nog meer concertzalen onder beheer. La Madeleine bijvoorbeeld, die zowel qua locatie, grootte als programmatie dicht tegen de AB aanschurkt. Ook het grotere Paleis 12 maakt deel uit van de groep. Die arena ligt eveneens op het Heizelplateau, op een kilometer van het Amerikaans Theater.

Volgens verscheidene bronnen is dat een van de redenen dat de stad liever niet wil dat de AB er vrij spel krijgt: Brussel wil de concurrentie geen wind in de zeilen geven. “De stad heeft zo zijn eigen mening over het Heizelplateau. Dat maakt het wel moeilijk”, zegt Vanhengel. “Waarom zou de stad, uitbater van Paleis 12, op een boogscheut van die zaal nog andere concerten toelaten? Dan organiseert de stad ze liever zelf.”