Meerderheid in de maak om termijn voor abortus op te trekken naar 18 weken

© An Nelissen

Er lijkt een parlementaire meerderheid in de maak om de termijn waarbinnen iemand een abortus kan laten uitvoeren op te trekken van 12 naar 18 weken. Meerdere partijen dienden al wetsvoorstellen in die zin in.

De huidige abortustermijn in ons land ligt op twaalf weken. Dat is vrij kort in Europees opzicht: in Nederland kunnen vrouwen bijvoorbeeld tot 24 weken na de bevruchting een abortus laten uitvoeren. Die situatie leidt ertoe dat elk jaar een duizendtal vrouwen in ons land naar het buitenland trekken om de ingreep te laten doen, zei Open VLD-Kamerlid Egbert Lachaert in I op Radio 1. Hij diende samen met partijgenoten Katja Gabriëls en Goedele Liekens een voorstel in om de termijn op te trekken naar 18 weken. Nu kan een abortus tot 18 weken enkel om dringende medische redenen.

Meerderheid

Wellicht haalt dat voorstel een parlementaire meerderheid, want verschillende andere partijen dienden al soortgelijke wetsvoorstellen in. PVDA wil bijvoorbeeld naar 20 weken, terwijl PS, Ecolo, Groen en DéFI de termijn net als de liberalen naar 18 weken willen optrekken. ‘Alleen al met de partijen die een tekst hebben ingediend zitten we aan 67 zetels van de 150, dat betekent dat als SP.A of MR zich daarbij schaart, je een meerderheid hebt’, zegt Lachaert. De Franstalige liberalen van MR lieten eerder al weten ‘open te staan voor het debat’.

CD&V is geen vragende partij voor een versoepeling van de abortuswetgeving, zei voormalig partijvoorzitter en huidig Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke dinsdag in De Ochtend. 'Abortus is een belangrijk gegeven, en het is belangrijk dat er een duidelijk kader is. We hebben in de vorige legislatuur een aantal stappen gezet die voor ons aanvaardbaar waren, maar zijn geen vragende partij om die wetgeving nu verder uit te breiden.'

Tijdens de vorige legislatuur bereikten de ‘Zweedse partijen’ N-VA, MR, CD&V en Open VLD een compromis om abortus uit de strafwet te halen, met de steun van het CDH. In de feiten veranderde er niet zo gek veel. Het waren vooral CD&V en ook N-VA die op de rem stonden, terwijl het voor verschillende liberalen verder had mogen gaan. Maar het kwam niet tot een wisselmeerderheid.