Nadia Sminate (N-VA) haalt uit naar advocaat van Syriëstrijders: “Er zijn limieten aan recht op verdediging”

Strafpleiter Abderrahim Lahlali wist maandagavond niet wat hij hoorde, toen Vlaams Parlementslid Nadia Sminate (N-VA) hem in De afspraak op Canvas plots voor de voeten gooide “dat mensen zoals u en ik, met buitenlandse roots, zouden moeten bewijzen dat wij weten welke kansen wij hier in Vlaanderen hebben gekregen”. Lahlali is de advocaat van enkele Syriëgangers en hun kinderen die momenteel gevangenzitten in vluchtelingenkampen in Noord-Syrië.

“In plaats van dankbaar te zijn voor de kansen die we krijgen, doet Lahlali net het omgekeerde en verzuurt hij het hele debat”, zegt Sminate. Zij kan er niet bij dat Lahlali een dwangsom eist van de Belgische overheid zolang zijn cliënten niet worden teruggehaald uit de vluchtelingenkampen. “Die mensen willen onze samenleving zoveel schade toebrengen. Hoe kan je die dan terug naar hier willen halen?”

“Blij dat ik naar Colruyt mag”

Lahlali wilde gisteren niet meer reageren op de verklaringen van Sminate. Andere parlementairen, ook uit de meerderheid, lieten zich wel horen. “Mensen moeten niet bewijzen dat ze weten dat ze kansen gekregen hebben”, zegt Sihame El Kaouakibi (Open VLD). “Zelfs een succesvolle carrière voldoet blijkbaar niet om als Vlaming te worden beschouwd. Wat de roots van Lahlali met dit debat te maken hebben, blijft een raadsel. De argumenten van Sminate waren blijkbaar op.”

Op sociale media staken tientallen Vlaamse bloggers met buitenlandse roots de draak met Sminate. Ze vervlaamsten hun naam en toonden zich “dankbaar omdat ik vandaag naar de Colruyt ben mogen gaan”, of “omdat ik gewoon binnengelaten ben in de universiteit vanmorgen”.

N-VA blijft achter Sminate staan. “Wij gaan inderdaad uit van gelijkheid van kansen en het is essentieel dat die kansen ook gegrepen worden”, zegt partijwoordvoerder Joachim Pohlmann. Op de vraag of Lahlali dan zijn kansen niet heeft gegrepen, wenst hij geen commentaar te geven.

Limieten

Het is niet de eerste keer dat N-VA de degens kruist met Lahlali, die zelf van CD&V-signatuur is. Ook met voorzitter Bart De Wever kwam het al enkele keren tot verhitte discussies. Toen in 2015 een Marokkaanse mensenrechtengroep De Wever aanklaagde voor racisme, nadat de Antwerpse burgemeester had gezegd “dat Berbers in zijn stad een gesloten groep vormen met veel wantrouwen tegen de overheid, een zwak georganiseerde islam voorstaan en zeer vatbaar zijn voor salafisme”, trad Lahlali op als hun advocaat.

Volgens Sminate is de rol van de advocaat in dat dossier een van de voorbeelden “dat Lahlali de overheid beschuldigt van racisme”. Dat hij enkel zijn cliënten verdedigt en dus niet zelf optreedt, zoals enkele confraters van hem opwerpen, is volgens Sminate van geen tel. “Zeker niet als je terroristen verdedigt. Er zijn limieten aan het recht op verdediging en aan de zaken die je als advocaat kan aannemen.”