Experts over Vlaams Belang en de rechtspraak: ‘De rechter moet niet altijd het laatste woord hebben’

Tom Van Grieken (VB). © belga
Peter Casteels

Mogen politici voorstellen doen die indruisen tegen de gangbare opvattingen over mensenrechten? En hoever reikt de bevoegdheid van het Europees Hof, dat garant staat voor de naleving van die rechten? ‘We moeten opletten om niet alles wat we onfatsoenlijk vinden meteen te verbieden.’

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vierde vorig jaar haar zeventigste verjaardag. Dat verdrag, gesloten kort na de Tweede Wereldoorlog, vormde de basis voor het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Alle (47) lidstaten van de Raad van Europa – niet de Europese Unie dus – moeten dat ratificeren en mogen één rechter benoemen voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Dat ziet toe op de naleving van het EVRM. Maar die verdragstekst is redelijk vaag en moeilijk te vertalen naar concrete rechtsnormen. ‘Mensenrechten zijn open normen’, zegt Stefan Sottiaux, hoogleraar aan de KU Leuven. ‘Ze hangen ook samen met de tijdgeest. Wat betekent bijvoorbeeld het recht op de eerbiediging van het privéleven precies? In de jaren vijftig, toen het EVRM al bestond, zouden weinig mensen hebben gevonden dat een verbod op homoseksuele contacten daar een schending van is. Vandaag vindt iedereen dat wel.’

Het is niet aan academici om uit te maken wat een schending van de mensenrechten is.

Fernand Keuleneer, advocaat

‘De mensenrechten zijn een geloofsartikel geworden’, zegt ook advocaat Fernand Keuleneer. ‘Terwijl het inderdaad vooraf heel moeilijk is om te weten wat de interpretatie van de rechters zal zijn.’ Keuleneer liet zich al meermaals kritisch uit over de trend om politiek te herleiden tot discussies over mensenrechten of, iets breder, de ‘vergrondrechtelijking’ van de samenleving. In De Standaard vergeleek hij vorig jaar mensenrechten met 3D-printers, waar rechters door de vele mogelijkheden tot interpretatie alles uit kunnen halen wat ze maar willen. Dat maakt onderzoek zoals dat naar het programma van Vlaams Belang in zijn ogen ook relatief. ‘Het is een interessante oefening, en het houdt die academici van de straat. Maar het is natuurlijk niet aan hen om uit te maken wat precies een schending van de mensenrechten is. Het zijn rechtscolleges die dat bepalen. Zo’n onderzoek maakt Vlaams Belang vooral populairder, omdat mensen vinden dat we dringend eens kritisch naar die mensenrechten moeten kijken.’

Fernand Keuleneer, advocaat
Fernand Keuleneer, advocaat© GF

Migratiepact

In zijn vorig jaar verschenen boek Continent zonder grens vergelijkt voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) onze politiek met een rivier, de Semois met name. De kiezer kan de kajakken die daarop varen bij verkiezingen ietsjes naar links of naar rechts sturen, maar de loop die de rivier volgt, ligt vast. Dat is de reden waarom er maar weinig écht kan veranderen. ‘Het parcours ervan is verankerd in internationale en Europese rechtsnormen’, schrijft hij. Dat beeld vat perfect de kritiek samen die de voorbije jaren, en zeker sinds de vluchtelingencrisis, te horen was op het Europees Hof. ‘Dat beeldt klopt ook’, zegt Wouter Vandenhole, verbonden aan de Universiteit Antwerpen en gespecialiseerd in mensenrechten. ‘Maar het zijn wel de lidstaten die de rivier oorspronkelijk hebben uitgebaggerd. België heeft altijd constructief meegewerkt aan mensenrechtenverdragen en was bereid om die snel te ratificeren. Zelfs toen de N-VA al in de Vlaamse regering zat, heeft Vlaanderen nooit expliciet protest aangetekend, behalve voor het Migratiepact van de VN.’

Dat was het positieve van het zeventigpuntenplan: het maakte voor iedereen duidelijk wat voor partij het Vlaams Blok was.

Koen Lemmens, KU Leuven

Het Europees Hof maakt het politici soms wel onmogelijk om het beleid te voeren dat ze zouden willen, zoals met het verbod op pushbacks, of het arrest dat België jarenlang verbood om vluchtelingen terug te sturen naar Griekenland. ‘Maar het EVRM is precies bedoeld om politici soms aan banden te leggen’, zegt Koen Lemmens, hoofddocent mensenrechten aan de KU Leuven. ‘Politici hebben altijd kritiek gehad op de uitspraken van het Europees Hof, en dat is tot op zekere hoogte normaal. Ik heb zelfs de indruk dat het hoogtepunt van de kritiek achter ons ligt, ergens rond 2010. Rusland vond toen dat het Hof te weinig rekening hield met de traditionele waarden van het land, Italië was boos omdat het kruisbeelden uit scholen moest verwijderen, Engeland had heel veel kritiek op arresten over het stemrecht van gevangenen en zelfs België vond dat het Hof in een zaak over onze assisenjury te ver ging. Het was ook de tijd dat Thierry Baudet in Nederland als doctoraatsstudent en columnist zijn aanval op de internationale rechtsspraak inzette. Het Hof heeft daar ook naar geluisterd en de lidstaten vervolgens een grotere appreciatiemarge of vrijheid gegeven. Daarmee heeft het een nieuw evenwicht gevonden.’

Koen Lemmens, KU Leuven
Koen Lemmens, KU Leuven© GF

Terughoudende rechters

‘Er zijn wel nog steeds een aantal domeinen waarin het Hof vooruitstrevend en activistisch is’, vindt Vandenhole. ‘Ik denk aan de rechten voor gevangenen, en ook kinderrechten worden vaak gebruikt om bakens te verzetten in het migratiebeleid. De migratiestatus van kinderen is ondergeschikt aan hun kwetsbaarheid, en daaruit volgen heel wat rechten. Maar er zijn zeker ook rechters die zich, misschien om strategische redenen, terughoudend opstellen, die geen openlijk conflict willen met een van de lidstaten. Zoiets zou gevolgen kunnen hebben voor de werkingsmiddelen van het Hof, en dan verliest iedereen.’

Er zijn wel nog steeds een aantal domeinen waarin het Europees Hof vooruitstrevend en activistisch is.

Wouter Vandenhole, UAntwerpen

‘Als ik gelijk krijg van het Hof vind ik nooit dat het te ver is gegaan. Als ik ongelijk krijg in een uitspraak, vind ik uiteraard van wel’, zegt Fernand Keuleneer lachend. ‘Ten gronde: ik behoor zeker niet tot de critici die het Europees Hof een bende linkse activisten vinden, maar naarmate de grondrechten werden uitgebreid, doen die rechters wel aan politiek met hun beslissingen. Dat is zelfs geen verwijt: ze kunnen niet anders. Maar het is geen goede zaak dat steeds vaker de laatste beslissing wordt genomen door een rechter. Neem het verbod op een hoofddoek. De discussie daarover is er één geworden tussen grondrechten, tussen godsdienstvrijheid en het recht op neutraliteit. Het is niet aan rechters om dat op die manier af te wegen.’

Wouter Vandenhole, UAntwerpen
Wouter Vandenhole, UAntwerpen© GF

Aanslagen van 9/11

Terug naar de politieke kant van het verhaal: moeten politici voorstellen kunnen doen die tegen de mensenrechten ingaan? Een partij die de mensenrechten schendt, kan in België haar dotatie verliezen, maar daarmee is de discussie lang niet afgesloten. ‘Politici moeten inderdaad de ruimte hebben om voorstellen te doen die indruisen tegen de huidige opvattingen over de mensenrechten’, vindt Stefan Sottiaux. ‘Na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten pleitten een aantal gerenommeerde professoren staatsrecht daar voor het uitzonderlijke gebruik van foltering om bekentenissen van verdachten los te krijgen. Een verderfelijk idee, maar is dat ondemocratisch? Nee. Tijdens een verkiezingscampagne moet er ook net veel vrijheid zijn om voorstellen te doen. De democratische rechtsstaat die België is heeft genoeg filters om de meest verregaande voorstellen tegen te houden. De liberale democratie is altijd een evenwicht. Zeer lang heeft een sterke liberale consensus geheerst, terwijl nu inderdaad politici weer meer de nadruk leggen op gemeenschapswaarden. Maar het is echt overtrokken om te zeggen dat de liberale principes in Europa nu onder druk staan.’

‘We moeten opletten om niet alles wat we onfatsoenlijk vinden meteen te verbieden’, vindt ook Lemmens. ‘Daardoor verdwijnen die gedachten niet, maar vergeten we misschien wel dat ze aanwezig zijn in de maatschappij – en verrast Vlaams Belang bij de volgende verkiezingen opnieuw. Termen of voorstellen verbieden heeft vaak ook enkel tot gevolg dat politici andere formuleringen zullen gebruiken, waarvan hun kiezers heel goed weten wat ze daar eigenlijk mee bedoelen. Dat is het hondenfluitje. Dat was het positieve aan het zeventigpuntenplan: dat programma was zodanig grotesk en over the top dat meteen voor iedereen duidelijk was wat voor partij het Vlaams Blok was. Vlaams Belangers klinken vandaag al veel meer gepolijst, terwijl ze misschien nog altijd hetzelfde bedoelen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content