Helft Belgen gelooft niet meer in pensioen
Meer dan de helft van de Belgen rekent niet op een wettelijk pensioen van de overheid. Zes op de tien verwachten zelfs dat ze geen comfortabel leven meer zullen leiden. Dat blijkt uit een nieuwe bevraging. ‘Er is maar een oplossing: langer werken.’
Het pensioen blijft een zorg voor de Belg, zo blijkt uit het Nationaal Pensioenonderzoek bij 1.059 landgenoten in opdracht van verzekeraar NN. Nooit eerder hadden we zo weinig vertrouwen op het einde van onze loopbaan een pensioen te krijgen van de overheid. Slechts 44 procent rekent daarop. In een vergelijkbaar onderzoek uit 2014 geloofde nog 51 procent van de ondervraagden erin. Amper 6 procent is ervan overtuigd dat het wettelijke pensioen zal volstaan om zijn of haar gewenste levensstandaard te bewaren.
Om zijn pensioendromen waar te maken denkt de Belg gemiddeld 1.790 euro per maand nodig te hebben. Slechts een minderheid van de Belgen (43 procent) acht het waarschijnlijk dat ze deze financiële reserve ook effectief opgebouwd zullen hebben wanneer ze met pensioen gaan. 38 procent van de Belgen vreest zelfs volledig zonder geld te komen zitten. De grote meerderheid (81 procent) wil niet afhankelijk zijn van de kinderen tijdens het pensioen.
De meeste Belgen (63 procent) verwachten dan ook niet dat ze een comfortabel leven zullen hebben op hun oude dag. Bijna de helft (44 procent) van de jonge Belgen onder de 35 gelooft dat ze tot na hun 67 zullen moeten werken voor ze met pensioen kunnen gaan. En zelfs wanneer ze dan met pensioen kunnen, verwachten zes op de tien jonge Belgen dat ze zullen moeten bijverdienen.
‘Veel te lang gewacht’
“De resultaten liggen in lijn met eerdere bevragingen”, zegt docent en onderzoeker Marjan Maes van de KU Leuven. “De overheid heeft veel te lang gewacht om de pensioenen te hervormen. Ze had dat al in de jaren 90 moeten doen, zoals in de meeste andere EU-landen. We zitten nu met een demografische golf die we al vele jaren zien aankomen. Er is niet op geanticipeerd en nu is er geen budget meer om de pensioenen substantieel te verhogen.”
“Dat mensen vrezen later geen pensioen te ontvangen, is totaal onterecht”, gaat Maes voort. “Paniek is niet nodig, want er zal altijd een pensioen zijn. De vraag is alleen hoe hoog dat wordt en of het zal volstaan om een voldoende levensstandaard te garanderen.” Op dit moment ontvangt een mannelijke werknemer gemiddeld 1.112 euro, een zelfstandige moet het met 612 euro doen. De armoedegrens bedraagt 1.157 euro. De wettelijke pensioenen in België behoren tot de laagste in Europa. Gemiddeld krijgt een Belgische gepensioneerde nog 66 procent van zijn laatste inkomen. Dat is lager dan het Europese gemiddelde van 70 procent. Er is bovendien een groot verschil tussen het gemiddelde pensioen van vrouwen en mannen in België.
Grondige hervorming
“De pensioenen in ons land zijn gewoon te laag”, zegt de academica. “Mensen die veertig jaar gewerkt hebben en bijgedragen aan de sociale zekerheid, hebben amper meer dan iemand die jarenlang werkloos geweest is. Wat nu nodig is, is een verdere grondige hervorming gericht op langer werken. Ik weet dat het niet populair is om te zeggen, maar anders schuiven we de problemen door naar een volgende generatie. We moeten proberen onze uittredeleeftijd naar het Europees gemiddelde van 64,5 jaar te brengen.” Nu is dat in ons land 61,3 jaar.
Daarnaast kan de Belg zich ook zelf voorbereiden op zijn pensioen. “Het is een cliché, maar het blijft belangrijk: je begint best zo vroeg mogelijk met sparen. In eerste instantie pensioensparen, daarnaast kun je nog sparen in TAK 23-formules. Die renderen op lange termijn”, zegt Koen Van Gorp van NN. Nu doet 65 procent van de Belgen aan pensioensparen. Volgens de verzekeraar “is het gemiddelde resultaat van pensioensparen slechts een fractie van wat er gemiddeld nodig is voor een comfortabel pensioen.” Een financieel plan heeft slechts 11 procent van de Belgen.