Een baby en een onderzoekster bij het experiment met de doos.
David Schmelik

Baby's hebben door dat er geteld wordt, jaren voor ze zelf kunnen tellen

Baby's die nog jaren moeten wachten voor ze zelf "een", "twee", "drie" zullen kunnen zeggen, hebben wel al enig begrip van wat tellen inhoudt. Dat hebben onderzoekers aan de Amerikaanse Johns Hopkins Universiteit ontdekt. Uit hun bevindingen blijkt dat baby's die horen tellen, al zeer snel, jaren eerder dan tot nu gedacht werd, beseffen dat tellen een hoeveelheid aanduidt.

"Hoewel ze nog jaren afstaan van het begrijpen van de juiste betekenis van de woorden voor getallen, zijn baby's al wel bezig met het inzien dat tellen over aantallen gaat", zei Lisa Feigenson. "Onderzoek zoals het onze toont dat baby's in werkelijkheid een behoorlijk ontwikkeld begrip hebben van de wereld - ze proberen reeds te doorgronden wat de volwassenen rondom hen zeggen, en dat omvat dit terrein van tellen en getallen."

Feigenson is een cognitief onderzoeker aan Johns Hopkins die gespecialiseerd is in de ontwikkeling van het numeriek vermogen bij kinderen en de senior auteur van de nieuwe studie.  

Een video van Johns Hopkins over het experiment.

Vier speeltjes in een doos

De meeste kinderen begrijpen de volledige betekenis van getallen pas als ze zo'n vier jaar oud zijn. Dat is verrassend, zei Feigenson, gelet op hoeveel jonge kinderen blootgesteld worden aan tellen. 

"We kopen telboekjes voor baby's en we tellen hardop met peuters", zei ze. "Dat roept allemaal de vraag op: Hebben kinderen werkelijk geen enkel idee wat tellen betekent tot ze oud genoeg zijn voor de peuterklas?"

Om dat te onderzoeken werkten Feigenson en eerste auteur van de studie Jenny Wang met kindjes tussen 14 en 18 maanden. De baby's keken toe terwijl speeltjes - kleine hondjes of autootjes - verstopt werden in een doos waar ze niet in konden kijken maar wel ze in konden grijpen met hun handjes. 

Soms telden de onderzoekers elk speeltje hardop terwijl ze het in de doos stopten en zeiden ze: "Kijk, een, twee, drie, vier! Vier hondjes!". En soms stopten ze elk speeltje gewoon in de doos en zeiden ze: "Dit, dit, dit en dit - deze hondjes."

Als er niet geteld werd, hadden de baby's het moeilijk om zich te herinneren dat er vier dingen in de doos zaten. Ze hadden de neiging afgeleid te raken nadat de onderzoekers slechts één speeltje uit de doos hadden gehaald - alsof er niets anders meer te zien viel. Maar als de speeltjes geteld werden, verwachtten de baby's duidelijk dat er meer dan één uit de doos zou worden gehaald. Ze herinnerden zich niet het precieze getal, maar ze herinnerden zich wel ongeveer hoeveel het er waren. 

"Als we de speeltjes telden voor de baby's, voor we ze verstopten, herinnerden de baby's veel beter hoeveel speeltjes er waren", zei Wang. "Als onderzoeker vond ik de resultaten erg verrassend. En onze resultaten zijn de eerste die tonen dat erg jonge kindjes beseffen dat als andere mensen tellen, dat verband houdt met de ruwe dimensie van hoeveelheden in de wereld."

Het team voert nu verschillende opvolgstudies uit om vast te stellen of vroege teloefeningen later leiden tot grotere vaardigheden met getallen, en of Engels sprekende baby's reageren op tellen in een andere taal. 

De studie van Lisa Feigenson en Jinjing (Jenny) Wang, die afgestudeerd is aan Johns Hopkins en nu assistent zal worden aan de Rutgers University, is gepubliceerd in Developmental Science. Dit artikel is gebaseerd op een perstekst van Johns Hopkins University.

Meest gelezen